Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de leden Postma en Grinwis over het meerekenen van autonome vlootvernieuwing in de balanced approach-procedure
Vragen van de leden Postma (Nieuw Sociaal Contract) en Grinwis (ChristenUnie) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het meerekenen van autonome vlootvernieuwing in de «balanced approach»-procedure (ingezonden 16 april 2025).
Antwoord van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 19 mei 2025).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2133.
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat de autonome ontwikkeling is meegenomen in de referentiesituatie
binnen de afgeronde «balanced approach»-procedure?
Antwoord 1
Ja, de autonome ontwikkelingen tot november 2024 zijn meegenomen in de referentiesituatie
van de balanced approach-procedure.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat ook autonome vlootontwikkeling, dan wel autonome vlootvernieuwing,
hieronder valt en is meegenomen in dezelfde referentiesituatie?
Antwoord 2
Ja, autonome vlootontwikkelingen zijn onderdeel van de autonome ontwikkelingen die
zijn verwerkt in de referentiesituatie.
Vraag 3
Kunt u aangeven met hoeveel personen u wilt dat het aantal ernstig gehinderden in
totaal omlaag gaat.
Antwoord 3
Het geluidsdoel voor de eerste fase per november 2025 is –15% ernstig gehinderden
binnen de 48 dB(A) Lden contour en –15% aantal woningen binnen de 58 dB(A) Lden bovenop de autonome ontwikkelingen, ten opzichte van de referentiesituatie. Kijkend
naar het aantal ernstig gehinderden en woningen in de referentiesituatie, staat deze
–15% bovenop de autonome ontwikkeling gelijk aan ongeveer 20.150 minder ernstig gehinderden
en ongeveer 1250 minder woningen. Het genotificeerde maatregelenpakket behaalt het
aantal ernstig gehinderden ruim en het aantal woningen naar verwachting exact.
In de brief van 7 mei jl.1 aan de Kamer heeft het kabinet voor het resterende percentage een beleidswijziging
aangekondigd, waardoor de autonome ontwikkelingen wel kunnen bijdragen aan het behalen
van het restant van het geluidsdoel. Dit heeft een effect op de daling van het aantal
ernstig gehinderden en woningen. Hier zit ook een afhankelijkheid met de monitoring
van het daadwerkelijke effect van de maatregelen in de eerste fase. Hier wordt verder
op ingegaan in het plan van aanpak dat voor de zomer aan de Kamer wordt gestuurd.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat, wanneer deze autonome vlootvernieuwing niet was meegenomen
in de referentiesituatie, het geluidsprobleem aan de start van de procedure groter
was geweest?
Antwoord 4
Als de autonome (vloot)ontwikkelingen niet waren verwerkt in de referentiesituatie,
was de geluidsbelasting binnen die referentiesituatie hoger geweest en het geluidsprobleem
groter. Dat komt door het feit dat de autonome (vloot)ontwikkeling in het model zorgen
voor een verlaging van de geluidsbelasting. Het niet verwerken van die ontwikkelingen
in de referentiesituatie zou dus betekenen dat die verlaging van de geluidsbelasting
niet plaatsvindt. De geluidsbelasting, en het geluidsprobleem, in de referentiesituatie
was dan groter geweest.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat, wanneer autonome vlootvernieuwing niet was meegenomen, in de
referentiesituatie een hoger geluidsdoel vastgesteld had moeten worden?
Antwoord 5
Het geluidsdoel is vastgesteld ten opzichte van de referentiesituatie waarin de autonome
ontwikkelingen tot die referentiesituatie zijn verwerkt. Als die referentiesituatie
anders was geweest, met een hogere geluidsbelasting, zou om een zelfde reductie van
het aantal ernstig gehinderden te bereiken een hoger geluidsdoel noodzakelijk zijn.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat het geluidsdoel van 20% geluidshindervermindering op het etmaal
en 15% gedurende de nacht is vastgesteld boven op de autonome ontwikkelingen?
Antwoord 6
In het Actieplan omgevingslawaai Schiphol 2024–2029 is door het vorige kabinet het
geluidsdoel van –20% ernstig gehinderden binnen de 48 dB(A) Lden contour, –20% aantal woningen binnen de 58 dB(A) Lden contour, –15% slaapverstoorden in de 40 dB(A) Lnight contour en –15% aantal woningen binnen de 48 dB(A) Lnight contour vastgesteld ten opzichte van de referentiesituatie en bovenop de jaarlijkse
autonome ontwikkeling.
Met het genotificeerde maatregelenpakket wordt van de Lden doelen nu naar verwachting eerst –15% ingevuld conform de uitgangspunten in het actieplan.
In de brief van 7 mei jl. aan de Kamer heeft het kabinet voor het resterende percentage
een beleidswijziging aangekondigd. Door deze beleidswijziging geldt dat het resterende
percentage niet meer bovenop de autonome ontwikkelingen komt, maar de autonome ontwikkelingen
een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van dit percentage.
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe hoog het geluidsdoel had moeten zijn als de autonome ontwikkelingen
niet waren meegerekend in de referentiesituatie?
Antwoord 7
Omdat de autonome ontwikkelingen geen onderdeel uitmaken van het geluidsdoel is die
berekening niet gemaakt.
Vraag 8
Bent u van mening dat het onwenselijk is om autonome vlootvernieuwing dubbel mee te
laten te tellen, zowel in de referentiesituatie als in het maatregelenpakket?
Antwoord 8
Het zou onwenselijk zijn om autonome vlootvernieuwing dubbel mee te laten tellen.
Met de huidige methode is dat ook niet het geval. In de referentiesituatie van 1 november
2024 zijn de autonome ontwikkelingen tot dat moment meegeteld. De maatregelen komen
daar bovenop, waarbij de autonome ontwikkeling na 1 november 2024 niet meetelt. Tussen
1 november 2024 en 1 november 2025 is er sprake van een correctie voor autonome ontwikkeling.
Daarom is er geen sprake van een dubbeltelling.
Vraag 9
Klopt het dat, wanneer de autonome vlootvernieuwing meegerekend wordt in het maatregelenpakket
om de resterende 5% in te vullen, deze dubbel meegeteld wordt, namelijk in zowel in
de referentiesituatie als in het maatregelenpakket? Zo nee, kunt u uitleggen waarom
dat niet het geval is?
Antwoord 9
Voor de resterende 5% wordt een beleidswijziging doorgevoerd waardoor de autonome
ontwikkelingen wel kunnen bijdragen aan het behalen van het restant van het geluidsdoel.
Dit vraagt om een wijziging van het geluidsdoel zoals het nu is vastgesteld in het
Actieplan omgevingslawaai Schihol 2024–2029. Deze aanpassing zal worden doorgevoerd,
zodat autonome ontwikkelingen die na november 2025 plaatsvinden kunnen bijdragen aan
het restant van het geluidsdoel. Na deze aanpassing is er ook hier geen sprake van
een dubbeltelling.
Vraag 10
Bent u bereid een nieuwe referentiesituatie vast te stellen, indien u besluit autonome
vlootvernieuwing alsnog mee te nemen bij het invullen van de resterende 5% geluidsreductieopgave?
Antwoord 10
Als gevolg van de beleidswijziging zoals aangekondigd door het kabinet in de brief
van 7 mei jl. aan de Kamer zal een wijziging plaatsvinden van het Actieplan omgevingslawaai
Schiphol 2024–2029. In het actieplan is het geluidsdoel namelijk vastgelegd en dat
moet aangepast worden. Hoe er als gevolg van deze beleidswijziging wordt omgegaan
met de referentiesituatie zal onderdeel zijn van die wijziging.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.