Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bamenga en Rooderkerk over de economische kansen van verduurzaming op Curaçao
Vragen van de leden Bamenga en Rooderkerk (beiden D66) aan de Ministers van Economische zaken, van Klimaat en Groene Groei en van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de economische kansen van verduurzaming op Curaçao (ingezonden 5 maart 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei), mede namens de Minister van
Economische Zaken, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 1 april 2025).
Vraag 1
In hoeverre bent u op de hoogte van plannen om op Curaçao een zonnepark, laadstation
en e-bussen te realiseren?
Antwoord 1
De regering van Curaçao heeft haar plannen per brief aan het kabinet kenbaar gemaakt.
Het is positief dat Curaçao inzet op duurzame mobiliteit en hernieuwbare energie,
wat kan bijdragen aan de energietransitie, een duurzamer transportsysteem en de economische
ontwikkeling van het land.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de ontwikkeling hiervan bijdraagt aan de economische versterking
van Curaçao en het vergroten van (handels)kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven?
Antwoord 2
Zoals reeds in het antwoord op de vorige vraag is aangegeven kunnen dergelijke initiatieven
bijdragen aan economische ontwikkeling en verduurzaming. Het is aan Curaçao om de
uitvoering en financiering vorm te geven. Nederlandse bedrijven kunnen hierop inspelen
als marktpartijen.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat het Chinese BYD (Build Your Dreams) tegen dumpprijzen
elektrische bussen aan Curaçao wil leveren en daarmee oneerlijke concurrentie met
het Nederlandse VDL (Van Der Leegte Groep) veroorzaakt? Wat doet het kabinet om deze
oneerlijke concurrentie te voorkomen?
Antwoord 3
De inkoop van elektrische bussen is een verantwoordelijkheid van de regering van Curaçao.
Curaçao heeft een autonome positie binnen het Koninkrijk en bepaalt zelf zijn economisch
beleid, inclusief aanbestedingen en contractering. Nederland heeft hierin geen rol.
Vraag 4 en 5
Wat is momenteel het financiële gat voor het realiseren van het zonneveld met een
elektrisch buspark en laadstation?
Klopt het dat de door Nederland toegezegde financiering van het project nog niet geleverd
is door discussie tussen de betrokken departementen?
Antwoord 4 en 5
Volgens de gevolmachtigde Minister van Curaçao bedraagt het financiële tekort voor
dit project 13,2 miljoen euro, hiervoor is vanuit het kabinet geen toezegging gedaan.
De beschikbare middelen in de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie
zijn gereserveerd voor de Nederlandse SDE(+)(+)-regelingen en zijn bedoeld om fluctuaties
in uitgaven van deze regelingen op te kunnen vangen, en zijn daarom niet beschikbaar
voor dergelijke projecten.
Wel is er op de Aanvullende Post 150 miljoen euro van de SDE-middelen gereserveerd
voor Aruba, Curaçao en Sint-Maarten voor investeringssubsidies gericht op randvoorwaarden
van de energietransitie, zoals netverzwaring, netaansluitingen en batterijopslag.
Het gaat daarbij om onrendabele investeringen die benodigd zijn voor het inpassen
van wind- en zonne-energieprojecten en investeringen in stabiliteit, capaciteit en
betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet. Dit is conform de conclusies uit het onderzoek
uitgevoerd door TNO naar de mogelijkheden voor verduurzaming in de ACS landen, zoals
toegelicht in de Kamerbrief van 17 juni 2024 over de Energietransitie op Aruba, Curaçao
en Sint Maarten en het TNO-onderzoek (Kamerstuk 32 813, nr. 1402).
Het Kabinet voert gesprekken met de landen over de inzet van deze middelen en de benodigde
investeringen. Hoewel een directe bijdrage aan dit project niet past binnen de kaders
voor de beschikbare SDE-middelen zouden kosten voor netverzwaringen, batterijopslag
of andere inpassingskosten, die randvoorwaardelijk zijn voor dit project, wel uit
de SDE-middelen gefinancierd kunnen worden en dit project mogelijk kunnen faciliteren.
Vraag 6
Deelt u de analyse dat het Ministerie van Klimaat en Groene Groei nog 4,3 miljard
euro beschikbaar heeft voor dergelijke projecten in begrotingsreserve duurzame energie
en klimaattransitie?
Antwoord 6
Momenteel loopt er een haalbaarheidsverkenning in samenwerking met de regering van
Curaçao. De mogelijke economische kansen hangen af van de uitkomsten van deze verkenning
en de financiële en technische haalbaarheid.
Vraag 7
Wanneer neemt u een besluit over de financiering van Nederland van dit project? Hoe
kijkt u aan tegen het mogelijk openstellen van SDE++ subsidie (Stimulering Duurzame
Energietransitie en Klimaattransitie) voor dit project en dergelijke projecten?
Antwoord 7
Curaçao beschikt over gunstige natuurlijke omstandigheden voor de productie van groene
waterstof. Het ontwikkelen van een exportpositie vereist echter aanzienlijke investeringen
in infrastructuur en marktontwikkeling. Nederland blijft hierover in gesprek met Curaçao
en betrokken partijen.
Vraag 8
Wat is de stand van zaken van het project voor een drijvend windpark op zee? Deelt
u de mening dat dit een economische kans is op Curaçao?
Antwoord 8
Ik ben voornemens om in mei naar Curaçao te reizen voor de Caribbean Climate and Energy
Conference (CCEC), onder voorbehoud van mijn definitieve bevestiging. En marge van
deze conferentie zal ik in gesprek gaan met de regering van Curaçao over onder andere
de verduurzaming van de energievoorziening en de rol van hernieuwbare energie in de
economische ontwikkeling van het land.
Vraag 9
Welke mogelijke rol ziet u voor Curaçao om een nieuwe energie-exporteconomie positie
te verwerven via groene waterstof?
Antwoord 9
Nederland ondersteunt Curaçao via kennisuitwisseling en de inzet van investeringssubsidies
voor duurzame elektriciteitsopwekking, zoals toegelicht hierover in de Kamerbrief
van 17 juni 2024 (Kamerstuk 32 813, nr. 1402). Het initiatief en de uitvoering blijven echter de verantwoordelijkheid van Curaçao.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Mede namens
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken -
Mede namens
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.