Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Burg en Paternotte over het overleg tussen de Minister van Buitenlandse Zaken met de Indiase Minister van Buitenlandse Zaken
Vragen van de leden Van der Burg (VVD) en Paternotte (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het overleg tussen de Minister van Buitenlandse Zaken met de Indiase Minister van Buitenlandse Zaken (ingezonden 3 april 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (ontvangen 24 april 2025).
Vraag 1
Deelt u de opvatting dat uw bericht op X van 1 april 2025 over de ontmoeting met de
Indiase Minister van Buitenlandse Zaken de indruk wekt dat extra samenwerking met
India om onze strategische autonomie op kritieke grondstoffen te versterken – en daarmee
geopolitieke risico’s te verkleinen – niet is besproken?
Antwoord 1
Het bericht op X betreft slechts een fragment van de onderwerpen die aan bod zijn
gekomen in de ontmoeting die plaatsvond met de Indiase Minister van Buitenlandse Zaken.
Tevens vond een uitgebreide ontmoeting plaats met de Nationaal Veiligheidsadviseur
van Premier Modi. Diplomatieke besprekingen en opkomen voor Nederlandse belangen staan
niet gelijk aan de inhoud van een bericht op X.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het opbrengen van urgente geopolitieke problemen door de Minister
van Buitenlandse Zaken bij officiële bezoeken extra gewicht en urgentie aan een vraagstuk
geeft?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat de grote geopolitieke risico’s die voortvloeien uit de afhankelijkheid
van China op kritieke grondstoffen vereisen dat niet alleen de Minister van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp, maar ook de Minister van Buitenlandse Zaken nauw bij
dit dossier betrokken is?
Antwoord 3
Ja. De Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingshulp werken ook op dit terrein nauw samen.
Vraag 4
Ziet u India als een strategische partner om het wereldwijde Chinese overwicht op
kritieke grondstoffen tegen te gaan? Herkent u het potentieel van zowel India's eigen
grondstoffenvoorraden, de internationale positie die het heeft en de potentie van
India in de verwerking van kritieke grondstoffen?
Antwoord 4
Ook India onderkent de toenemende noodzaak tot diversificatie van internationale grondstoffenketens.
Daarbij richt India zich op het verhogen van nationale winning en verwerking van grondstoffen,
aankoop van grondstoffen uit andere landen en opbouw van recyclingcapaciteiten. Deze
inzet is vergelijkbaar met de doelstellingen die het kabinet nastreeft als onderdeel
van de Nationale Grondstoffenstrategie en Europese Kritieke Grondstoffenverordening.
Het aankomende strategisch partnerschap tussen Nederland en India biedt kansen tot
samenwerking ter vergroting van weerbaarheid en vermindering van afhankelijkheden.
De mogelijkheden voor specifieke samenwerking op kritieke grondstoffen worden op dit
moment actief door India en Nederland onderzocht.
Vraag 5
Heeft u tijdens uw overleg met de Indiase Minister van Buitenlandse Zaken besproken
hoe India een rol kan spelen in het beperken van Chinese invloed op onze kritieke
grondstofketens?
Antwoord 5
Er is tijdens het bezoek gesproken over samenwerking met India ten aanzien van economische
veiligheid en diversificatie van afhankelijkheden. Het vertrouwelijke karakter van
dergelijke gesprekken verdraagt zich niet goed met een volledige publieke weergave.
Vraag 6
Bent u van mening dat er voldoende urgentie gelegd wordt tijdens dergelijke overleggen
op het onderwerp van strategische autonomie en het afbouwen van afhankelijkheden op
kritieke grondstoffen?
Antwoord 6
Ja. Zowel bilateraal als binnen de EU wordt dit onderwerp actief besproken.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de noodzaak van aanvullende samenwerking met India op kritieke
grondstoffen consequent op alle diplomatieke en politieke overleggen moet worden geagendeerd?
Zo ja, hoe wordt dit momenteel vormgegeven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het kabinet besteedt ook in de contacten met India aandacht aan het verhogen van weerbaarheid
en vermindering van risicovolle strategische afhankelijkheden en zal dit blijven doen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.