Nota van wijziging : Nota van wijziging
36 725 M Wijziging van de begrotingsstaat van het Klimaatfonds voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 3
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 25 april 2025
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
De begrotingsstaat van het Klimaatfonds (M) voor het jaar 2025 komt te luiden:
Wijziging van de begrotingsstaat van het Klimaatfonds (M) voor het jaar 2025 (bedragen
x € 1.000)
Art.
Omschrijving
Vastgestelde begroting1
Mutaties 1e suppletoire begroting
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Beleidsartikelen
735.998
732.823
0
– 584.894
– 519.195
0
1
Kernenergie
0
0
0
750
750
0
2
CO2- vrije gascentrales
0
0
0
0
0
0
3
Energie-infrastructuur
40.000
40.000
0
– 11.024
– 11.024
0
4
Vroege fase opschaling
365.332
362.157
0
– 411.979
– 346.280
0
5
Verduurzaming Industrie en innovatie mkb
330.666
330.666
0
– 330.666
– 330.666
0
6
Verduurzaming Gebouwde omgeving
25.000
25.000
0
– 25.000
– 25.000
0
7
Onverdeeld
0
0
0
0
0
0
Subtotaal
757.823
0
– 543.995
0
Na-/Voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1)
0
0
0
0
Subtotaal
757.823
0
– 543.995
0
Na-/Voordelig eindsaldo (cumulatief) huidig jaar (t)
0
0
0
0
Totaal
757.823
0
– 543.995
0
X Noot
1
Incl. ISB's, NvW en amendementen
Toelichting
Algemeen
Met deze nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2025 wordt de begrotingsstaat
van het Klimaatfonds (M) gewijzigd.
In de Kamerbrief «Pakket voor een weerbaar energiesysteem en een toekomstbestendige
industrie» (d.d. 25 april 2025) en het ontwerpMeerjarenprogramma Klimaatfonds 2026
dat als bijlage bij deze Kamerbrief is verzonden worden enkele maatregelen aangekondigd,
waarvoor middelen uit het Klimaatfonds worden ingezet. Middels deze nota van wijziging
worden middelen vanuit het Klimaatfonds overgeheveld naar verschillende ministeries
ter uitvoering van deze maatregelen.
In deze nota van wijziging wordt een budgetmutatie voorgesteld met betrekking tot
het overhevelen van Klimaatfondsmiddelen naar andere vakdepartementen, inclusief terugboekingen
en generale afroming ivm verwerking aan de inkomstenkant.
Onderdeel A
Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen
De meerjarige doorwerking verplichtingen en uitgaven met betrekking tot de gewijzigde
beleidsartikelen 1,3,4,5,6 en 7 komen er als volgt uit te zien:
Tabel 3 Meerjarige doorwerking uitgaven en verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
2025
2026
2027
2028
2029
2030
1
Kernenergie
Stand vóór nota van wijziging
5.550
54.224
186.308
692.395
1.132.621
1.292.395
Overhevelingen KGG
– 4.800
– 34.600
– 2.200
– 1.400
– 200
– 200
Overhevelingen IenW
– 8.254
– 10.507
– 10.973
– 11.968
– 13.110
Stand na nota van wijziging
750
11.370
173.601
680.022
1.120.453
1.279.085
3
Energie-infrastructuur
Stand vóór nota van wijziging
36.853
383.983
938.148
406.514
387.870
84.473
Overhevelingen KGG
– 7.877
– 26.341
– 28.981
– 33.047
– 34.970
143.027
Overhevelingen IenW
– 4.000
– 4.000
– 8.000
– 9.000
– 10.000
Stand na nota van wijziging
28.976
353.642
905.167
365.467
343.900
217.500
4
Vroege fase opschaling
Stand vóór nota van wijziging
650
42.211
924.100
973.985
608.330
350.117
Overhevelingen KGG
– 150
7
– 17.566
– 17.996
– 3.669
3.100
Overhevelingen IenW
15.877
28.720
15.104
– 6.645
– 3.645
749
Overheveling VRO
– 6.305
– 5.712
Overheveling LVVN
– 500
– 9.500
– 4.000
– 4.000
Generale Afroming
– 100.000
– 71.000
Stand na nota van wijziging
15.877
61.438
811.333
868.632
601.016
353.966
5
Verduurzaming industrie en innovatie mkb
Stand vóór nota van wijziging
170.575
598.784
719.934
355.884
359.449
125.008
Overhevelingen KGG
– 170.275
– 79.925
– 218.050
859
– 29.175
– 30.425
Overhevelingen IenW
– 300
– 532
– 532
– 532
– 498
– 399
Stand na nota van wijziging
0
518.327
501.352
356.211
329.776
94.184
6
Verduurzaming gebouwde omgeving
Stand vóór nota van wijziging
200
106.016
473.000
475.500
332.100
230.500
Overhevelingen KGG
– 349.000
– 337.500
– 275.100
– 200.500
Overheveling VRO
– 200
– 30.000
– 55.000
– 138.000
– 57.000
– 30.000
Stand na nota van wijziging
0
76.016
69.000
0
0
0
7
Onverdeeld
Stand vóór nota van wijziging
0
0
51.000
99.000
0
0
Generale afroming
– 51.000
– 99.000
Stand na nota van wijziging
0
0
0
0
0
0
Totaal
Klimaatfonds
Stand vóór nota van wijziging
213.828
1.185.218
3.292.490
3.003.278
2.820.370
2.165.493
Mutaties Klimaatpakket 2025
– 168.225
– 164.425
– 832.037
– 732.946
– 425.225
– 137.758
Stand na nota van wijziging
213.828
1.185.218
3.292.490
3.003.278
2.820.370
2.165.493
Toelichting verplichtingen en uitgaven
Artikel 1 Kernenergie
Overhevelingen KGG
Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:
Nieuwbouw kerncentrales
Voor de nieuwbouw van vier kerncentrales zijn middelen opgevraagd voor financieel/juridisch
onderzoek/advisering, de m.e.r. en grondonderzoeken. Daarnaast zijn middelen opgevraagd
voor eventuele zekerstelling van grond, het selectieproces en het Rijk-Regiopakket.
Hiervoor zijn de bedragen echter nog onbekend en vertrouwelijk.
Verlenging financiering Nuclear Academy 2026–2030
Voor deze maatregel worden middelen gevraagd voor het verlengen van de financiering
van de Nuclear Acadamy voor de jaren 2026 t/m 2030. Via de Nuclear Acadamy wordt de
kennisinfrastructuur voor kernenergie opgebouwd en vergroot. Dat is nodig om de ambities
van het kabinet rondom kernenergie te verwezenlijken.
Projectorganisatie NEO NL
Voor de bouw van de gewenste vier kernreactoren is, naast inzet vanuit het Ministerie
van Klimaat en Groene Groei, ook een uitbreiding van de projectorganisatie NEO NL
benodigd. Deze projectorganisatie is benodigd om de rol van opdrachtgever (Ministerie
van Klimaat en Groene Groei) en opdrachtnemer (de projectorganisatie NEO NL) te scheiden.
De rol van opdrachtnemer dient los te staan van de politieke besluitvorming zodat
de opdrachtnemer slagvaardig besluiten kan nemen en zich inhoudelijk kan richten op
de voorbereiding van de aanbesteding van de nieuwe kerncentrales. Via deze maatregel
worden middelen gevraagd ter financiering van de benodigde uitbreiding van NEO NL.
Overhevelingen IenW
IenW en Nucleaire veiligheid en stralingsbescherming en RIVM
Dit voorstel bestaat uit vijf verschillende onderdelen. IenW vraagt middelen aan voor
beleidsfte’s, voor stelselonderzoek en -actualisatie en voor het onderzoeksprogramma
voor eindberging van radioactief afval. De ANVS en RIVM vragen middelen voor intensivering
van de dienst benodigd voor de bouw en exploitatie van vier kernreactoren.
Artikel 3 Energie-infrastructuur
Overhevelingen KGG
Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:
Expertpool energie-infrastructuur: vliegende brigade voor een snellere ruimtelijke
inpassing
Een van de hoofdkeuzes uit het Nationaal Plan Energiesysteem is om maximaal in te
zetten op aanbod van duurzame energie en energie-infrastructuur. Eén van de problemen
hierbij is dat decentrale overheden onvoldoende capaciteit en kennis hebben om de
nodige ruimtelijke ordeningsprocedures snel en zorgvuldig te doorlopen. Daarom is
er op dit moment ondersteuning voor decentrale overheden voor ruimtelijke ordeningsprocedures
voor energie-infrastructuur die van nationaal belang is. Dit gaat om kennis en capaciteit
van de Expertpool MIEK-PEH, die sinds 2023 operationeel is. Het voorstel betreft een
continuering en intensivering van een bestaande maatregel.
Projectaanpak netcongestie
Om netcongestie aan te pakken zet het kabinet in op sneller bouwen, naast beter benutten
en slimmer inzicht. Op basis hiervan zet het Ministerie van KGG in op een generieke
aanpak én een projectaanpak. Het kabinet wil voor in totaal 25 projecten met landelijke
dekking meer regie én aanvullende gebiedscompensatie om tot een aanvullende versnelling
(bovenop de generieke aanpak) te komen.
Wind op zee inpassingskosten huidige routekaart en Doordewind II (t/m 2030)
Er is aanvullende dekking nodig voor de inpassingskosten voor wind op zee en windpark
Doordewind II. Deze kosten zorgen voor ruimtelijke inpassing en doorgang van de ontwikkelingen
voor wind op zee.
Uitvoeringskosten provincies
Provincies en gemeenten dragen actief bij aan een zekere, betaalbare energievoorziening.
De berekening van de op de begroting van het Ministerie van KGG beschikbare uitvoeringsmiddelen
voor gemeenten en provincies is gebaseerd op het advies van de Raad voor het Openbaar
Bestuur van 25 januari 2021. De taken voor gemeenten en provincies op het gebied van
klimaat en energie zijn afgelopen jaren fors toegenomen. In een evaluatie in 2024
berekende de ROB een toename aan benodigde capaciteit van 45%. En met name bij provincies
zijn relatief veel nieuwe taken ontstaan op het gebied van het aanpakken van netcongestie,
opstellen van energievisies, afstemmen vraag en aanbod van energie, integraal programmeren
en opstellen provinciale Meerjaren Investeringsprogramma’s Energie en Klimaat. Deze
middelen dragen bij aan de uitvoering door provincies.
Normeren en stimuleren van slimme energie- intensieve apparaten
Met deze regeling worden de technische ontwikkeling door de markt gestimuleerd en
wordt van bewustzijn over flexibel elektriciteitsverbruik bij huishoudens vergroot.
Pakket noodmaatregelen netcongestie
Deze maatregelen zorgten voor versnelling die knelpunten wegnemen in de realisatie
van laag-, midden- en hoogspanningsprojecten.
Terugboeking Nationale subsidieregeling Warmtenetten
Er komt € 180 mln. terug vanuit de Nationale subsidieregeling warmtenetten er was
sprake van onderuitputting op deze maatregel.
Overhevelingen IenW
Elektrisch aangedreven Friese Waddenveren
De maatregel betreft een investeringssubsidie voor de realisatie van elektrische netaansluitingen
en elektrische laadinfrastructuur in de havens van de veerboten tussen de Friese Waddeneilanden
en het vaste land. Met deze aansluitingen kunnen de veerboten tussen de Friese Waddeneilanden
en het vasteland door de reders geëlektrificeerd worden, hetgeen leidt tot zero emissies.
Artikel 4 Vroege fase opschaling
Overhevelingen KGG
Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:
Stimuleringsprogramma innovatie en vroege opschaling koolstofverwijdering
De maatregel betreft het opzetten van een stimuleringsprogramma voor innovatieve koolstofverwijderingstechnieken,
zoals mariene CO2-opslag, biochar, biomaterialen, bioCCS, DACCS en mineralisatie.
Onderzoeksprogramma waterstof op zee
Verzoek om een klein gedeelte van de middelen gereserveerd voor «Demonstratieproject
offshore elektrolyse (ca. 500 MW) via tender windpark-op-zee (beoogde locatie: windenergiegebied
«Ten Noorden van de Waddeneilanden» kavel I)» in te zetten voor een nog te starten
«Onderzoeksprogramma voor waterstof op zee». Onderzoek was altijd onderdeel van het
fiche, maar gevraagd wordt om eerder te kunnen beschikken over dit gedeelte van de
gereserveerde middelen.
Meetstandaard waterstof
De realisatie van een primaire meetstandaard voor waterstof zodat waterstof die wordt
ingevoed in het transportnet en onttrokken wordt aan het transportnet eenduidig kan
worden gemeten. Dit is een randvoorwaarde voor het functioneren van de waterstofmarkt,
de ontwikkeling van een duurzame waterstofketen en ook voor het uitkeren van productiesubsidies.
Zonder deze meetstandaard is er onzekerheid over het meten van waterstofvolumes en
kunnen de andere investeringen in waterstof uit het Klimaatfonds hierdoor vertraging
oplopen.
Verbetering toezicht F-gassen
In 2024 zijn de Europese regels voor het gebruik van fluorhoudende gassen (F-gassen)
aangescherpt. Dit type gassen wordt gebruikt in onder andere warmtepompen en koelinstallaties
en hebben een sterk broeikaseffect. Er worden in dit voorstel middelen gevraagd om
extra toezicht en handhaving te kunnen doen op het gebruik van deze gassen omdat volgens
het voorstel de afname van gebruik staat of valt met toezicht en handhaving. De middelen
worden niet alleen gebruikt voor personele kosten maar ook voor bijvoorbeeld nieuwe
meetapparatuur en het opzetten van een databank van logboeken.
Normering en stimulering biobased bouwen
Deze maatregel is gericht op het stimuleren van het gebruik van biobased materialen
in de bouwsector en grond-, weg- en waterbouwsector door middel van een ketenbenadering.
Er wordt tegelijkertijd ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen
door middel van een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van
een verwerkende industrie door middel van een investeringssubsidie, het stimuleren
van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen
van vraag en aanbod.
Terugboeking fiche batterijverplichting zonneparken t.b.v. iDSR
Er heeft een terugboeking plaatsgevonden voor batterijverplichting zonneparken. Dit
bedraagt € 62,5 mln en is ontstaan door onderuitputitng.
Overhevelingen IenW
Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:
Opschaling nieuwe aandrijftechnologieen luchtvaart
De maatregel richt zich op het verstrekken van subsidies om opschaling van innovatieve
aandrijftechnologieën in de luchtvaart te ondersteunen, zoals batterij-elektrisch,
waterstof-elektrisch en waterstofverbrandingsmotoren. De maatregel sluit aan op het
advies van PBL om een plan te maken voor beleid omtrent ontwikkeling en commercialisatie
van waterstofvliegtuigen, bijvoorbeeld door middel van stimulerende maatregelen. Zowel
voor de toepassing van de nieuwe aandrijftechnieken als de daarbij behorende infrastructuur
op luchthavens. Deze technologieën hebben het potentieel om een aanzienlijke klimaateffect
(zowel CO2 alsook een niet-CO2 klimaateffect) te realiseren, vooral op korte en middellange afstanden. De maatregel
beoogt opschalingsbarrières weg te nemen en de marktpenetratie van duurzame vliegtuigtechnologie
te versnellen.
Uitvoeringskosten aanvullende maatregelen verduurzaming binnenvaart ETS 2
Naar aanleiding van de politieke besluitvorming bij Voorjaarsnota 2024 is 0,7 mln
overgeheveld voor personeelskosten naar I& W voor de verduurzaming van de binnenvaart
naar aanleiding van de opt-in ETS2 voor de binnenvaart.
Terugboeking plastichubs
Naar aanleiding van de politieke besluitvorming wordt € 70,2 mln. naar het fonds overgeheveld
en toegevoegd aan de bestaande reservering voor de maatregel Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics.
Overhevelingen VRO
Normering en stimulering biobased bouwen
Deze maatregel is gericht op het stimuleren van het gebruik van biobased materialen
in de bouwsector en grond-, weg- en waterbouwsector door middel van een ketenbenadering.
Er wordt tegelijkertijd ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen
door middel van een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van
een verwerkende industrie door middel van een investeringssubsidie, het stimuleren
van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen
van vraag en aanbod.
Overhevelingen LVVN
Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:
Subsidieregeling schone en emissieloze landbouwvoertuigen
Voor de verduurzaming van de landbouw, bijvoorbeeld van landbouwvoertuigen, naar aanleiding
van de opt-in ETS2 voor de landbouw. Het betreft een subsidieregeling voor de verduurzaming
van landbouwwerktuigen. Hierbij kunnen ondernemers een subsidie aanvraag doen voor
aanschaf of ombouw tot een duurzaam, toekomstbestendig landbouwwerktuig. De opties
waar deze regeling zich op richt zijn elektrificatie en gasmotoren geschikt voor biogas
of waterstof.
Normering en stimulering biobased bouwen
Deze maatregel is gericht op het stimuleren van het gebruik van biobased materialen
in de bouwsector en grond-, weg- en waterbouwsector door middel van een ketenbenadering.
Er wordt tegelijkertijd ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen
door middel van een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van
een verwerkende industrie door middel van een investeringssubsidie, het stimuleren
van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen
van vraag en aanbod.
Generale afroming
Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:
MRB
De gewichtscorrectie in de motorrijtuigenbelasting (MRB) zal voor de periode 2026
t/m 2028 worden verhoogd van 25% naar 30% zodat fossiele en elektrische personenauto’s
komende jaren gelijk worden belast. Voor de financiële derving die als gevolg van
deze maatregel ontstaat is dekking nodig.
Normering zakelijke lease per 2027
De leasemarkt wordt vanaf 2027 via loonbelasting gestimuleerd voor gebruik van elektrisch
vervoer voor zakelijk verkeer. Voor de financiële derving die als gevolg van de normering
leasemarkt ontstaat is dekking nodig.
Artikel 5 Verduurzaming industrie en innovatie mkb
Overhevelingen KGG
Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:
NIKI
De NIKI-regeling is een subsidieregeling die zich richt op de opschaling van innovatieve
klimaattechnologieën in de industrie die niet binnen de SDE++-systematiek vallen,
bijvoorbeeld doordat de techniek nog niet op commerciële schaal bewezen is of omdat
ze te uniek zijn. Het gaat onder andere om grootschalige elektrificatie en circulaire
productietechnieken.
IKC ETS 2025 t/m 2027
De Indirecte Kosten Compensatie voor ETS-rechten is bedoeld voor producenten in de
stroom-intensieve industrie die actief zijn op internationale markten waardoor zij
elektriciteitsprijstoename als gevolg van het ETS niet of slechts ten dele aan hun
klanten door kunnen berekenen. Om te voorkomen dat deze producenten Europa verlaten
staat de Europese Commissie compensatie toe. Hierbij wordt de voorwaarde gesteld dat
bedrijven die gebruikmaken van de IKC 50% van de ontvangen subsidie investeren in
CO2-reducerende maatregelen.
Social Climate Fund: fixteams voor bedrijven
Het voorstel betreft maatregelen die erop gericht zijn om met behulp van fixteams
micro-ondernemingen te helpen met directe en simpele ingrepen om energie te besparen.
Hierbij wordt een aanvraag gedaan bij het Social Climate Fund, waardoor Europees geld
geworven kan worden voor deze maatregel. Het Social Climate Fund vereist een eigen
inleg van 25%, die uit het Klimaatfonds gevraagd wordt.
Ondersteuning cluster 6
In dit voorstel worden maatregelen voorgesteld om regionale sectoren en bedrijven
die onder het zogeheten zesde industriële cluster vallen te ondersteunen bij het reduceren
van hun CO2-uitstoot. Nadat vorig jaar al middelen zijn toegekend voor procesgelden, wordt hier
toekenning van de gereserveerde middelen gevraagd voor uitvoering van twee sporen.
In het eerste spoor is een regioaanpak waarbij met behulp van gebiedsregisseurs bedrijven
inzicht gegeven wordt in welke stappen gezet moeten worden om te verduurzamen en energie
te besparen. Daarnaast worden de bedrijven geholpen om knelpunten op te lossen. In
het tweede spoor wordt getracht een netwerk op te zetten om kennis over innovatieve
technieken te verspreiden.
Terugboeking VEKI
Er vindt een terugboeking plaats vanuit de middelen van VEKI om de generale dekkingsopgave
van de Voorjaarsbesluitvorming te kunnen dekken.
Overhevelingen IenW
Uitvoeringskosten maatwerkaanpak AVI's
In totaal staan er in Nederland twaalf afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) voor
het verbranden van huishoudelijk en bedrijfsafval, waarvan vier onder de twintig grootste
CO2-uitstoters vallen. Deze maatregel betreft de claim voor uitvoeringskosten bij I&W
ten behoeve van de maatwerkaanpak voor AVI’s.
Artikel 6 Verduurzaming gebouwde omgeving
Overhevelingen KGG
Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:
Nationaal Isolatieprogramma
Dit betreft een aanvraag voor budget voor voortzetting van de subsidie voor het isoleren
van woningen binnen de Investeringssubsidie Duurzame energie en Energiebesparing (ISDE).
Stimulering van hybride warmtepompen in bestaande bouw
In het Meerjarenprogramma 2024 zijn middelen toegekend en zijn middelen gereserveerd
voor de jaren 2027 t/m 2030. Deze middelen zijn bedoeld voor het intensiveren van
de ISDE-regeling en middelen voor flankerend beleid (gericht op het ondersteunen van
aanpalende thema’s die indirect bijdragen aan het stimuleren van hybride warmtepompen,
bijvoorbeeld communicatie, ondersteuning sector, monitoring en innovatie) om de doelstelling
van 1 mln. hybride warmtepompen in de bestaande bouw in 2030 te behalen.
Overhevelingen VRO
Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:
Financiële instrumenten voor de investering ten behoeve van de verduurzaming van maatschappelijk
vastgoed
Veel beheerders van maatschappelijk vastgoed hebben te maken met een financieringshobbel.
Om deze weg te nemen wordt aanzienlijke subsidie verstrekt via de subsidieregeling
DuMaVa. In aanvulling daarop wordt middels deze maatregel een waarborgfonds ingesteld.
Via dit waarborgfonds kunnen beheerders van maatschappelijk vastgoed tegen aantrekkelijke
rentes middelen lenen bij financiers.
Continueren Nationaal Warmtefonds
Het Warmtefonds biedt leningen aan tegen lagere rentes dan private financiers. Aan
personen met een laag inkomen worden leningen met 0% rente aangeboden. Op deze manier
wordt de investeringsdrempel weggenomen bij met name lagere inkomens om te investeren
in verduurzaming.
Artikel 7 Onverdeeld
Generale afroming
Ook zijn de verwachte opbrengsten van de CO2-heffing AVI’s ter hoogte van € 150 mln. (in het MJP 2025 geboekt op «perceel onverdeeld»)
afgeboekt vanwege de technische dekking van de budgettaire opgave als gevolg van het
niet doorgaan van de polymerenheffing.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.