Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de stand van zaken moties en toezeggingen bevolkingsonderzoeken naar kanker 2025 (Kamerstuk 32793-814)
2025D19606 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Karremans) over de stand van zaken van verschillende
moties en toezeggingen over de bevolkingsonderzoeken naar kanker 20251.
De voorzitter van de commissie,
Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie,
Heller
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
II. Reactie van de Staatssecretaris
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
De leden van de PVV-fractie delen de mening van de staatsecretaris dat de dalende
deelnametrend aan bevolkingsonderzoeken een zorgelijke ontwikkeling is. Genoemde leden
kijken dan ook uit naar de evaluatie van de pilots in het kader van het verhogen van
het bereik van bevolkingsonderzoeken welke het RIVM samen met BVO NL sinds 2023 uitvoert.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Stand van
zaken moties en toezeggingen bevolkingsonderzoeken naar kanker 2025» en hebben nog
enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie delen de zorgen van de Staatssecretaris over
de dalende deelnametrend van bevolkingsonderzoeken. Genoemde leden lezen dat mensen
met bepaalde demografische kenmerken vaker niet deelnemen, zoals mensen met een migratieachtergrond,
mensen met een lage sociaaleconomische status of mensen die wonen in een gebied met
hoge bevolkingsdichtheid, alleenstaanden, mensen met een laag inkomen, een laag onderwijsniveau
en de jongste leeftijdsgroepen. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het
zorgelijk dat verschillen in deelname langs deze lijnen lopen. Daarbovenop heeft onderzoek
van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) laten zien dat de overlevingskans
van kanker voor lagere inkomensgroepen lager is dan voor hogere inkomensgroepen.2 Gezien deze feiten is een speciale uitnodigingsstrategie en het toegankelijker maken
van de bevolkingsonderzoeken noodzakelijk. Het is goed dat er enkele pilots zijn gestart
om de toegankelijkheid te bevorderen. Kan de Staatssecretaris nader toelichten hoe
de pilot wijkgerichte aanpak heeft bijgedragen aan het toegankelijker maken van bevolkingsonderzoeken?
Deze leden maken zich zorgen dat door het gebrek aan structurele financiering op preventie
succesvolle pilots niet worden voortgezet. Kan de Staatssecretaris toezeggen succesvolle
pilots die bijdragen aan bevolkingsonderzoeken voort te zetten? Het kabinet spreekt
ambities uit op het gebied van het tegengaan van sociaaleconomische gezondheidsverschillen,
maar noemt geen concrete doelen. Kan de Staatssecretaris concrete doelen stellen voor
het deelnamepercentage van verschillende bevolkingsonderzoeken in het algemeen en
ook specifiek voor mensen met een lage sociaaleconomische status? De geactualiseerde
Nederlandse Kankeratlas laat opnieuw zien dat het vóórkomen van kanker sterk varieert
per regio.3 Kan de Staatssecretaris toelichten hoe hij er specifiek ervoor zorgt dat de toegankelijkheid
van bevolkingsonderzoeken in regio’s met een lage opkomst bevordert?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat er tijdens het gesprek met de veldpartijen
over bevolkingsonderzoek borstkanker voor vrouwen met zeer dicht borstweefsel, unaniem
besloten is om het RIVM een uitvoeringstoets te laten doen hoe een aanvullend MRI-aanbod
zou kunnen worden gerealiseerd. Hierin staan ook verscheidene bedragen genoemd voor
de implementatie. Kan de Staatssecretaris alvast toezeggen op zoek te gaan naar financiële
dekking zodat de implementatie van een van de scenario’s niet hier op stukloopt? Verder
lezen genoemde leden dat in Oostenrijk borstdensiteit gemeten wordt in de screening
en dat Oostenrijk het enige land is met een gestructureerd ingericht vervolgaanbod
voor vrouwen met zeer dicht borstweefsel. Zij krijgen namelijk een aanvullende echo
aangeboden. Kan de Staatssecretaris nader toelichten wat de positieve effecten zijn
van dit Oostenrijkse beleid voor zowel de opsporing als de overlevingskansen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat steeds meer vrouwen deelnemen aan
het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Tevens lezen zij dat de afnametest hier
aan bijdraagt. Waarom krijgen niet alle leeftijdsgroepen deze afnametest? Wat zijn
hierin de ambities van de Staatssecretaris?
Tot slot hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie nog enkele vragen betreft
het bevolkingsonderzoek darmkanker. Zijn de gezondheidseffecten van eenmalig onderzoek
op vijftigjarige leeftijd bekend, ook ten opzichte structurele screening om het jaar
vanaf vijftig jaar? Kan het contrast tussen structurele screening vanaf vijftig jaar
ook mee worden genomen in de uitvoeringstoets van het RIVM?
De Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen (NVMDL) gaf eerder aan bezorgd
te zijn dat dit eenmalige onderzoek onder vijftigjarigen wellicht het idee bij burgers
creëert dat een eenmalige screening voldoende is in plaats van structurele. Hoe kijkt
de Staatssecretaris hier tegenaan? Gaat de Staatssecretaris stappen nemen om dit te
voorkomen? In plaats van een eenmalig proefbevolkingsonderzoek onder vijftigjarigen
is een ander optie om mensen vanaf 53 jaar een uitnodiging geven voor structurele
screening. Dan wordt het hierboven beschreven probleem ook voorkomen. Hoe kijkt de
Staatssecretaris tegen dit voorstel aan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief met daarin de stand
van zaken moties en toezeggingen bevolkingsonderzoeken naar kanker 2025. Deze leden
zijn overtuigd van de meerwaarde van bevolkingsonderzoeken. De dalende deelnamegraad
baart hen zorgen. Zij hebben daarom enkele vragen.
Met betrekking tot vrouwen met dicht borstweefsel, blijven de leden van de VVD-fractie
aangeven dat ze het liefst zien dat alle vrouwen complete informatie krijgen na een
mammografie. Zij kijken uit naar de resultaten van de uitvoeringstoets en zijn blij
dat de Staatssecretaris werkt aan het koppelen van vervolgaanbod aan informatievoorziening.
De leden van de VVD-fractie vinden de relatief hoge deelnametrouw positief, maar zien
dat vooral de eerste keer deelnemen een drempel vormt. In de ontwikkelagenda lezen
genoemde leden dat er vanaf 2026 een hulpmiddel wordt meegestuurd voor fecesopvang
bij het darmkankeronderzoek. Hoe verhoudt dit zich tot wat eruit het gedragsonderzoek
naar voren komt, namelijk dat opzien tegen een mogelijk vervolgonderzoek een reden
is om niet deel te nemen?
Verder vragen de leden van de VVD-fractie naar een tijdspad met betrekking tot het
proefbevolkingsonderzoek naar de verlaging van de startleeftijd naar vijftig jaar.
Uit recent onderzoek4 blijkt dat de HPV-vaccinatie effectief is en dat het grootste deel van de jonge vrouwen
met baarmoederhalskanker niet gevaccineerd is. Wat zijn de verwachtingen over de HPV-vaccinatie
op het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, vragen de leden van de VVD-fractie.
Tot slot merken de leden van de VVD-fractie op dat de tijd tussen een positieve HPV-test
en een controle-uitstrijkje recent is gewijzigd van zes maanden naar twaalf maanden5. Is de Staatssecretaris bekend met signalen dat vrouwen die voor de wijziging een
positieve uitslag hadden, nog het oude advies hebben meegekregen en bij het maken
van een afspraak na zes maanden te horen krijgen dat ze zelf moeten betalen omdat
ze geen uitnodigingsbrief/stickers hebben gekregen? Op welke manier is deze wijziging
gecommuniceerd richting vrouwen die voor de wijziging een positieve uitslag kregen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Stand van zaken moties
en toezeggingen bevolkingsonderzoeken naar kanker 2025». Deze leden hebben nog enkele
vragen en opmerkingen.
De leden van de NSC-fractie lezen in de brief dat deelname aan bevolkingsonderzoeken
toeneemt wanneer dit in iemands omgeving de norm is. Tegelijkertijd wijzen deze leden
erop dat de Staatssecretaris als uitgangspunt hanteert dat deelname vrijwillig en
weloverwogen moet blijven. Hoewel deze leden kennis hebben genomen van de lopende
pilots, missen zij een heldere langetermijnvisie. Kan de Staatssecretaris concreet
toelichten hoe hij, naast de huidige pilots, deelname in de toekomst tot een vanzelfsprekende
en toegankelijke keuze wil maken? Daarnaast achten deze leden het van groot belang
dat de toegang tot screeninglocaties niet mag afhangen van de plek waar iemand is
geboren of woont. Welke initiatieven onderneemt de Staatssecretaris om regionale verschillen
in toegang en deelname te verkleinen?
De leden van de NSC-fractie merken op dat bevolkingsonderzoeken waardevol zijn, maar
ook inherente beperkingen kennen. Deze leden wijzen op het risico van zogenoemde intervalkankers
bij langere tussenpozen tussen uitnodigingen, het voorkomen van vals-positieve en
vals-negatieve uitslagen, en het feit dat een uitnodiging altijd een momentopname
blijft. In hoeverre acht de Staatssecretaris deze risico’s van invloed op het vertrouwen
van burgers in de screeningsprogramma’s, met name wanneer iemand na een recente «goede»
uitslag toch kanker ontwikkelt? Is bekend welk percentage van de uitslagen vals-positief
of vals-negatief is, en overweegt de Staatssecretaris om hierover structureel transparanter
te communiceren richting het publiek?
De leden van de NSC-fractie hebben op 16 april 2025 kennisgenomen van het artikel
Doorgeslagen speurdrang naar ziekte is een verdienmodel, waarin de Raad voor Volksgezondheid
en Samenleving (RvS) reflecteert op onder andere bevolkingsonderzoeken en de zogenaamde
«diagnose-expansie». Deze leden onderschrijven de visie van de RvS dat de focus zou
moeten liggen op ziektepreventie, bijvoorbeeld door middel van wettelijke maatregelen
op het gebied van voeding en roken. Zij zijn van mening dat de snelle toename van
medische testen en diagnoses ertoe kan leiden dat veel mensen onterecht als patiënt
worden aangemerkt, wat de zorg onnodig belast en de toegankelijkheid voor mensen met
echte gezondheidsproblemen vermindert. Volgens hoogleraar Leeflang is er een betere
balans nodig en zou bij de implementatie van elke vorm van diagnostiek de vraag centraal
moet staan of het daadwerkelijk zinvol is om te weten. Is de Staatssecretaris het
eens met deze benadering? En zo ja, hoe beoordeelt hij het afwegen van de effectiviteit
van controles, de mogelijke nadelen ervan en de verhouding tot de voordelen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Met interesse hebben de leden van de fractie van D66 kennisgenomen van de brief van
de Staatssecretaris. Daartoe hebben deze leden verdere vragen.
De leden van de D66-fractie hebben eerder het belang van een toegankelijk bevolkingsonderzoek
benadrukt voor vrouwen met zeer dicht borstklierweefsel. Daartoe is ook motie Paulusma
c.s.6 met unanieme stemmen aangenomen. Deze leden vragen of de Staatssecretaris kan toelichten
of er middelen zijn vrijgemaakt om te starten met het bevolkingsonderzoek voor vrouwen
met zeer dicht borstklierweefsel middels een MRI-scan. Zo ja, waar in de voorjaarsnota
kunnen deze leden deze middelen terugvinden? Zo nee, waarom zijn die middelen niet
vrijgemaakt en kan de Staatssecretaris aangeven wanneer dat wel gebeurt? Voorts vragen
deze leden of de Staatssecretaris een tijdspad kan aangeven van heden tot aan de uitvoering
om de aanvullende MRI-scan voor vrouwen met zeer dicht borstklierweefsel toegankelijk
te maken.
In de brief bespreekt de Staatssecretaris ook de ontwikkelingen met betrekking tot
bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De leden van de D66-fractie zijn blij met
de geringe stijging van de deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
door de inzet van de zelfafnameset, mogelijk gemaakt door het amendement van het lid
Paulusma7. Echter benoemt de Staatssecretaris ook dat ongeveer twintig procent van de deelnemers
met een positieve HPV-uitslag met de zelfafnameset niet of niet tijdig een uitstrijkje
bij de huisarts laten maken, terwijl dit een belangrijke vervolgstap is. De leden
van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris of er al concrete plannen ontwikkeld
zijn om het percentage dat deze belangrijke vervolgstap niet neemt, te verlagen. Voorts
vragen deze leden op welke wijze en binnen welk tijdspad deze plannen uitgevoerd zullen
worden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Zij hebben de volgende vragen aan de Staatssecretaris.
Genoemde leden zien dat steeds minder mensen meedoen aan bevolkingsonderzoeken. Een
mogelijke verklaring is dat de wensen en verwachtingen van mensen veranderen. De traditionele
manier van onderzoeken sluit daar niet altijd meer goed op aan. Deze leden vinden
daarom dat nieuwe technieken een oplossing kunnen bieden. Zelfafnamesets en slimme
testen kunnen het makkelijker maken om mee te doen en ziektes eerder op te sporen.
Dat is goed voor de gezondheid van mensen en helpt om de zorg beter en betaalbaar
te houden. Hoe ziet de Staatssecretaris de rol van nieuwe technieken zoals zelfafnamesets,
bijvoorbeeld bij het onderzoek naar baarmoederhalskanker, om de deelname te verhogen?
Is hij bereid deze breder in te zetten, gezien het eerste positieve effect? Welke
stappen worden er nu al gezet om nieuwe technieken snel te gebruiken bij de bevolkingsonderzoeken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de stand van zaken
moties en toezeggingen bevolkingsonderzoeken naar kanker 2025. Zij hebben hier nog
enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie lezen dat er nu wordt ingezet op een uitvoeringstoets door
het RIVM om te bepalen hoe een MRI kan worden aangeboden aan vrouwen met dicht borstweefsel.
Zij vragen hoe snel deze scenario’s kunnen worden uitgevoerd op het moment dat er
vanuit het RIVM een uitvoerbaar scenario wordt aangedragen. Kan de Staatssecretaris
garanderen dat dit proces geen vertraging zal oplopen, doordat er nog geen financiering
beschikbaar is na de uitvoeringstoets?
II. Reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M. Heller, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.