Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van het lid Kröger ter vervanging van nr. 108 over een evaluatie na vijf jaar met betrekking tot een heffing bij restwarmte
36 576 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 112 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID KRÖGER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 108
Ontvangen 26 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 12.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal
een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de in de artikelen 6.1 en
6.2 gestelde verplichtingen voor een producent van restwarmte.
Toelichting
Een boete op restwarmte kan een prikkel zijn om proactief mee te werken aan de uitkoppeling
van restwarmte, alsook om deze te voorkomen. Of zo’n heffing nodig is valt nog te
bezien, maar nu ontbreekt een afgebakende grondslag en is er geen basis voor een heffing
op restwarmte die handhaafbaar en controleerbaar is. Een heffing op het lozen van
restwarmte vergt dat:
– de productie van restwarmte op een betrouwbare wijze gemeten en geregistreerd wordt
en
– er een instantie is die toezicht houdt en kan handhaven.
Op dit moment is de informatie over de lozing van restwarmte (hoge en lage temperatuur)
verspreid over meerdere rapportages en entiteiten en niet altijd nauwkeurig gemeten
of verifieerbaar.
– De omgevingsdiensten gaan over de onderzoeksplicht energiebesparing.
– Rijkswaterstaat gaat over lozingen op Rijkswateren.
– Waterschappen gaan over lozingen op regionale wateren.
Dit amendement regelt daarom een evaluatiebepaling op basis waarvan binnen vijf jaar
geëvalueerd zal worden of het ophaalrecht uit de artikelen 6.1. en 6.2 van de wet
afdoende functioneert.
Kröger
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid