Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van het lid Erkens c.s. ter vervanging van nr. 17 over het aanpassen van de aanwijzingstermijn onder het overgangsrecht naar standaard 40 jaar
36 576 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 21
AMENDEMENT VAN HET LID ERKENS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 171
Ontvangen 16 mei 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 2.5, eerste lid, wordt «minimaal 20 en maximaal 30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
II
In artikel 2.7, eerste lid, wordt «minimaal 20 en maximaal 30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
III
In artikel 2.8, zevende lid, onder b, subonderdeel 3°, wordt «30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
IV
In artikel 3.1, eerste lid, wordt «minimaal 20 en maximaal 30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
V
In artikel 4.2, eerste lid, wordt «minimaal 20 en maximaal 30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
VI
In artikel 5.1, eerste lid, wordt «minimaal 20 en maximaal 30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
VII
Artikel 12.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel c, wordt «30 jaar» vervangen door «40 jaar».
2. In het derde lid wordt «30 jaar» telkens vervangen door «40 jaar».
VIII
In artikel 12.12, tweede lid, wordt «30 jaar» vervangen door «40 jaar».
Toelichting
De indieners van dit amendement willen de aanwijzingstermijn onder het overgangsrecht
aanpassen naar standaard 40 jaar. Ook stelt dit amendement alle termijnen voor ontheffingen
op grond van het overgangsrecht van 30 jaar op 40 jaar. Op deze manier krijgen warmtebedrijven
voor bestaande netten op grond van het overgangsrecht een aanwijzing van 40 jaar.
Door de aanwijzingstermijn te verlengen naar in principe standaard 40 jaar wordt er
beter rekening gehouden met projecten die een aanloopperiode hebben die doorloopt
tot na het moment dat het wetsvoorstel in werking treedt. Op deze manier wordt er
voorkomen dat er onduidelijkheid ontstaat over de exploitatietermijn en terugverdientijd
van deze projecten, wat gevolgen zou kunnen hebben voor de tarieven van de nieuwe
aansluitingen. Met een overgangstermijn van 40 jaar krijgen bestaande warmtebedrijven
namelijk zekerheid dat investeringen die tot aan inwerkingtreding van het wetsvoorstel
worden gedaan binnen de geboden overgangstermijn kunnen worden terugverdiend. Daarnaast
biedt het verlengen van de aanwijzingstermijn naar 40 jaar meer stimulans voor private
warmtebedrijven om te blijven investeren in warmtekavels gedurende de ingroeiperiode.
Om te voorkomen dat er ongelijkheden ontstaan op de warmtemarkt hebben de indieners
ervoor gekozen om ook de aanwijzingstermijn voor warmtebedrijven met publiek meerderheidsbelang
en warmtegemeenschappen (artikel 2.5), andere warmtebedrijven (artikel 2.7) en warmtetransportbeheerders
te wijzigen naar 40 jaar, evenals de termijn voor ontheffingen voor kleine collectieve
warmtesystemen en VvE’s en verhuurders. Wel blijft de regeling met betrekking tot
een minimumtermijn van 14 jaar voor uitbreiding van een warmtekavel en voor een aanwijzing
voor bestaande warmtebedrijven in stand.
Erkens Bontenbal Grinwis Flach
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Silvio Erkens, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Henri Bontenbal, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
André Flach, Tweede Kamerlid