Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Wijen-Nass ter vervanging van nr. 26 over verkorte uitspraken bij ongegronde beroepen
36 512 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Huisvestingswet 2014, de Omgevingswet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Woningwet in verband met de versterking van de regie op de volkshuisvesting en met het oog op enkele andere met de volkshuisvesting samenhangende maatregelen (Wet versterking regie volkshuisvesting)
Nr. 44 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID WIJEN-NASS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 26
Ontvangen 24 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel III, onderdeel K, wordt «16.87b» vervangen door «16.87c».
II
Artikel III, onderdeel L, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door «worden twee artikelen».
2. Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 16.87b (verkorte uitspraak)
Bij beroepen tegen een beslissing op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor
een bouwactiviteit of een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit
voor woningbouwprojecten van ten minste een woningbesluit kan de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State zich, als het een hoger beroep betreft en als zij van oordeel
is dat een grond van het beroep niet tot vernietiging van het bestreden besluit of
een gedeelte van dat besluit kan leiden, bij de vermelding van de gronden van de beslissing
beperken tot dit oordeel.
Toelichting
Het onderhavige amendement biedt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
de bevoegdheid om hoger beroepzaken over woningbouwprojecten met een verkorte uitspraak
af te doen. Met dit amendement wordt aangesloten bij artikel 91, tweede lid, van de
Vreemdelingenwet 2000, die al een bepaling bevat voor de Afdeling bestuursrechtspraak
om een verkorte motivering te gebruiken, als het hoger beroepschrift grieven bevat
die niet slagen.1
Deze bepaling geeft de Afdeling bestuursrechtspraak de bevoegdheid om verkorte uitspraken
te doen, indien de aangevoerde beroepsgronden niet tot gegrondheid van het beroep
kunnen leiden en ook niet nopen tot de beantwoording van rechtsvragen in het belang
van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De bevoegdheid tot verkorte motivering
brengt mee dat als de Afdeling bestuursrechtspraak de hoger beroep aangevoerde gronden
ongegrond verklaart, zij in haar uitspraak kan volstaan met die beslissing en die
beslissing niet hoeft te motiveren.
De Afdeling bestuursrechtspraak kan zelf kiezen welke oordelen wel gemotiveerd worden
en welk niet. Op deze wijze kan de werklast voor de Afdeling bestuursrechtspraak van
de Raad van State worden verminderd.
De bepaling is zo geformuleerd, dat zij betrekking heeft op afzonderlijke beroepsgronden.
Het is dus ook mogelijk dat in een zaak waarin vijf beroepsgronden zijn aangevoerd,
in dezelfde uitspraak bijvoorbeeld één beroepsgrond «gewoon» en de andere vier verkort
worden afgedaan.
Wijen-Nass
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Marieke Wijen-Nass, Tweede Kamerlid