Amendement : Amendement van het lid Soepboer over dat het bevoegd gezag in het tweede jaar opnieuw een aanbod doet als in het eerste jaar geen contact tot stand is gekomen
36 667 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele andere wetten ter bevordering van de kansengelijkheid middels verbetering van de begeleiding naar duurzame economische zelfstandigheid van jongeren met een risico op een afstand tot de arbeidsmarkt (Wet van school naar duurzaam werk)
Nr. 17
AMENDEMENT VAN HET LID SOEPBOER
Ontvangen 24 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel III, onderdeel C, wordt aan het voorgestelde artikel 44 een lid toegevoegd,
luidende:
7. Indien in het eerste jaar na het verlaten van de school de leerling geen gebruik
heeft gemaakt van het aanbod tot loopbaanbegeleiding, doet het bevoegd gezag in het
tweede jaar opnieuw een aanbod tot loopbaanbegeleiding.
II
In artikel IV, onderdeel B, wordt aan het voorgestelde artikel 2.31a een lid toegevoegd,
luidende:
6. Indien in het eerste jaar na het verlaten van de school de leerling geen gebruik
heeft gemaakt van het aanbod tot loopbaanbegeleiding, doet het bevoegd gezag in het
tweede jaar opnieuw een aanbod tot loopbaanbegeleiding.
Toelichting
Dit wetsvoorstel beoogt jongeren uit het voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs
met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt gedurende een periode van twee jaar na
het verlaten van de school aanvullende loopbaanbegeleiding te bieden. Terecht stelt
de regering dat juist deze groep jongeren vaak moeite heeft om zelf de weg naar hulp
of ondersteuning te vinden. Zij beschikken lang niet altijd over het doenvermogen
om zelfstandig in actie te komen, informatie te verwerken of initiatieven te nemen.
Dat is ook precies de reden waarom begeleiding actief en dichtbij moet worden georganiseerd.
Hoewel de regering heeft aangegeven dat instellingen in beide jaren proactief contact
mogen zoeken, is in de wet zelf niet geregeld dat dit ook daadwerkelijk moet gebeuren
wanneer de jongere in het eerste jaar onbereikbaar blijkt. Daarmee ontstaat het risico
dat instellingen volstaan met een eenmalig aanbod in het eerste jaar, en geen verdere
actie meer ondernemen wanneer daar geen reactie op volgt. Voor jongeren die pas later
toe zijn aan ondersteuning, of bij wie het eerste contactmoment om welke reden dan
ook is gemist, dreigt de wettelijke plicht dan een dode letter te worden.
Om dat te voorkomen regelt dit amendement dat, als in het eerste jaar géén contact
tot stand is gekomen, het bevoegd gezag in het tweede jaar opnieuw een aanbod moet
doen. Daarmee blijft het initiatief structureel bij de instelling liggen – juist zoals
beoogd voor deze doelgroep. Het amendement versterkt zo de uitvoeringskracht van het
wetsvoorstel, zonder dat dit leidt tot onredelijke uitvoeringslasten.
Soepboer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.J. Soepboer, Tweede Kamerlid