Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Meijeren over het aan de Tweede Kamer doen toekomen van bij de overheid berustende documenten
Vragen van het lid Van Meijeren (FVD) voor de Minister van Justitie en Veiligheid over het aan de Tweede Kamer doen toekomen van bij de overheid berustende documenten (ingezonden 20 februari 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 11 april 2025).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1609.
Vraag 1 en 2
Bent u bereid de «map bekende Nederlanders» van 29 november 2022 van het Ministerie
van Justitie en Veiligheid met kenmerk 3911183 en 3916812 met de Kamer te delen? Zo
nee, waarom niet?
Wordt de «map bekende Nederlanders», waarnaar in de vorige vraag wordt verwezen, nog
steeds geactualiseerd? Zo ja, wat is hiervoor de grondslag?
Antwoord 1 en 2
Een goede informatiepositie is voor de Minister van Justitie en Veiligheid noodzakelijk
om handen en voeten te kunnen geven aan zijn politieke verantwoordelijkheid voor het
Openbaar Ministerie (OM). Artikel 129 van de Wet op de rechterlijke organisatie bepaalt
dan ook dat het College van Procureurs-Generaal van het OM de Minister de inlichtingen
verstrekt «die deze nodig heeft». Het komt er in de praktijk op neer dat het OM de
Minister van Justitie en Veiligheid gevraagd en ongevraagd op de hoogte houdt van
ontwikkelingen in gevoelige strafzaken. De verkregen informatie stelt de Minister
van Justitie en Veiligheid in staat om een afweging te maken of hij het handelen van
het OM – als politiek verantwoordelijke bewindspersoon – voor zijn rekening kan nemen
en om daarover verantwoording af te leggen.
De van het OM aldus verkregen informatie moet vervolgens conform de Archiefwet gearchiveerd
worden op een manier waardoor de informatie eenvoudig teruggevonden kan worden. De
map «Bekende Nederlanders» is onderdeel van een mappenstructuur om deze informatie
van het OM te archiveren. Deze map is beperkt toegankelijk en wordt geactualiseerd.
U vraagt de inhoud van deze map met uw Kamer te delen. Dat kan ik niet doen. Uw verzoek
ziet op stukken die figureren in strafrechtelijke onderzoeken of dat hebben gedaan
en die de persoonlijke levenssfeer raken. Openbaarmaking van gegevens die een rol
spelen in de opsporing en vervolging van strafbare feiten kan die opsporing en vervolging
frustreren en acht ik om die reden niet geschikt om met uw Kamer te delen.1
Vraag 3
Bent u bereid de ongelakte versie van de mail van 18 maart 2022 met onderwerp «Actualiteitenoverzicht
JBOZ week 11 (14–18 maart)» alsook de ongelakte versie van de gelijknamige bijlage,
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid met de Kamer te delen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 3
De documenten waarnaar u vraagt zijn reeds gedeeltelijk openbaar gemaakt bij besluit
van 29 november 2022.2 Enkele passages zijn verwijderd op grond van de persoonlijke levenssfeer of omdat
ze buiten het bereik van het Woo verzoek vielen. Dat laatste betreft informatie over
individuele strafzaken en ziet niet op de strafrechtelijke aangelegenheid waarop het
Woo verzoek dat aan het besluit van mijn voorganger van 29 november 2022 ten grondslag
lag. Gelet op het feit dat het informatie betreft over strafrechtelijke onderzoeken,
kan ik – onder verwijzing naar mijn vorige antwoord – deze informatie niet verstrekken.
Vraag 4, 5, 6 en 7
Bent u bereid de ongelakte versie van de mail van 4 april 2022 met onderwerp «FW:
05-04-2022 14:00: Mondelinge vraag van het lid VAN MEIJEREN (FvD) aan de Minister
van Justitie en Veiligheid over het bericht (zwartgelakt)» alsook de ongelakte versie
van de bijlage met titel «DetailRapport.docx», van BD/DJOA/JBOZ met de Kamer te delen?
Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid de ongelakte versie van de mail van 4 april 2022 met onderwerp «FW:
Achtergrondinformatie bij mondelinge vraag van het lid VAN MEIJEREN (FvD) aan de Minister
van Justitie en Veiligheid over het bericht (zwartgelakt)» alsook de ongelakte versie
van de bijlage met titel «Achtergrondinformatie digitaal 20220304.docx», van DGRR
Parlementair – DGRR/BJZ met de Kamer te delen? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid de ongelakte versie van de mail van 4 april 2022 met onderwerp «concept
Q&A (zwartgelakt) (input DGPenV volgt)», van (zwartgelakt), BD/DJOA/JBOZ met de Kamer
te delen? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid de ongelakte versie van de mail van 5 april 2022 met onderwerp «FW:
stukken zijn aangepast in de werkstroom» alsook de ongelakte versie van de bijlage
met titel «concept Q en A (zwartgelakt) nieuw 05042022.docx», van (zwartgelakt), (zwartgelakt),
– BD/DJOA/JBOZ met de Kamer te delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 5, 6 en 7
De documenten waarnaar u vraagt zijn reeds gedeeltelijk openbaar gemaakt bij besluit
van 29 november 2022. Enkele passages zijn verwijderd op grond van de persoonlijke
levenssfeer, deze bevatten namelijk gegevens zoals e-mailadressen van ambtenaren of
persoonsgegevens van betrokkenen. Eveneens is de naamgeving van een gedeelde e-mailbox
verwijderd omdat het openbaar maken van deze naamgeving ertoe zou kunnen leiden dat
derden deze e-mailbox voor oneigenlijke doeleinden gaan gebruiken. De verwijderde
passages raken daarmee het belang van de Staat en verstrek ik om die reden niet aan
uw Kamer.
Het document «achtergrondinformatie digitaal 20220304.docx» betreft krantenartikelen
die openbaar toegankelijk zijn waardoor openbaarmaking geen meerwaarde heeft.
De Q&A heeft betrekking op een aangekondigde mondelinge Kamervraag die het wekelijkse
Vragenuur niet heeft bereikt. Dat betekent dat de bewindspersoon dit conceptdocument
niet heeft ingezien en dat er ook geen besluitvorming over heeft plaatsgevonden om
de mogelijke vragen op de voorgestelde wijze te beantwoorden. Het betreft daarom geen
voldragen document, maar slechts een concepttekst die op het niveau van ambtelijke
voorbereiding is gebleven. Met het oog op het belang van vrije ambtelijke meningsvorming
en de bescherming van het interne besluitvormingsproces leent het document zich niet
voor openbaarmaking.
Vraag 8
Bent u bereid toelichting te geven op het besluit om aan Officier van Justitie M.G.
Vreugdenhil de zaak tegen de heer W.C. Engel (parketnummer: 22-0002930-23) toe te
kennen, alsook het besluit om haar per 16 maart 2022 van deze zaak af te halen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 8
U vraagt mij in te gaan op een individuele lopende strafzaak en de verdeling van zaken
binnen het OM. Als Minister van Justitie en Veiligheid ga ik niet over de verdeling
van zaken binnen het OM. Ik ben dan ook niet betrokken bij afwegingen over de inzet
van officieren van justitie. Die afwegingen maakt het OM zelfstandig.
Ik hecht eraan hieraan toe te voegen dat ik het uit eerbied voor de persoonlijke levenssfeer
van officieren van justitie niet vind passen dat zij met naam en toenaam in Kamerstukken
worden genoemd.
Vraag 9
Bent u bereid alle communicatie met en van Officier van Justitie M.G. Vreugdenhil
in relatie tot de de heer W.C. Engel, VirusWaarheid, VirusWaanzin alsook de communicatie
in relatie tot het onderwerp «desinformatie» met de Kamer te delen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 9
Los van het feit dat ik niet over dit soort stukken beschik, vind ik het ook onwenselijk
dergelijke informatie met de Kamer te delen, gezien het feit dat deze zien op een
individuele strafzaak.
Vraag 10
Bent u bereid de publicaties «Veiligheidsbeelden CTER» (ContraTerrorisme, Extremisme
en Radicalisering) van 2019, 2020, 2021, 2022, 2023 en 2024 met de Kamer te delen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
De Veiligheidsbeelden CTER worden door de politie opgesteld voor analysedoeleinden.
Dit betreft gerubriceerde informatie van de politie. Ik heb op 17 december 2024 het
Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) naar uw Kamer gestuurd.3 Het DTN heeft als doel om partners en publiek bewust te maken van de actuele dreiging.
Graag verwijs ik u naar deze rapportages.
Vraag 11 en 12
Erkent u dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) geen
bevoegdheid heeft om herleidbare persoonsgegevens te publiceren?
Kunt u bevestigen of ontkennen dat de NCTV in interne publicaties herleidbare persoonsgegevens
heeft gebruikt? Indien u deze vraag bevestigend beantwoordt, kunt u toelichten waarom
de NCTV hiertoe besloten heeft?
Antwoord 11 en 12
Ten aanzien van het verwerken van persoonsgegevens door de NCTV geldt dat hierover
op verschillende momenten met uw Kamer is gecommuniceerd.4 Dit heeft geleid tot de Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid,
waarin de coördinatietaak van de NCTV is afgebakend en vastgelegd. Onlangs heeft de
Raad van State advies uitgebracht over het Besluit coördinatie terrorismebestrijding
en nationale veiligheid. Op dit moment wordt het advies bestudeerd.
Vraag 13
Bent u bereid de ongelakte versie van de interne publicatie van de NCTV van 6 april
2022 met onderwerp «Signalement terrorisme en radicalisering 3/2022» met de Kamer
te delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Bijgaand treft u het Signalement terrorisme en radicalisering 3/2022, behoudens zoals
gebruikelijk persoonsgegevens van niet publieke personen, overleden mensen en bronvermelding.
Vraag 14
Kunt u bevestigen of ontkennen dat er in de periode van 2019 tot heden vanuit de Minister,
het parket of Hoofdofficier van Justitie, formele of informele, directe of indirecte,
aanwijzingen tot vervolging of juist zodanige aanwijzingen tot niet-vervolging ondanks
dat (mogelijk) sprake was van strafbare feiten, zijn gegeven? Indien sprake is geweest
van zodanige aanwijzingen, bent u bereid deze – desnoods geanonimiseerd – met de Kamer
te delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Ik kan u bevestigen dat ik op geen enkele wijze het verloop van een strafrechtelijk
onderzoek heb getracht te beïnvloeden. Of er in een bepaalde zaak vervolging wordt
ingesteld is aan het OM; meer in het bijzonder aan de desbetreffende officier van
justitie. Ik meng mij niet in de vervolgingsbeslissingen van het OM en er is geen
aanleiding om te vermoeden dat dit voor mijn ambtsvoorgangers anders was in de door
u genoemde periode.
Vraag 15
Bent u bereid om, voor zover het belang van de staat zich verzet tegen het aan de
Kamer doen toekomen van de hiervoor bedoelde documenten of delen daarvan, de belangenafweging
zo volledig en zorgvuldig mogelijk toe te lichten?
Antwoord 15
Ik heb bij de beantwoording van de vragen steeds geprobeerd mijn belangenafweging
op zorgvuldige wijze weer te geven.
Vraag 16
Kunt u deze vragen afzonderlijk en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 16
De vragen zijn zo snel als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.