Schriftelijke vragen : De bouw van 22 nieuwe Israëlische nederzettingen op illegaal bezet Palestijns land.
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de bouw van 22 nieuwe Israëlische nederzettingen op illegaal bezet Palestijns land (ingezonden 10 juni 2025).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het artikel inThe Times of Israel van 29 mei 2025 waarin wordt gemeld dat de Israëlische regering toestemming heeft
gegeven voor de bouw van 22 nieuwe nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever,
en waarin Minister van Buitenlandse Zaken Israel Katz verklaart dat dit bedoeld is
voor «het voorkomen van een Palestijnse staat»?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze uitspraak van Minister Katz in het licht van het officiële Nederlandse
en Europese beleid dat uitgaat van een tweestatenoplossing? Acht u de recente Israëlische
besluiten en uitspraken daarmee strijdig? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Erkent u dat deze stap in lijn ligt met dede facto annexatiepolitiek van Israël, die reeds in de motie-Karabulut van 22 juni 2020 expliciet
wordt genoemd als reden voor het instellen van sancties? Welke conclusies verbindt
u daaraan?2
Vraag 4
Hoe verhoudt deze aangekondigde uitbreiding van nederzettingen zich tot het juridisch
bindende advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van juli 2024, waarin werd
vastgesteld dat Israëls nederzettingenbeleid en bezetting illegaal zijn en dat staten
verplicht zijn geen hulp of bijstand te verlenen aan deze situatie?3
Vraag 5
Welke stappen overweegt het kabinet om te voldoen aan de verplichtingen die derde
staten volgens het advies van het Internationaal Gerechtshof van juli 2024 hebben
om te verzekeren dat Israël zich houdt aan het internationaal humanitair recht zoals
vastgelegd in de Vierde Conventie van Geneve?
Vraag 6
Welke implicaties verbindt u aan de plicht tot non-assistance zoals voortvloeit uit
het IGH-advies en artikel 41 van de International Law Commission Articles on State
Responsibility? Bent u bereid bestaande vormen van samenwerking met Israël, inclusief
economische en militaire, opnieuw tegen het licht te houden?
Vraag 7
Bent u bereid in navolging van deze ontwikkeling de Palestijnse staat te erkennen,
mede als politiek signaal tegen de voortschrijdende annexatie en als middel om de
tweestatenoplossing te beschermen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Bent u bereid om als reactie op deze Israëlische aankondiging alle handel en andere
economische relaties met Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied te
stoppen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Hoe verhoudt deze stap zich tot de motie-Servaes, Knops en Sjoerdsma van 9 juni 2016,
die oproept tot het nemen van maatregelen tegen partijen die vredesinitiatieven actief
blokkeren? Acht u deze motie van toepassing op de huidige situatie? Zo nee, waarom
niet?4
Vraag 10
Bent u bereid de Verenigde Naties (VN)-resoluties van september 2024, waarin staten
worden opgeroepen om binnen 12 maanden effectieve stappen te nemen tegen de illegale
bezetting, te implementeren met concrete beleidsmaatregelen, zoals sancties of exportrestricties?
Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Sarah Dobbe, Kamerlid