Amendement : Amendement van het lid Piri over een geldigheidsduur van 5 jaar voor de asielvergunning voor bepaalde tijd

Nr. 5
AMENDEMENT VAN HET LID PIRI

Ontvangen 13 maart 2025

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel F, onder 3, wordt in het voorgestelde tweede lid «drie achtereenvolgende
jaren» telkens vervangen door «vijf achtereenvolgende jaren».

Toelichting

Het onderhavig wetsvoorstel verkort de duur van de verblijfsvergunning asiel bepaalde
tijd van 5 naar 3 jaar. Het verkorten van de duur naar 3 jaar betekent dat de IND
eerder dan nu het geval is zal moeten overgaan tot herbeoordeling, hetgeen tot meer
procedures bij zowel de IND als de rechtbank zal leiden. De indiener constateert,
zoals de Raad van State dat ook doet, dat zowel de IND als de vreemdelingenrechtspraal
nu al overbelast zijn en te maken hebben met personeelstekorten. Deze extra belasting
door het verkorten van de verblijfsvergunning bepaalde tijd, zal in tegenstelling
tot wat het wetsvoorstel zegt te beogen, enkel leiden tot nog langere procedures.
Met dit amendement wordt daarom de duur van 5 jaar van de verblijfsvergunning asiel
bepaalde tijd gehandhaafd.

Ook stelt de indiener dat het nu al mogelijk is om asielvergunningen voor bepaalde
tijd tussentijds in te trekken wanneer de grond voor verlening is vervallen (artikel
32, eerste lid, onder c, Vreemdelingenwet 2000). Een verkorting van de geldigheidsduur
voegt niets toe aan de al bestaande mogelijkheid om verblijf van vluchtelingen in
te trekken.

Tenslotte, een vergunning die gedurende iedere drie jaar verlengd moet worden met
een kans dat dit geweigerd wordt, leidt tot significante belemmeringen voor integratie.
Voor werkgevers is het niet aanlokkelijk iemand in dienst te nemen of een vast contract
te geven terwijl deze over een onzekere verblijfsstatus beschikt. Bovendien zijn er
in praktijk regelmatig problemen bij verlengingen van vergunningen in geval de IND
niet tijdig beslist en het verblijfsdocument ondertussen verloopt waardoor de statushouder
geen geldig verblijfsdocument heeft. Er kan een tijdelijk «verblijfsgat» ontstaan
en er kunnen zich problemen voordoen met bijstand en toeslagen waardoor een statushouder
in de schulden komt of bijvoorbeeld geen (inburgerings-)examen kan afleggen.

Piri