Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Werf over het bericht ‘Pleegzorg ver onder de maat bij organisatie die Vlaardings meisje begeleidde’
Vragen van het lid Van der Werf (D66) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Pleegzorg ver onder de maat bij organisatie die Vlaardings meisje begeleidde» (ingezonden 21 mei 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
18 juni 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2407.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Pleegzorg ver onder de maat bij organisatie die Vlaardings
meisje begeleidde»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u toelichten welke concrete maatregelen binnen afzienbare tijd worden getroffen
om de veiligheid van alle pleegkinderen die momenteel onder de verantwoordelijkheid
van Enver vallen, de komende maanden te waarborgen?
Antwoord 2
Enver moet uiterlijk eind januari 2026 de noodzakelijke verbeteringen doorvoeren op
de onderdelen waar de IGJ tekortkomingen heeft geconstateerd. Hiervoor heeft de IGJ
concrete verbetermaatregelen geformuleerd in hun rapport, zoals het vastleggen van
de ontwikkeling van pleegkinderen volgens de Richtlijn Pleegzorg, het spreken van
pleegkinderen zonder aanwezigheid van pleegouders en overzichtelijke en actuele dossiervoering.
In de periode van het verscherpt toezicht zal de inspectie Enver nauwlettend volgen,
bijvoorbeeld met aangekondigd of onaangekondigd bezoek en het opvragen van voortgangsrapportages.
Vraag 3
Hoe gaat u ervoor zorgen dat alle kinderen in ieder geval verzekerd worden van een
een-op-een gesprek?
Antwoord 3
De IGJ heeft in het inspectierapport2 concrete verbeterpunten opgenomen die zij van Enver verwacht. Onderdeel hiervan is
het volgen van de Richtlijn Pleegzorg en minimaal drie keer per jaar los van de pleegouders
met het pleegkind te spreken. Wanneer het nog niet gelukt is een pleegkind alleen
te spreken, bijvoorbeeld omdat het kind nog te jong is of niet open staat voor een
gesprek, dient een plan gemaakt te worden hoe er naartoe toegewerkt wordt en hoe tot
die tijd op alternatieve manieren gezorgd wordt voor onafhankelijk zicht op (de veiligheid
van) het pleegkind.
Vraag 4
Kunt u aangeven wat het handelingskader is als binnen negen maanden weinig tot geen
verbeteringen zichtbaar worden? Welke gevolgen worden daaraan verbonden?
Antwoord 4
Aan het einde van de periode van het verscherpt toezicht beoordeelt de inspectie of
het verscherpt toezicht kan worden beëindigd. De inspectie kan ook verdere stappen
nemen in de vorm van bestuursrechtelijke maatregelen.
Vraag 5
Wat is uw beeld van de naleving van veiligheids- en kwaliteitsnormen bij andere pleegzorgorganisaties
die momenteel niet onder verscherpt toezicht staan? Sluit u uit dat vergelijkbare
misstanden ook bij andere instellingen kunnen spelen? Wat gaat u doen om dat te kunnen
toetsen?
Antwoord 5
De IGJ voert op dit moment thematisch toezicht uit naar de pleegzorgsector. Hierbij
kijkt de IGJ onder andere naar de naleving van veiligheids- en kwaliteitsnormen bij
andere pleegzorgorganisaties. De IGJ verwacht de uitkomsten van het thematisch toezicht
dit najaar te publiceren.
Vraag 6
Kunt u toelichten hoe tot nu toe uitvoering is gegeven aan de toezegging dat binnen
de pleegzorgsector binnen alle organisaties opnieuw wordt getoetst op veiligheid?
Wordt deze toets volledig uitgevoerd door pleegzorginstanties zelf, de Inspectie of
wordt er een apart team op twijfelgevallen gezet?
Antwoord 6
In het thematisch toezicht van de IGJ zoals toegelicht onder antwoord 5 wordt ook
gekeken hoe pleegzorgaanbieders zicht hebben en houden op de veiligheid van pleegkinderen.
De IGJ heeft alle pleegzorgaanbieders gevraagd informatie aan te leveren over hoe
zij zicht hebben en houden op de veiligheid van pleegkinderen. De IGJ selecteert vervolgens
op basis van de grootste risico’s waar ze zelf (risicogestuurd) toezicht zal uitvoeren.
De IGJ publiceert de uitkomsten dit najaar.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.