Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden, gesteld aan de Rekenkamer, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk 36740-XIII-2
36 740 XIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2024
Nr. 5
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 10 juni 2025
De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de
Algemene Rekenkamer over de brief van 21 mei 2025 inzake het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek
2024 bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk 36 740 XIII, nr. 2).
De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 juni 2025. Vragen
en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Michon-Derkzen
Adjunct-griffier van de commissie, Krijger
Vraag 1
Welke fiscale regeling die te maken heeft met bedrijven en/of die op het terrein van
EZ ligt, acht u ondoelmatig?
Uw vraag gaat over de doelmatigheid van fiscale regelingen die gerelateerd zijn aan
bedrijven of die op het terrein van het Ministerie van EZ liggen. In ons verantwoordingsonderzoek
bij het begrotingshoofdstuk Economische Zaken en Klimaat (XIII) vragen wij aandacht
voor het belang van het goed evalueren van beleidsinstrumenten, waaronder fiscale
regelingen. We schrijven ook dat het financieel belang van de fiscale regelingen van
het Ministerie van EZK voor 2024 is geraamd op € 22,8 miljard. Evaluaties van deze
regelingen zijn essentieel voor de verantwoording over geld en resultaten en om periodiek
het nut van fiscale regelingen tegen het licht te houden.
Wij hebben dit jaar geen specifiek onderzoek verricht naar de doelmatigheid en doeltreffendheid
van deze fiscale regelingen. De Staatssecretaris van Financiën heeft in 2024, mede
namens de Minister van EZK, wel een evaluatie van fiscale ondernemersregelingen laten
uitvoeren.1 In deze evaluatie wordt geconcludeerd dat de financiële omvang van de meeste fiscale
ondernemerschapsregelingen relatief groot is in vergelijking met de beperkte doeltreffendheid.
Ook wordt geconcludeerd dat zes van de acht fiscale regelingen hoge uitvoeringslasten
kennen.
Uit de evaluatie die de Staatssecretaris van Financiën heeft laten uitvoeren komt
verder naar voren dat niet alle regelingen even doeltreffend zijn. Zo blijkt de mkb-winstvrijstelling
relatief doeltreffend in het bevorderen van een gelijke belastingdruk tussen directeur-grootaandeelhouders
(dga’s) en ondernemers voor de inkomstenbelasting (IB-ondernemers), maar beperkt doeltreffend
in het stimuleren van innovatie, werkgelegenheid en investeringen. De zelfstandigenaftrek
en startersaftrek bleken beperkt doeltreffend in het stimuleren van ondernemerschap.
De terbeschikkingsstellingsvrijstelling werd beoordeeld als (potentieel) doeltreffend
met betrekking tot het primaire doel om een gelijke belastingdruk tussen dga’s en
IB-ondernemers te realiseren.
Vraag 2
Welke fiscale regeling die te maken heeft met bedrijven en/of die op het terrein van
EZ ligt, acht u ondoeltreffend?
Zie ons antwoord op vraag 1.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken -
Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier