Schriftelijke vragen : Het vaccineren van pluimvee tegen vogelgriep
Vragen van het lid Van Meijeren (FVD) aan de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over het vaccineren van pluimvee tegen vogelgriep (ingezonden 13 maart 2025).
Vraag 1
            
Hoe bent u tot het besluit gekomen om te starten met een pilot tegen vogelgriep? Welke
               belangen heeft u hierbij afgewogen? Welke personen of organisaties hebben de besluitvorming
               hieromtrent beïnvloed of daartoe pogingen ondernomen? Kunt u een overzicht van deze
               personen of organisaties, de belangen die zij behartigen, hun zienswijzen en de uitkomst
               van uw belangenafweging met de Kamer delen?
            
Vraag 2
            
Op welk pluimveebedrijf is de pilot gestart en welke pluimveebedrijven zullen hier
               mogelijk op een later moment aan deelnemen? Hoe is de keuze op dit of deze pluimveebedrijven
               gevallen?
            
Vraag 3
            
Welke vaccins worden in de pilot precies gebruikt? Welke andere vaccins heeft u overwogen?
               Hoe is uw keuze gevallen op de vaccins die in de pilot worden gebruikt? Wat zijn de
               verwachte kosten van de vaccins?
            
Vraag 4
            
Op basis van welke (wetenschappelijke) onderzoeken en praktijkervaringen heeft u geconcludeerd
               dat de gebruikte vaccins effectief zullen zijn in het voorkomen van vogelgriep en
               de verspreiding ervan?
            
Vraag 5
            
Bent u bekend met het bericht «Britten wijzen vaccinatie tegen vogelgriep af»?1 Bent u bekend met de uitkomsten van het onderzoek van de Britse taskforce? Hoe beoordeelt
               u deze uitkomsten?
            
Vraag 6
            
Deelt u de opvatting dat het vogelgriepvaccin een vals gevoel van veiligheid creëert,
               omdat gevaccineerde dieren nog steeds geïnfecteerd kunnen raken, het virus kunnen
               vasthouden en verspreiden naar andere gevaccineerde of niet-gevaccineerde dieren?
               Zo nee, waarop baseert u het tegendeel?
            
Vraag 7
            
Kunt u uitsluiten dat de vaccins negatieve effecten hebben op de gezondheid van de
               gevaccineerde dieren zelf, bijvoorbeeld door verminderde weerstand of andere bijwerkingen?
            
Vraag 8
            
Heeft u onderzoek laten uitvoeren naar mogelijke effecten van het vaccin op de veiligheid
               van de eieren en het vlees van gevaccineerde kippen voor menselijke consumptie? Zo
               ja, kunt u deze onderzoeksresultaten met de Kamer delen?
            
Vraag 9
            
Kunt u garanderen dat er géén sporen van het vaccin, of van door het vaccin geïnduceerde
               stoffen, aanwezig zullen zijn in de eieren of het vlees van gevaccineerde kippen?
            
Vraag 10
            
Deelt u de mening dat het, met het oog op consumentenvoorlichting en keuzevrijheid,
               noodzakelijk is dat consumenten expliciet worden geïnformeerd wanneer zij eieren of
               kippenvlees van gevaccineerde dieren kopen of consumeren? Zo ja, bent u bereid ervoor
               zorg te dragen dat op de verpakkingen van producten die eieren of vlees van gevaccineerde
               kippen bevatten, dit duidelijk staat aangegeven? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 11
            
Heeft u geïnventariseerd wat de mogelijke directe en indirecte (economische) gevolgen
               zullen zijn voor de bedrijfsvoering van pluimveehouders die hun kippen laten vaccineren?
               In hoeverre bestaat het risico dat Nederlandse pluimveehouders, indien wordt overgegaan
               tot grootschalige vaccinatie, te maken krijgen met handelsbelemmeringen in binnen-
               en buitenland?
            
Vraag 12
            
Kunt u bovenstaande vraag eveneens beantwoorden voor de overige bedrijven in de gehele
               kipproductieketen – van verhandeling tot verwerking van kipproducten als ingrediënt,
               halffabrikaat of eindproduct? In hoeverre worden de betrokken bedrijven op de hoogte
               gesteld van de vaccinatiestatus van kipproducten die zij afnemen of verwerken?
            
Vraag 13
            
Kunt u bovenstaande vraag eveneens beantwoorden voor andere sectoren, zoals horeca
               en detailhandel?
            
Vraag 14
            
Welke gevolgen verwacht u voor de kostprijs van producten die ingrediënten afkomstig
               van gevaccineerd (of juist niet-gevaccineerd) pluimvee bevatten voor consumenten?
            
Vraag 15
            
Welke gevolgen verwacht u ten aanzien van de acceptatie van gevaccineerd pluimvee,
               eieren van gevaccineerd pluimvee en producten (bestemd voor menselijke of dierlijke
               consumptie) die ingrediënten afkomstig van gevaccineerd pluimvee bevatten?
            
Vraag 16
            
Kunt u uitsluiten dat deze pilot uiteindelijk zal leiden tot een verplichte vaccinatie
               voor alle pluimveehouders in Nederland? Zo nee, hoe verhoudt zich dit tot de keuzevrijheid
               van boeren en consumenten?
            
Vraag 17
            
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en binnen de daarvoor gestelde termijn
               beantwoorden?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur - 
              
                  Indiener
Gideon van Meijeren, Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.