Schriftelijke vragen : Het rapport ‘State of play on the implementation of the Pact on Migration and Asylum’ van de Europese Commissie
Vragen van het lid Podt (D66) aan de Minister van Asiel en Migratie over het rapport «State of play on the implementation of the Pact on Migration and Asylum» van de Europese Commissie (ingezonden 13 juni 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «State of play on the implementation of the Pact on
Migration and Asylum» van de Europese Commissie?1
Vraag 2
Herkent u het door de Commissie geschetste beeld dat Nederland niet voldoet aan de
verwachtingen betreffende opvangcapaciteit? Met hoeveel dient de opvangcapaciteit
nog te groeien?
Vraag 3
Hoe bent u van plan de opvangcapaciteit op te schalen en op welke termijn bent u van
plan dit te bewerkstelligen, ook in het licht van de plannen om de Spreidingswet in
te trekken en gemeenten die hierop reeds anticiperen?
Vraag 4
Herkent u het door de Commissie geschetste beeld dat Nederland niet voldoet aan de
verwachtingen betreffende opvangcapaciteit voor asielzoekers met speciale behoeften?
Met hoeveel dient deze capaciteit te groeien?
Vraag 5
Wat is de reden dat u, in tegenstelling tot 22 andere lidstaten, nog geen noodplan
bij de Commissie heeft aangeleverd?
Vraag 6
Kunt u aangeven of en welke andere complicaties en vertragingen er zijn opgelopen
in de voorbereidingen op de implementatie van het Migratiepact?
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat een zorgvuldige en volledige uitvoering van het Migratiepact
naar verwachting meer effect zal hebben op de instroom dan nationale wetgeving?
Vraag 8
Kunt u aangeven hoe u gaat voorkomen dat vertraging en gebrekkige voortgang van de
Nederlandse regering leidt tot vertraging of verslechtering in de Europese uitvoering
van het Migratiepact?
Vraag 9
Hoe zijn de opmerkingen van de Commissie te rijmen met het positieve beeld dat door
u tijdens de commissievergadering over de JBZ-Raad van 11 juni over de voortgang werd
geschetst?
Vraag 10
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie -
Indiener
Anne-Marijke Podt, Kamerlid