Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Gordelroosvaccinatie: (financiële) scenario’s (Kamerstuk 32793-812)
2025D15154 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben enkele fracties
de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (V.P.G. Karremans) over de brief van 6 maart
2025 inzake de Gordelroosvaccinatie: (financiële) scenario’s (Kamerstuk 32 793, nr. 812).
De voorzitter van de commissie, Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie, Van der Graaf
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
II.
Reactie van de Staatssecretaris
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de (financiële) scenario’s omtrent
de invoering van de gordelroosvaccinatie. Genoemde leden zijn op de hoogte van het
gezondheidsraadadvies om het gordelroosvaccin in te voeren, echter ontbreekt vooralsnog
een bekostigingsstrategie.
De Voorjaarsnota 2025 is het moment voor een politiek besluit. De leden zien uit naar
de plannen van het kabinet.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
brief Gordelroosvaccinatie: (financiële) scenario’s. Zij hebben hier nog enkele vragen
en opmerkingen over.
Gordelroos is een hele vervelende en pijnlijke huidaandoening. In sommige gevallen
kan het tot zeer ernstige gevolgen leiden. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
zijn dan ook voorstander van het opnemen van het vaccin in het rijksvaccinatieprogramma
(RVP). De Staatssecretaris schetst drie financiële scenario’s met verschillende gefaseerde
invoeringen van het vaccin. Echter blijft het daarbij. Welk van de drie scenario’s
heeft de voorkeur van de Staatssecretaris? Ziet de Staatssecretaris hier budgettaire
ruimte voor?
Voor de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie is het van essentieel belang dat iedereen
in Nederland toegang heeft tot dezelfde goede kwalitatieve gezondheidszorg. Inkomenssolidariteit
en risicosolidariteit zijn de fundamenten van een rechtvaardig zorgsysteem. Op dit
moment is prijs van het vaccin is hoog en tegen eigen betaling (rond de € 500 euro
voor twee vaccinaties), wat betekent dat het vaccin niet voor grote groepen in samenleving
buiten bereik is. Dit vergroot de gezondheidsverschillen tussen arm en rijk. Hoe kijkt
de Staatssecretaris tegen de hoge prijs van het vaccin en wat dit betekent voor de
gezondheidsverschillen tussen arm en rijk? Deelt de Staatssecretaris de mening van
de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat het onrechtvaardig is dat je inkomen bepalend
is of je het gordelroosvaccin kan halen? En dat de kans op gordelroos daarmee inkomensafhankelijk
is? Hoe kijkt de Staatssecretaris hierna in het licht van inclusieve zorg?
Daarnaast kan de prijs van het vaccin verschillen per regio in Nederland. Deelt de
Staatssecretaris de mening van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat je woonplaats
niet bepalend zou moeten zijn voor hoeveel het gordelroosvaccin kost? Wat verklaart
het verschil in prijs per regio? Heeft de Staatssecretaris mogelijkheden om dit gelijk
te trekken?
Een niet verkend scenario is een gratis gordelroosvaccin voor de meest kwetsbaren
in de samenleving. Bijvoorbeeld een gratis gordelroosvaccin voor mensen boven een
bepaald percentage van het bestaansminimum. Hoe kijkt de Staatssecretaris hier tegenaan?
Kan de Staatssecretaris scenario’s in kaart brengen met een gratis gordelroosvaccin
voor inkomensgroepen met verschillende percentages boven het bestaansminimum wordt
genomen?
Recent is uit wetenschappelijk onderzoek naar voren gekomen dat het gordelroosvaccin
de kans op dementie kan verkleinen.1 Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen dit nieuws aan? Als dit een doorbraak is zoals
het lijkt, vindt de Staatssecretaris dan dat dit een nieuw advies van de gezondheidsraad
rechtvaardigt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over de
financiële scenario’s met betrekking tot de gordelroosvaccinatie en de door de leden
gevraagde reactie op nog onbeantwoorde adviezen van de Gezondheid. De leden van de
VVD-fractie lezen dat voor preventieve interventies zoals vaccinatie veelal een bedrag
van € 20.000,- per QALY als drempelwaarde gehanteerd wordt. Of een eventuele gordelroosvaccinatiecampagne
onder deze drempelwaarde blijft, is niet met zekerheid aan te geven. Kan de Staatssecretaris
aangeven hoe groot de kans is dat de campagne onder deze drempelwaarde blijft? Van
welke factoren, naast de kostprijs voor het vaccin, is dit afhankelijk? Wanneer verwacht
de Staatssecretaris hier meer informatie over te kunnen verschaffen?
De leden hebben kennisgenomen van de verschillende scenario’s. Kan de Staatssecretaris
toelichten wat de gevolgen zijn van scenario 3 voor de gezondheidssituatie in de bevolking
van zestig jaar en ouder ten opzichte van de situatie van nu, waarin helemaal geen
vaccinatiecampagne plaatsheeft maar sommigen zich wel laten vaccineren?
Tot slot lezen de leden van de VVD-fractie de opmerkingen van de Staatssecretaris
over de ontwikkeling van een investeringsmodel voor preventie. Hierbij licht hij de
kosten en baten van preventie en gezondheidsmaatregelen binnen en buiten het zorgdomein
toe. De eerdergenoemde leden vinden dit een positieve koers. Kan de Staatssecretaris
toelichten hoe hij een dergelijke koers kan realiseren, ook als kosten gerelateerd
aan restverschijnselen van andere aandoeningen niet beschikbaar zijn? Hoe kan hij
zonder volledig inzicht een voorstel doen?
De leden van de VVD-fractie zijn tevens benieuwd wat de voortgang is van het investeringsmodel
voor preventie.
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie naar de uitvoering van de aangenomen motie
van het lid Tielen over een voorstel om het budget voor nieuwe vaccins beter te laten
aansluiten op positieve Gezondheidsraadsadviezen.2 Kan de Staatssecretaris de stand van zaken geven van de uitvoering van deze motie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Gordelroosvaccinatie:
(financiële) scenario’s. Dit vaccin kan de levenskwaliteit verbeteren en de druk op
de zorg verlichten. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de NSC-fractie constateren dat de gevolgen van gordelroos zeer ingrijpend
zijn op de levenskwaliteit van mensen. Daarnaast zien deze leden dat er een flinke
toename is van mensen die het gordelroosvaccin halen bij GGD’en, maar merken op dat
vooral mensen met een hoger inkomen in staat zijn om het vaccin te betalen. Hoe beoordeelt
de Staatssecretaris het risico dat de huidige situatie, waarin het gordelroosvaccin
niet wordt vergoed, bijdraagt aan grotere gezondheidsongelijkheid? Hoe schat de Staatssecretaris
de impact van het niet vergoeden van het gordelroosvaccin in op de zorgbehoefte, met
name in het licht van de vergrijzing van de bevolking en de verwachte toename van
het aantal 60-plussers, die de grootste patiëntengroep voor gordelroos vormen, in
de komende jaren? Ziet de Staatssecretaris andere mogelijkheden om de toegankelijkheid
van dit vaccin voor lagere inkomensgroepen te vergroten?
De leden van de NSC-fractie hebben het recente nieuws gelezen dat het gordelroosvaccin
mogelijk ook kan helpen om dementie te voorkomen. Wat is de reflectie van de Staatssecretaris
op dit bericht? In welke mate neemt de Staatssecretaris dit bericht mee in het toegankelijk
maken van het gordelroosvaccin? Is dit verband al in voldoende mate aangetoond om
het mee te laten wegen bij een keuze over de vergoeding van het gordelroosvaccin?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de financiële scenario’s
over gordelroosvaccinatie. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie lezen in de brief van de Staatssecretaris dat bij de uitwerking
van deze financiële scenario’s er uitsluitend is gekeken naar kostenbesparingen door
de vaccinatie direct aan gordelroos gerelateerde zorgkosten. Uit een rapport van onderzoeksbureau
SiRM «De baten van vaccineren» (2023)3 blijkt dat de maatschappelijke baten en besparingen hoger liggen dan de door Staatssecretaris
geschetste jaarlijkse € 11 miljoen. Kan de staatsecretaris in zijn beantwoording op
dit rapport reflecteren en de financiële scenario’s met deze informatie tegen het
licht houden, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie vragen welke stappen de Staatssecretaris heeft ondernomen
ten aanzien van het bevorderen van de kosteneffectiviteit van de vaccinaties. Kan
de Staatssecretaris aangeven of er wordt onderhandeld over de prijs van de vaccinaties
en wat is de stand van zaken hierin, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie vrezen dat hoe langer er wordt gewacht met besluitvorming,
hoe hoger de drempel uiteindelijk wordt om te starten met een vaccinatiecampagne tegen
gordelroos. Erkent de Staatssecretaris dit risico en welke stappen moeten worden ondernomen
om spoedig tot een besluit te komen, zo vragen deze leden. Tevens vragen deze leden
of de Staatssecretaris kan aangeven hoe Nederland het in vergelijking met andere Europese
landen doet o.a. met betrekking tot tijdsduur in besluitvorming in vaccinatiebeleid.
Ten slotte vragen de leden van de D66-fractie of en zo ja op welke wijze zestigers
nu al worden geïnformeerd over de risico’s van het gordelroosvirus. Welke mogelijkheden
zijn er om het vaccin zelf aan te schaffen? Zo ja, hoeveel zestigers maken hier jaarlijks
gebruik van en hoeveel zestigers hebben hier in totaal al gebruik van gemaakt en hoeven
zodoende niet te worden meegenomen in een vaccinatie campagne, zo vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van Gordelroosvaccinatie: (financiële)
scenario’s. De leden hebben de volgende vragen aan de Staatssecretaris.
De leden zien dat er uitgebreid wordt ingegaan op de verschillende scenario’s voor
een vaccinatieprogramma tegen gordelroos, evenals de daaruit voortvloeiende kosten
en baten. De leden van de BBB-fractie zijn benieuwd of er sinds de toezegging van
de Staatssecretaris, waar deze Kamerbrief een resultaat van is, gesprekken zijn gevoerd
met veldpartijen, waaronder de fabrikant en mogelijke uitvoerders. In recente berichtgeving4 hebben de leden van de fractie gelezen dat de fabrikant van het gordelroosvaccin
openstaat voor een gesprek over oplossingen om de budget impact te verlagen.
– Heeft de Staatssecretaris sinds de toezegging op 21 november jl. tot de publicatie
van de Kamerbrief op 6 maart jl. opdracht gegeven tot gesprekken met de fabrikant
en uitvoeringsorganisaties om kostenverlaging binnen het vaccinatieprogramma te onderzoeken?
– Zo ja, hebben deze gesprekken tot aanknopingspunten geleid? Zo nee, waarom niet? Het
is namelijk belangrijk om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen of het geschetste
beeld nog steeds actueel is.
– Welke andere organisaties zijn betrokken bij het opstellen en toetsen van de financiële
scenario’s voor de gordelroosvaccinatie?
– Worden zorgprofessionals, zoals huisartsen en apothekers, betrokken bij het vaststellen
van de werkelijke uitvoeringskosten van het vaccinatieprogramma?
– Aangezien de prijs van het vaccin een belangrijke factor is in de uiteindelijke kostenramingen,
hoe wordt gewaarborgd dat de prijs niet onterecht wordt opgevoerd?
De leden hebben de verschillende scenario’s bekeken, van het volledig overnemen van
het advies van de Gezondheidsraad tot het aanbieden van vaccinatie alleen aan 60-jarigen,
zonder een inhaalcampagne voor oudere doelgroepen.
– Welke criteria worden gehanteerd om te bepalen welk van de gepresenteerde scenario’s
(1, 2 of 3) uiteindelijk het meest geschikt is, zowel financieel als qua gezondheidswinst?
– Is er voldoende flexibiliteit in de scenario’s om toekomstige aanpassingen door te
voeren, mocht blijken dat een scenario niet het beoogde effect heeft of de kosten
te hoog oplopen?
Verder is het bekend dat gordelroos jaarlijks 94.000 mensen in Nederland treft. Sinds
het positieve advies van de Gezondheidsraad in 2019 over vaccinatie van oudere volwassenen,
heeft VWS geschat dat ruim 490.000 mensen de huisarts hebben bezocht vanwege gordelroos.
Onderzoek toont aan dat de maatschappelijke baten en gezondheidswinst van een gordelroosvaccinatieprogramma
groter zijn dan de kosten. Voor elke euro die hierin wordt geïnvesteerd, wordt een
opbrengst van € 1,30 tot € 1,80 verwacht, gebaseerd op conservatieve aannames, wat
in werkelijkheid nog hoger kan uitvallen.5 Naast gezondheidswinst zou een gordelroosvaccinatieprogramma ook besparingen opleveren,
zoals lagere zorgkosten, minder zorgpersoneel (minder FTE’s), minder arbeidsverzuim
(wat economische voordelen oplevert) en minder verzuim onder mantelzorgers en vrijwilligers.
– Gezien deze duidelijke voordelen op het gebied van maatschappelijke baten, gezondheidswinst
en besparingen: overweegt de Staatssecretaris om de gordelroosvaccinatie op te nemen
in het zorgaanbod?
– Wat zijn de maatschappelijke baten van de gordelroosvaccinatie, en zijn deze goed
meegenomen in het proces? Zo niet, kan de Staatssecretaris toezeggen de maatschappelijke
baten alsnog mee te nemen? Zo ja, wat is het proces als deze baten hoger worden ingeschat
dan de kosten?
– In hoeverre zal de invoering van de gordelroosvaccinatie meegenomen worden in de voorjaarsnota?
– Kan de Staatssecretaris reflecteren op de verhouding tussen de lage uitgaven aan vaccinaties
en de hoge kosten van geneesmiddelen?
– Hoe kijkt de Staatssecretaris aan tegen de constatering van Anupam Jena, hoogleraar
aan Harvard, dat het vaccin een goedkoop middel zou kunnen zijn dat veel breder kan
worden ingezet dan waar het eigenlijk voor bedoeld was?6
Daarnaast hebben de leden gelezen dat het standpunt7 van GGD GHOR Nederland met betrekking tot gordelroosvaccinatie ook positief is. Zo
lezen de leden dat GGD GHOR Nederland ervoor staat dat GGD’en uitvoering geven aan
een gordelroos vaccinatieprogramma mits dit kosteneffectief is en hier budgettaire
ruimte voor is.
– Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen dit advies aan?
– En klopt het inderdaad dat de GGD’en er klaar voor zijn om dit uit te voeren, als
er een programma komt? En zo ja, kan de Staatssecretaris toezeggen dat dit programma
er komt?
Tot slot wordt in de Kamerbrief aangegeven dat voor de invoering van een vaccinatieprogramma
tegen gordelroos de nodige voorbereidingen noodzakelijk zijn, waar tijd voor nodig
is. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het vinden van een geschikte uitvoerder.
De leden van de BBB-fractie merken op dat het Gezondheidsraadadvies dateert uit 2019,
en er bijna zes jaar de tijd is geweest om de nodige voorbereidingen te treffen. De
leden van deze fractie hopen ten zeerste dat er nu vaart wordt gemaakt met opvolging
van het Gezondheidsraadadvies, en dat er niet nog meer tijd verloren gaat. Hoe eerder
de eerste programmatisch aangeboden prik gezet wordt, hoe beter.
– Kan de Staatssecretaris toezeggen om bij deze Voorjaarsnota een principebesluit te
nemen om zo snel mogelijk -het liefst nog in de eerste helft van 2026- te starten
met de uitwerking en implementatie van een gordelroosvaccinatieprogramma voor oudere
volwassenen, desnoods met aanvankelijk een select leeftijdscohort?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de vraag of een vaccinatie kosteneffectief
is afhangt van de gehanteerde drempelwaarde van preventieve interventies zoals vaccinatie.
Deze leden vragen hoe het staat met de uitwerking van het investeringsmodel voor preventie
waar het kabinet aan werkt.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Staatssecretaris verschillende (financiële)
scenario’s presenteert voor de invoering van een gordelroosvaccinatie. Deze leden
vragen of de Staatssecretaris zelf een voorkeur heeft. Deze leden vragen of de Staatssecretaris
zo snel mogelijk een update wil geven over de besluitvorming in het kabinet hierover.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de maximale besparing op de zorgkosten worden
geschat op zo’n € 11 miljoen per jaar. Deze leden vragen hoe dit bedrag is opgebouwd,
en welke onderdelen en baten (zowel medisch als maatschappelijk) hierin wel en niet
zijn meegenomen. De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris in dit
licht wil reageren op het bericht dat uit nieuw Amerikaans onderzoek blijkt dat vaccinatie
ouderen niet alleen beschermt tegen gordelroos, maar mogelijk ook tegen dementie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de scenario’s voor
de opname van het Gordelroosvaccin in het Rijksvaccinatieprogramma. Zij hebben hier
nog enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie merken op dat de gezondheidsvoordelen van Gordelroosvaccinatie
al geruime tijd duidelijk zijn. Toch stuurt de Staatssecretaris nu enkel scenario’s
naar de Kamer, zonder een besluit te nemen over opname in het Rijksvaccinatieprogramma.
Wanneer is de Staatssecretaris van plan hier een knoop over door te hakken?
De leden van de SP-fractie lezen dat in de scenario’s «geen rekening [is] gehouden
met andere kostenbesparingen door vaccinatie anders dan direct aan gordelroos gerelateerde
zorgkosten […] omdat over de kosten gerelateerd aan restverschijnselen van gordelroos
geen gegevens beschikbaar zijn». Deze kosten zijn echter wel relevant om een evenwichtig
beeld te krijgen van de verhouding van kosten en baten. Kan de Staatssecretaris eventueel
wel een schatting maken van de orde van grootte van deze additionele kostenbesparingen?
II. Reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
L. van der Graaf, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.