Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kostic over de gevolgen van het niet naleven van Europese milieu- en natuurwetgeving
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Mministers van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en van Infrastructuur en Waterstaat over de gevolgen van het niet naleven van Europese milieu- en natuurwetgeving (ingezonden 15 april 2025).
Antwoord van Minister Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur), mede
namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 12 mei 2025)
Vraag 1
Over welke (juridische) middelen, behalve de inbreukprocedure (artikel 258 Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)), beschikt de Europese Unie (EU)
om Nederland te dwingen om aan milieu- en natuurwetgeving te voldoen?
Antwoord 1
De Europese Commissie (hierna: Commissie) kan inderdaad een inbreukprocedure starten
en daarin het standpunt innemen dat Nederland niet voldoet aan Europese regelgeving.
In theorie zou de Commissie Nederland kunnen korten op Europese middelen, als Nederland
niet aan zijn Europese verplichtingen voldoet. Zo’n korting zou bijvoorbeeld kunnen
neerslaan op de middelen voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) (zie hiervoor
ook: Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 1567).
Vraag 2
Zijn inbreukprocedures en/of andere middelen besproken met het directoraat-generaal
voor het milieu (Directorate-General for the Environment) (DG-ENV), al dan niet in
het gesprek met Jessika Roswall? Zo ja, wat is dan besproken?
Antwoord 2
Omdat veel, zo niet alle, dossiers op het gebied van landbouw, visserij, voedselzekerheid
en natuur een Europese component hebben, vinden er ambtelijk en bestuurlijk met enige
regelmaat gesprekken plaats met de Commissie. In deze gesprekken wordt Europees en
nationaal beleid op verschillende dossiers besproken en toegelicht. Dergelijke gesprekken
zijn onderdeel van het ambtelijk beleidsvormingsproces en vertrouwelijk van aard.
In de gesprekken die de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij en Natuur, de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat en ik hebben gevoerd met Commissaris Roswall, hebben
we van gedachten gewisseld over de uitdagingen waarvoor wij op onze beleidsterreinen
staan, zoals de aanpak van de stikstofproblematiek en het mestvraagstuk, alsook andere
dossiers waarvoor de Commissaris verantwoordelijk is, zoals circulaire economie. De
insteek van Commissaris Roswall in deze gesprekken sloot aan bij wat zij met uw Kamer
heeft gewisseld tijdens het door u georganiseerde gesprek van 10 april jl. Voor de
gesprekken tussen mij en mijn collega’s met de Commissaris geldt ook dat ze in vertrouwelijke
setting plaatsvonden. Om nu en in de toekomst met de Commissie open van gedachten
te kunnen wisselen over verschillende vraagstukken en mogelijke oplossingsrichtingen,
is vertrouwelijkheid van groot belang. Daarom kan ik niet nader ingaan op de precieze
inhoud van de gesprekken.
Vraag 3
Welke signalen krijgt u van andere EU-lidstaten over zorgen dat Nederland het level
playing field ondermijnt door het niet (goed) naleven van milieu- en natuurwetgeving,
zoals bijvoorbeeld de Nitraatrichtlijn, Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn, Kaderrichtlijn
Water? Welke signalen daarover krijgt u van de Eurocommissarissen en/of ambtenaren?
Antwoord 3
In gesprekken met andere lidstaten en de Commissie is naleving van milieu- en natuurwetgeving
één van de gespreksonderwerpen. Het onderwerp level playing field in relatie tot deze wetgeving staat daarbij niet op de voorgrond.
Vraag 4
Is het loyaliteitsbeginsel (artikel 4 lid 3 Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU))
in welke vorm dan ook ter sprake gekomen tijdens gesprekken met DG-ENV, Eurocommissaris
Roswall of andere EU-lidstaten? Zo ja, wanneer en op welke manier?
Antwoord 4
Zoals hiervoor in het antwoord op vraag 2 aangegeven, zijn gesprekken met de Commissie
vertrouwelijk. Daarom kan ik niet nader ingaan op wat er met Commissaris Roswall is
besproken.
Vraag 5
Kunt u de bovenstaande vragen zo snel mogelijk en één voor één beantwoorden?
Antwoord 5
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede namens
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.