Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Flach over de beoordeling van verslechtering in Natura 2000 gebieden
Vragen van het lid Flach (SGP) aan de Minister en Staatssecretaris van Landbouw, Voedselzekerheid, Visserij en Natuur over de beoordeling van verslechtering in Natura 2000 gebieden (ingezonden 13 mei 2025).
Mededeling van Staatssecretaris Rummenie (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en
Natuur) (ontvangen 5 juni 2025).
Vraag 1
Hoe definieert u verslechtering van de kwaliteit van Natura 2000-habitats in de zin
van artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn?
Vraag 2
Is de veronderstelling juist dat het bij de beoordeling of al dan niet sprake is van
verslechtering in de zin van de Habitatrichtlijn gaat om de aspecten vegetatietypen,
abiotische randvoorwaarden (zuurgraad, voedselrijkdom, zoutgehalte, vochttoestand,
overstromingstolerantie), typische soorten en de overige kenmerken van een goede structuur
en functie en om verslechtering ten opzichte van de referentiedatum, dan wel een na
die tijd verbeterde toestand?1
2
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de wijze waarop in natuurdoelanalyses de ontwikkeling van de kwaliteit
van habitats en soorten wordt beoordeeld en vastgelegd, in het licht van artikel 6,
tweede lid, van de Habitatrichtlijn?
Vraag 4
Wordt in natuurdoelanalyses het begrip verslechtering toegepast op de wijze waarop
de Europese Commissie dat doet, te weten dat «er is sprake van verslechtering van
een habitat... wanneer de door het habitattype... bestreken oppervlakte in dit gebied
kleiner wordt, of wanneer de specifieke functies die nodig zijn voor de instandhouding
op lange termijn van deze habitat... beperkter worden dan hun oorspronkelijke of herstelde
staat»)?3
Vraag 5
Is de veronderstelling juist dat de enkelvoudige vaststelling dat sprake is van bijvoorbeeld
vergrassing van de heide of de aanwezigheid van stikstof minnende vegetaties in en
langs vennen nog geen verslechtering in de zin van de Habitatrichtlijn hoeft te betekenen?
Vraag 6
Hoe waardeert u het dat in veel natuurdoelanalyses geen inzicht wordt gegeven in de
ontwikkeling van de verschillende kwaliteitsaspecten ten opzichte van de referentiedatum,
zoals in de natuurdoelanalyse voor Kampina & Oisterwijkse Vennen? Acht u dit noodzakelijk?
Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat dit verandert?4
Vraag 7
Is het de bedoeling dat door het bevoegd gezag wordt gezorgd voor monitoring van onder
meer de zuurgraad en de voedselrijkdom in een Natura 2000-gebied?
Vraag 8
Hoe waardeert u het feit dat door de rechter wordt geconstateerd dat in (Brabantse)
natuurdoelanalyses en de adviezen van de Ecologische Autoriteit daarover geen afstand
wordt genomen van de kritische depositiewaarde als doelstelling en dat volgens de
rechter in de natuurdoelanalyses wordt aangegeven dat maatregelen zijn bedoeld om
de stikstofdepositie af te laten nemen tot onder de kritische depositiewaarde? Hoe
gaat u ervoor zorgen dat in natuurdoelanalyses de kritische depositiewaarden niet
langer als doelstelling worden gehanteerd?5
Vraag 9
Deelt u de mening dat, zolang in onder meer natuurdoelanalyses de wijze waarop stikstofdepositie
invloed heeft op kwetsbare habitats in enkele zinnen wordt afgedaan en nauwelijks
inzicht wordt gegeven in de ontwikkeling van de zuurgraad en voedselrijkdom sinds
de referentiedatum en de relatieve invloed van de actuele depositie hierop, het lastig
wordt om weg te blijven bij de huidige (worst case) aanname dat overschrijding van
de kritische depositiewaarde zorgt voor verslechtering in de zin van de Habitatrichtlijn
en om met reductiemaatregelen uit de stikstofimpasse te komen?
Vraag 10
Hoe gaat u zorgen voor adequate herziening van natuurdoelanalyses en adequate bodemanalyses
en hoe ziet u hierop toe?
Mededeling
De vragen van het lid Flach (SGP) over de beoordeling van verslechtering in Natura
2000 gebieden (ingezonden 13 mei 2025, kenmerk 2025Z09090) kunnen vanwege de benodigde afstemming met onder meer de provincie niet binnen de
gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden
op de vragen doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.