Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Meijeren over de herziene persrichtlijn van de Rechtspraak
Vragen van het lid Van Meijeren (FVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de herziene persrichtlijn van de Rechtspraak (ingezonden 1 april 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 mei
            2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2029.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de herziene persrichtlijn van de Rechtspraak die per 1 juni 2025
               van kracht wordt?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Hoe beoordeelt u de invoering van het accreditatiebeleid, op grond waarvan uitsluitend
               journalisten die door de Rechtspraak vooraf worden goedgekeurd nog gebruik mogen maken
               van de faciliteiten voor journalisten die de Rechtspraak biedt?
            
Antwoord 2
            
De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), de Internationale Federatie voor
               Journalisten (IFJ) en de Buitenlandse Persvereniging (BPV) beoordelen of iemand journalist
               is. Zij verstrekken een politieperskaart, een NVJ-perskaart of een internationale
               perskaart op basis van een aantal criteria. Door middel van de perskaart kan de journalist
               zich identificeren en toont de journalist betrouwbaar en verifieerbaar te zijn. Journalisten
               die in het bezit zijn van een dergelijke perskaart kunnen vervolgens een accreditatie
               voor persfaciliteiten bij de Rechtspraak krijgen, zoals inzage in zittingsinformatie,
               het maken van audio- en video opnames, met voorrang in de zittingszaal plaatsnemen
               op de persplaatsen en toegang tot de perskamer.
            
De Rechtspraak heeft mij laten weten dat met de invoering van het accreditatiebeleid
               is beoogd de privacy van procespartijen en procesdeelnemers én de veiligheid van togadragers
               beter te beschermen. Door het accreditatiebeleid kunnen immers alleen personen die
               volgens de beroepsgroep erkend zijn als journalist en werken volgens de (inter)nationale
               ethische codes van de journalistiek en onafhankelijke berichtgeving, gebruik maken
               van deze persfaciliteiten. Het blijft daarnaast voor iedereen mogelijk om rechtszaken
               als publiek bij te wonen op de publieke tribune onder naleving van de huisregels van
               een gerecht. Ik acht dit beleid proportioneel gezien het beoogde doel.
            
Vraag 3
            
Welk probleem wordt met de invoering van het accreditatiebeleid opgelost? Welke minder
               ingrijpende oplossingen voor dit vermeende probleem zijn overwogen?
            
Antwoord 3
            
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 4
            
Erkent u dat in een functionerende democratie de macht gecontroleerd moet worden door
               de media, in plaats van andersom? Hoe verhoudt zich dit tot de situatie waarin de
               rechterlijke macht zélf gaat bepalen door welke journalisten zij wel en niet gecontroleerd
               mag worden?
            
Antwoord 4
            
De pers vervult een belangrijke controlerende rol in het functioneren van de Rechtspraak.
               Openbaarheid van rechtspraak krijgt mede vorm door de pers die bij openbare zittingen
               aanwezig is en in diverse media verslag doet van de vele uiteenlopende grote en kleine
               rechtszaken. Berichtgeving in de media over rechtszaken stelt burgers en andere geïnteresseerden
               in staat zich een beeld te vormen over recht en rechtspraak in Nederland.
            
Zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven, beoordeelt niet de Rechtspraak, maar
               de NVJ en een tweetal buitenlandse persverenigingen of iemand journalist is en komen
               journalisten die in het bezit zijn van een politieperskaart, een NVJ-perskaart of
               een internationale perskaart in aanmerking voor accreditatie bij de Rechtspraak.
            
Vraag 5
            
Erkent u dat de openbaarheid van terechtzittingen, zoals verankerd in artikel 121
               van de Grondwet, mede vorm krijgt door de vrije toegang van journalisten? Zo nee,
               waarom niet? Zo ja, hoe verhoudt de invoering van het accreditatiebeleid zich tot
               dit democratische grondbeginsel?
            
Antwoord 5
            
Ja. Ik verwijs naar het antwoord op vraag 4. Verder kan iedereen die dat wil openbare
               rechtszaken als publiek volgen.
            
Vraag 6
            
Erkent u dat – indien feitelijk nog slechts journalisten die werken voor de gevestigde
               media als journalist worden erkend, en journalisten die werken voor de nieuwe media
               niet – de pluriformiteit van berichtgeving wordt ondermijnd? Hoe beoordeelt u dat?
            
Antwoord 6
            
Nee. Iedereen die in het bezit is van een politieperskaart, een NVJ-perskaart, een
               IFJ-perskaart, of een lidmaatschap van BPV komt in aanmerking voor accreditatie bij
               de Rechtspraak en daarmee voor de in vraag 2 genoemde persfaciliteiten. Daarnaast
               blijft het voor iedereen, dus ook voor personen zonder perskaart, mogelijk om openbare
               rechtszaken als publiek bij te wonen en te volgen. De Rechtspraak deelt hiervoor voorafgaand
               de zittingsroosters.
            
Vraag 7
            
Erkent u de meerwaarde van burgerjournalistiek in een vrije samenleving? Zo nee, waarom
               niet? Zo ja, hoe beoordeelt u dat burgerjournalisten conform de nieuwe persrichtlijn
               geen toegang meer krijgen tot specifieke informatie over rechtszaken, geen beeld-
               of geluidsopnamen meer mogen maken en geen gebruik meer mogen maken van andere faciliteiten
               voor journalisten?
            
Antwoord 7
            
Het belang van de vrijheid van meningsuiting, dat ook de persvrijheid omvat, is evident
               en wordt zowel nationaal als internationaal beschermd in wet en regelgeving zoals
               artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van
               de Mens (EVRM). Ik onderschrijf het belang van objectieve verslaggeving die berust
               op een voldoende feitelijke basis, vanuit verschillende invalshoeken. Daarnaast sta
               ik voor de veiligheid van togadragers en de privacy van procespartijen en procesdeelnemers.
               Met het oog op die privacy en veiligheid heeft de rechtspraak met de herziene persrichtlijn
               de keuze gemaakt om de groep van journalisten die in aanmerking komt voor de in het
               antwoord op vraag 2 genoemde persfaciliteiten te beperken tot journalisten met een
               politieperskaart, een NVJ-perskaart of een internationale perskaart. Deze accreditatie
               borgt volgens de Rechtspraak dat deze journalisten werken volgens de (inter)nationale
               ethische codes van de journalistiek en onafhankelijke berichtgeving, als gevolg waarvan
               de privacy van procespartijen en procesdeelnemers én de veiligheid van togadragers
               beter kan worden gegarandeerd. Ook burgerjournalisten kunnen in aanmerking komen voor
               een perskaart en daarmee accreditatie bij de Rechtspraak als zij voldoen aan de voorwaarden
               die de beroepsgroep stelt aan het zijn van journalist en zij de ethische journalistieke
               codes onderschrijven. Daarnaast blijft het voor hen mogelijk om rechtszaken als publiek
               bij te wonen op de publieke tribune onder naleving van de huisregels van een gerecht.
            
Vraag 8
            
Kunt u toelichten waarom uitsluitend journalisten die beschikken over een perskaart
               van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ), een perskaart van de Internationale
               Federatie voor Journalisten, een politie-perskaart of een lidmaatschap van de Buitenlandse
               Persvereniging (BPV) toegang krijgen tot de faciliteiten van de Rechtspraak?
            
Antwoord 8
            
Ik verwijs naar het antwoord op vraag 2 en 3.
Vraag 9
            
Waarom worden journalisten die beschikken over een perskaart van de Vereniging voor
               Vrije Journalisten (VVJ) niet geaccrediteerd door de Rechtspraak?
            
Antwoord 9
            
Ik heb van de Raad voor de rechtspraak vernomen dat de Rechtspraak van de VVJ pas
               onlangs een verzoek tot accreditering heeft ontvangen.
            
Vraag 10
            
Bent u het ermee eens dat deze maatregel de onafhankelijke journalistiek beperkt en
               daarmee de controlerende functie van de pers ondermijnt? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 10
            
Nee. Ik verwijs naar het antwoord op vraag 2, 6 en 7.
Vraag 11
            
Acht u het passend dat in een tijd waarin het publieke vertrouwen in instituties onder
               druk staat, juist de rechterlijke macht maatregelen treft die de transparantie richting
               het publiek verder inperken?
            
Antwoord 11
            
Van dergelijke maatregelen is geen sprake.
Vraag 12
            
Bent u bereid er zorg voor te dragen, dan wel zich ervoor in te spannen, dat de invoering
               van het accreditatiebeleid wordt teruggedraaid? Zo nee, bent u dan ten minste bereid
               er zorg voor te dragen, dan wel zich ervoor in te spannen, dat de Rechtspraak ook
               personen die beschikken over een perskaart van de VVJ accrediteert? Zo nee, waarom
               niet?
            
Antwoord 12
            
Nee, ik verwijs daarvoor naar het antwoord op vraag 2, 3, 6 en 7.
Zoals in het antwoord op vraag 9 is verwoord, heeft de Rechtspraak onlangs een verzoek
               van de VVJ ontvangen en is hierover nog geen besluit genomen. Bovendien kunnen leden
               van de VVJ een politieperskaart aanvragen als zij voldoen aan de voorwaarden.
            
Vraag 13
            
Erkent u dat artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
               niet alleen het recht om meningen te uiten, maar ook het recht om informatie te vergaren
               en te ontvangen beschermt? Hoe verhoudt de beslissing om alleen bepaalde journalisten
               exclusieve toegang te geven tot bepaalde informatie en overige faciliteiten zich tot
               dit recht?
            
Antwoord 13
            
Ja. De bescherming die artikel 10 EVRM biedt, is breed. Ze omvat de vrijheid om een
               mening te koesteren en inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken,
               zonder inmenging van het openbaar gezag.2
Artikel 10 EVRM staat niet in de weg aan het accreditatiebeleid van de Rechtspraak
               onder de herziene richtlijn. Zoals hiervoor is verwoord, komt iedereen die in het
               bezit is van een politieperskaart, een NVJ-perskaart, een IFJ-perskaart, of een lidmaatschap
               van BPV in aanmerking voor accreditatie bij de Rechtspraak. Bovendien is het mogelijk
               om rechtszaken als publiek bij te wonen op de publieke tribune onder naleving van
               de huisregels van een gerecht.
            
Vraag 14
            
Bent u bekend met de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
               (EHRM), waaruit onder meer volgt dat journalisten recht hebben op toegang tot informatie
               van publiek belang, dat beperkingen hieraan uitsluitend zijn geoorloofd indien ze
               volgen uit een wettelijk voorschrift, een legitiem doel dienen en noodzakelijk zijn
               in een democratische samenleving, en dat het Hof geen onderscheid maakt tussen professionele
               en niet-professionele media (maar dat de functie als «public watchdog» centraal staat)?3 Hoe verhoudt de herziene persrichtlijn zich tot deze jurisprudentie?
            
Antwoord 14
            
Ja. Journalisten spelen een belangrijke rol als onafhankelijke bron van informatie
               en als waakhond. Zij moeten hun werk onafhankelijk en in vrijheid kunnen uitoefenen.
               Toegang tot informatie van publiek belang is daarbij evident. De herziene richtlijn
               staat persvrijheid niet in de weg.
            
Met de nieuwe persrichtlijn wil de Rechtspraak de informatievoorziening aan journalisten
               uniformeren en de openbaarheid van de rechtspraak vergroten. Het accreditatiebeleid
               maakt duidelijk wie in aanmerking kunnen komen voor de in het antwoord op vraag 2
               genoemde persfaciliteiten bij de Rechtspraak. Door de beroepsgroep erkende journalisten
               werken volgens de (inter)nationale ethische codes van de journalistiek en verzorgen
               onafhankelijke berichtgeving. Met het accrediteren van alleen die journalisten kan
               de Rechtspraak de privacy van procespartijen en procesdeelnemers en ook de veiligheid
               van togadragers beter beschermen. De nieuwe persrichtlijn dient mede ter verheldering
               van de regels om «willekeurige beperkingen» (Társaság a Szabadságjogokért v. Hungary, §27, EHRM 14 april 2009) tegen te gaan.
            
Vraag 15
            
Wilt u deze vragen afzonderlijk en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord 15
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
