Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over de opkoop van campings en recreatieparken waardoor recreanten moeten wijken
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken over de opkoop van campings en recreatieparken waardoor recreanten moeten wijken (ingezonden 8 januari 2025).
Antwoord van Minister Beljaarts (Economische Zaken), mede namens de Minister van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 26 mei 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2024–2025, nr. 1169.
Vraag 1
Kent u het bericht «Vaste gasten camping De Meidoorn wacht aangezegd; ook in Sluis
wijken caravans en tenten voor chalets»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kent u het bericht «Staanplaatshouders Recreatiepark Westerkwartier in Niebert moeten
noodgedwongen weg. «Ik kom hier al 40 jaar»»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Is het u bekend dat ook camping Het Vossenhol te Ermelo, camping de Eenhoorn in Schardam
en camping Nieuwenhoven te Nieuwvliet zijn overgenomen en vaste recreanten weg moeten?3
4
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat vaste recreanten van tenminste vijf campings deze Kerstperiode
te horen hebben gekregen dat ze hun geliefde recreatieplek dreigen te verliezen? Herkent
u dat veel recreanten geïnvesteerd hebben en emotioneel verbonden zijn met hun camping
of recreatiepark? Wat wilt u voor deze recreanten doen?
Antwoord 4
Ik kan mij goed voorstellen dat recreanten met een jaarplaats die al decennialang
of generaties lang op dezelfde camping of hetzelfde recreatiepark staan, de mogelijke
overname van «hun» camping of vakantiepark als zeer ingrijpend ervaren. Bij deze vijf
campings of recreatieparken zijn er verschillende aanleidingen voor de beoogde verandering.
Huurders van een vaste standplaats kunnen zich beroepen op het algemeen huurrecht
waarin de plichten van zowel de verhuurder als de huurder zijn geregeld. Voor bepaalde
bestaande situaties van permanente bewoning van recreatiewoningen, werkt de Minister
van VRO aan een instructieregel in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Een gemeente
moet daarmee in het omgevingsplan voorzien in het toestaan van bestaand gebruik van
een recreatiewoning voor permanente bewoning in bepaalde situaties en onder voorwaarden.
In hoeverre dat voor de recreanten in de genoemde vragen van toepassing zal zijn kan
ik niet beoordelen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de overnamegolf gestopt dient te worden en recreanten, natuur
en omgeving beter moeten worden beschermd? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Nee. Recreanten kunnen zich beroepen op het algemeen huurrecht en dit biedt voldoende
bescherming. Wanneer bij een herstructurering sprake is van aanpassingen die vallen
buiten de mogelijkheden die het geldende omgevingsplan biedt, zal een eigenaar/exploitant
van een camping of vakantiepark het gesprek met de gemeente moeten aangaan. Daaruit
kan volgen dat de gemeente bereid is om mee te werken aan de door de eigenaar/exploitant
gewenste herstructurering. Bij de planologische uitwerking van die herstructurering
is men verplicht om te onderzoeken wat de (milieu)effecten van de ontwikkeling zijn
voor de fysieke leefomgeving. Op grond van de Omgevingswet en de daarop gebaseerde
regelgeving moet voor een nieuwe ontwikkeling die niet past binnen het geldende planologische
kader namelijk sprake zijn van «een evenwichtige toedeling van functies aan locaties».
Daarmee is gewaarborgd dat een eventuele nieuwe eigenaar van een vakantiepark geen
ongewenste effecten voor omgeving en milieu kan veroorzaken, wanneer deze niet binnen
het geldende planologische kader passen.
Vraag 6
In Oktober 2023 werd er een initiatiefnota ingediend getiteld «Red de Camping» met
voorstellen om recreanten, natuur en omgeving beter te beschermen tegen de overnames
van campings door ketens, de Tweede Kamer steunde een motie om het kabinet te verzoeken
voor eind 2024 te reageren zodat de voorstellen in de Tweede Kamer besproken kunnen
worden, waarom heeft het kabinet nog steeds geen reactie gegeven op deze initiatiefnota?
Wanneer kunt u uw reactie geven zodat de nota door de Tweede Kamer besproken kan worden?
Antwoord 6
Zoals aangegeven ligt de problematiek op en rondom vakantieparken op verschillende,
met elkaar verweven thema’s, waarbij verschillende ministeries betrokken of verantwoordelijk
zijn. Er heeft derhalve zorgvuldige interdepartementale afstemming plaatsgevonden.
Een reactie op de initiatiefnota zal gelijktijdig met de beantwoording van deze Kamervragen
worden verzonden.
Vraag 7
Deelt u de mening dat er nu snel actie moet worden ondernomen tegen de opkoop van
campings en recreatieparken waardoor betaalbaar recreatieaanbod verdwijnt?
Antwoord 7
Nee. Voor een betaalbaar recreatieaanbod zijn economisch vitale vakantieparken cruciaal.
Er zijn ook vakantieparken of recreatieparken waar overnames kunnen leiden tot vitalisering.
Van de vele recreatieparken in Nederland zijn er immers ook die minder goed functioneren.
Met het economisch gezond houden van vakantieparken kan sociale problematiek of veiligheidsproblematiek
worden voorkomen.
Vraag 8
Herkent u dat de trend om campings en recreatieparken om te bouwen tot luxe(re) vakantieparken
een grote impact heeft op natuur en omgeving?
Antwoord 8
Nee. Het is wettelijk altijd verplicht om de langetermijneffecten van een ontwikkeling
te onderzoeken waarbij ook wordt gekeken naar wat de (milieu)effecten van de ontwikkeling
zijn voor de fysieke leefomgeving (zie ook het antwoord op vraag 5).
Vraag 9
Herkent u dat meerdere van de overgenomen campings, zoals de Meidoorn en het Vossenhol,
gelegen zijn bij Natura 2000-gebied? Erkent u dat de bouw van luxe vakantiehuisjes
niet past op deze plekken? Herkent u dat gemeenten en provincies niet altijd eenduidig
zijn in de handhaving van de wet- en regelgeving met betrekking tot Natura 2000-gebieden
wanneer er plannen zijn voor de bouw van vakantiewoningen?
Antwoord 9
Gemeenten hebben het beste zicht waar zich Natura 2000-gebieden bevinden en waar recreatie
in relatie tot andere functies kan plaatsvinden (binnen het wettelijke kader van de
Omgevingswet). Gemeenten kunnen dan ook het beste beoordelen of, en zo ja waar, luxe
vakantiehuisjes kunnen worden gebouwd. Indien een gemeente hiertoe een vergunning
verleent, dient zij de bouw aan bestaande regelgeving (bijvoorbeeld op het gebied
van stikstof) te toetsen. Gemeenten hebben tevens een wettelijke taak met betrekking
tot toezicht en handhaving, met daarbij een beginselplicht tot handhaving indien daarom
verzocht wordt.
Vraag 10
Deelt u de mening dat de ombouw van campings naar luxe parken vaak wordt voorgespiegeld
als economisch verstandige keuze maar dat onder andere de problemen bij private equity
Europarcs hebben laten zien dat dit niet het geval is?
Antwoord 10
Ik ga niet in op de situatie bij specifieke bedrijven, zoals Europarcs. In het algemeen
is het van belang dat vakantieparken de ruimte behouden om te blijven investeren in
de eigen voorzieningen en faciliteiten. Om een vakantiepark economisch vitaal en rendabel
te houden, kan het noodzakelijk zijn het bedrijfsmodel door te ontwikkelen.
Vraag 11
Wilt u in gesprek gaan met recreanten die hun vaste plek dreigen te verliezen om een
beter beeld te vormen van de problematiek en wat dit met mensen doet?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.