Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 740 J Jaarverslag en slotwet Deltafonds 2024
Nr. 7
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 12 juni 2025
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 28 mei 2025 voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Bij brief van 10 juni 2025 zijn ze door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, P. de Groot
De griffier van de commissie, Schukkink
Vragen en antwoorden
1
Vraag:
Wat zijn oorzaken waarom de uitwerking van subsidieaanvragen voor de Hoogwaterbeschermingsprogramma
(HWBP)-waterschapprojecten en het project HWBP-2 Markermeerdijk zijn vertraagd, en
valt hier een les uit te trekken?
Antwoord:
De vertraging van subsidieaanvragen voor de huidige Hoogwaterbeschermingsprogramma
(HWBP) projecten kent verschillende oorzaken. Vertragingen worden onder meer veroorzaakt
door veranderende wet- en regelgeving, te doorlopen planprocedures, maar ook door
wijzigingen in de aanpak bij nadere uitwerking van het ontwerp van de dijkversterking.
De ervaringen worden binnen het HWBP verzameld en vertaald naar kaders, wanneer het
generieke/ terugkerende issues betreft. De kaders (oftewel de geleerde lessen) worden
door de daaropvolgende projecten weer meegenomen. In het project Markermeerdijken
(HWBP-2) betreft de vertraging met name de afhandeling van wijzigingsdossiers op de
verleende subsidie. Dit zijn exogene risico’s die zijn opgetreden, die geen onderdeel uitmaakten van de initieel verleende subsidie en dus basis waren voor een
wijziging hierop.
2
Vraag:
Reflecterend op de resultaten, welke kansen ziet u voor het huidige en aankomende
jaar om budgetten ten aanzien van waterveiligheid voor de mitigerende werking om te
zetten naar budgetten voor een adaptieve werking?
Antwoord:
De vraag wordt geïnterpreteerd als een vraag naar kansen om budget voor preventieve
maatregelen tegen overstromingen over te hevelen naar andere adaptieve maatregelen.
Hierop is het antwoord als volgt. Zoals eerder ook aangegeven in reactie op het rapport
van de Algemene Rekenkamer (Kamerstukken 32 698, nr. 87) is dijkbescherming als preventieve maatregel verreweg het meest (kosten)effectief
om ons laaggelegen land te beschermen tegen overstromingen. Dat blijft onverminderd
belangrijk, ook bij verdergaande klimaatverandering. Het overhevelen van budget is
daarom niet passend.
3
Vraag:
Is bekend wat het lastig maakt om de juiste expertise te werven ten aanzien van cybersecurity
en met welke organisaties er geconcurreerd wordt om deze expertise te werven?
Antwoord:
Ja. De implementatie van de Cyberbeveiligingswet en Wet Weerbaarheid Kritieke Entiteiten
leidt tot toename van de vraag naar (cybersecurity) expertise bij bedrijven en overheden.
Bedrijven en overheden moeten voldoen aan aanvullende verplichtingen voortkomend uit
de wetgeving, waarmee de weerbaarheid wordt verhoogd. IenW ziet dat er meer vraag
dan aanbod van deze schaarse kennis en expertise is.
4
Vraag:
Wordt er gewerkt met een fatale termijn van onderdelen gerelateerd aan de Kaderrichtlijn
Water (KRW), gelet op het feit dat er € 43,1 miljoen minder aan verplichtingen is
vastgesteld, waarbinnen beslissingen genomen moeten worden en processen doorlopen
moeten zijn? Zo nee, zou u dit overwegen, en zo niet, waarom niet?
Antwoord:
Een langere doorlooptijd van de planfase van projecten maakt dat er minder aan verplichtingen
is vastgesteld. De verplichtingen (€ 43,1 miljoen voor de realisatie) worden later aangegaan. De oorzaak voor de langere doorlooptijd
van de planfase heeft verschillende redenen, waaronder de benodigde onderzoeken, stikstofberekeningen
en afstemming met de omgeving. Er wordt gestuurd op het tijdig realiseren van de KRW-maatregelen
(december 2027) om zo aan de KRW-doelen te voldoen. Zoals aan de Kamer gemeld, wordt
er daarbij ingezet op versoberen en versnellen (Kamerstukken 27 625, nr. 699). Door onder andere een gebundelde aanbesteding van projecten is het streven om projecten
snel na vaststelling in realisatie te brengen.
5
Vraag:
Loopt de in kleinere jaarlijkse opdrachten gewijzigde opdracht ten behoeve van Innovatieve
Monitoring – Non target screening ICBR (Internationale Commissie ter Bescherming van
de Rijn) nog conform planning ondanks de wijziging of was de wijziging noodzakelijk
omdat men dreigde achter te lopen?
Antwoord:
Ja, de opdracht loopt conform planning. Het gaat om een meerjarige opdracht waarbij
jaarlijks geld uit het Deltafonds beschikbaar wordt gesteld aan Rijkswaterstaat voor
deelname aan het Non Target Screening-project van de Internationale Commissie ter
Bescherming van de Rijn (ICBR). Dit project loopt van 2024 tot en met 2029. De jaarlijkse
verdeling van het budget verandert niets aan de inhoud of planning van de opdracht.
De wijziging was dus niet nodig vanwege vertraging, maar is onderdeel van de gekozen
manier van financieren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, griffier