Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bikker en Van Nispen over het NOS-item 'Ondanks verbod toch gokreclame op Belgische voetbalshirts, 'kan ook hier gebeuren''
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie) en Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het NOS-item «Ondanks verbod toch gokreclame op Belgische voetbalshirts, «kan ook hier gebeuren»» (ingezonden 30 januari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 12 maart
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1358.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het NOS-item «Ondanks verbod toch gokreclame op Belgische
voetbalshirts, «kan ook hier gebeuren»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Herkent u het in dit bericht geschetste beeld dat in België wetgeving omzeild wordt
die vergelijkbaar is met het Nederlandse verbod op gokreclames?
Deelt u onze vrees dat het aankomende verbod ook in Nederland op dergelijke slinkse
manieren zal worden ontweken?
Hebt u in anticipatie hierop toch meer maatregelen getroffen om dit te voorkomen,
en zo niet, welke maatregelen gaat u alsnog en op welke termijn treffen zodat het
verbod niet ontweken wordt?
Antwoord 2, 3 en 4
Zowel België als Nederland kennen vergaande verboden voor reclame voor online kansspelen,
waaronder een verbod op reclame in de sport.2 De nationale wetgeving is echter niet een-op-een te vergelijken. Er zijn verschillen
ten aanzien van de ingangsdatum, de overgangstermijn en de reikwijdte van de verboden.
In België mogen bijvoorbeeld minderjarige sporters sinds 1 juli 2023 geen gokreclames
meer op hun tenue dragen en met ingang van 1 januari 2028 geldt er in België een totaalverbod
op gokreclames in de professionele sportwereld. In Nederland geldt vanaf 1 juli 2025
voor vergunde aanbieders van online kansspelen een totaal verbod op sport sponsoring.3 In de Nederlandse wet- en regelgeving is uitdrukkelijk bepaald dat het de verantwoordelijkheid
van kansspelaanbieders is om zich te allen tijde aan de geldende reclameregels te
houden.4 Ook als er andere partijen betrokken zijn bij de reclame- en sponsoractiviteiten,
zoals inkoopbureaus en sponsorpartners.
Ik kan niet uitsluiten dat er in Nederland partijen zijn die zullen proberen aan hun
kansspelbedrijf gerelateerde sponsornamen of -logo’s te tonen op vergelijkbare wijze
als in België. Indien dit gebeurt, dan zal de Kansspelautoriteit (Ksa) alle juridische
middelen inzetten om dit te voorkomen of te doen stoppen.
In mijn brief van 14 februari 2025 heb ik uiteengezet hoe ik op basis van mijn visie
op kansspelen en de beleidsreactie op de evaluatie van de Wet kansspelen op afstand
(Wet koa) maatregelen tref om mensen beter te beschermen tegen schadelijke effecten
van kansspelen.5 Met betrekking tot reclame voor online kansspelen ziet dat op twee zaken. Ten eerste
een verdere beperking van reclame voor online kansspelen tot het strikt noodzakelijke,
met als uitgangspunt «verboden, tenzij». Ten tweede een wijziging van de algemene
uitgangspunten van de Wet op de kansspelen (Wok) waarin de normadressaat wordt uitgebreid,
met onder andere schakels in de reclameketen zoals marketingbedrijven en internetplatforms.6 Met deze twee maatregelen wordt voorzien in een duidelijker reclameverbod met beperkte
uitzonderingen en dat maakt omzeiling van de regels veel lastiger.
Vraag 5
Herinnert u zich onze eerder ingezonden vragen (ingezonden op 23 september 2024 en
door u beantwoord op 17 oktober 20247)? Heeft u sindsdien nieuwe inzichten opgedaan? Vindt u nog steeds dat de door u in
die beantwoording genoemde wetsartikelen afdoende bescherming zullen bieden tegen
vergelijkbare ongerijmdheden door de gokindustrie zoals nu in België het geval is?
Antwoord 5
Ja. In de beantwoording van de ingezonden Kamervragen van 23 september 2024 heb ik
geantwoord dat ik de ontwikkelingen in het buitenland volg en mede aan de hand van
de uitkomsten van de evaluatie van de Wet koa zal bezien of een verdere aanscherping
van de reclameregels gewenst is. Daarbij is van belang dat met het Besluit ongerichte
reclame kansspelen op afstand, op zo kort mogelijke termijn, een zo vergaand als mogelijk
reclame- en sponsoringverbod is ingericht binnen de huidige kaders van de Wok. Voor
verderstrekkende verbodsbepalingen is een wetswijziging benodigd. Deze heb ik aangekondigd
in mijn brief van 14 februari jl.8
Vraag 6
Kunt u het citaat van de Nederlandse Kansspelautoriteit in het artikel – «We willen
graag dat de wet wordt aangepast zodanig dat aanbieders wel de ruimte krijgen om reclame
te maken, maar dat we de vormen van omzeiling die we nu in België zien, kunnen tegenhouden.»
– toelichten? Dit citaat is te lezen als de wens om verruiming van de reclamemogelijkheden;
klopt deze interpretatie en, zo ja, deelt u die wens, ondanks duidelijke Kameruitspraken?
Antwoord 6
De Ksa heeft mij desgevraagd laten weten dat zij niet heeft gepleit voor een verruiming
van de reclamemogelijkheden, maar voor twee andere zaken. Ten eerste heeft de Ksa
gepleit voor het in stand houden van de mogelijkheid voor vergunde aanbieders om reclame
te maken voor het legale aanbod binnen duidelijke kaders. De Ksa is geen voorstander
van een totaal reclameverbod, omdat het voor burgers duidelijk moet zijn waar legaal
gespeeld kan worden en om te voorkomen dat zij alleen reclame van illegale aanbieders
zien en dan daar gaan spelen zonder enige bescherming. Ten tweede heeft de Ksa gepleit
voor een andere opzet van de reclameregels. Ze stelt voor het huidige stelsel om te
vormen van een stelsel waarin alle reclame is toegestaan mits aan cumulatieve voorwaarden
wordt voldaan («ja, tenzij») naar een stelsel waarin alle reclame voor kansspelen
is verboden, tenzij nadrukkelijk toegestaan («nee, tenzij»).
Verder heeft de Ksa nog de wens geuit dat de reclameregels voor iedereen gaan gelden
in plaats van slechts voor de vergunninghouders, zoals nu het geval is. Op die manier
kan de Ksa rechtstreeks optreden tegen de reclamemakers zelf, zoals nieuwssites of
voetbalclubs. Dit komt overeen met mijn voornemens voor wijzigingen op het gebied
van reclameregels.
Vraag 7
Deelt u onze overtuiging dat jonge sportfans helemaal geen gokreclame moeten tegenkomen?
Antwoord 7
In mijn brief van 14 februari jl. heb ik beschreven dat het kansspelbeleid als doel
heeft het beschermen van burgers tegen kansspelgerelateerde schade, zoals verslavings-
en schuldenproblematiek. Hierbij heb ik in het bijzonder aandacht voor kwetsbare groepen,
zoals minderjarigen en jongvolwassenen. Dit betekent dat deze kwetsbare groepen zo
min mogelijk reclame voor kansspelen op afstand tegen moeten komen. Zoals in antwoord
3 en 4 beschreven, wil ik de mogelijkheden voor reclame voor online kansspelen tot
het strikt noodzakelijke beperken, met als uitgangspunt «verboden, tenzij». Helemaal
voorkomen dat jonge sportfans gokreclame tegenkomen is niet mogelijk, zeker zolang
goksponsering in de sport in andere landen nog toegestaan is.
Vraag 8
Bent u met ons van mening dat het geen pas geeft dat verscheidene voetbalclubs ondanks
het aanstaande verbod toch, misschien wel tot de laatste dag dat het mag, gokreclames
blijven faciliteren? Vindt u met deze vragenstellers dat dit weliswaar volgens de
letter van de wet mag, maar in strijd is met de maatschappelijke verantwoordelijkheid
die ook voetbalclubs hebben te nemen? Bent u bereid deze clubs hierop aan te spreken?
Antwoord 8
Met name voor de sportsector heeft het verbod op sponsoring door gokbedrijven grote
financiële gevolgen. Gezien het belang van de sport in de samenleving, is voor een
overgangsperiode van twee jaar gekozen voor contracten die voor 1 juli 2023 waren
gesloten. Het verbod op sponsoring door gokbedrijven zal op 1 juli 2025 in werking
treden. Daarmee hebben sportclubs voldoende de gelegenheid gekregen om andere sponsoren
te vinden. Deze ingangsdatum valt eveneens samen met het einde van het sportseizoen.
Ik zie dan ook geen grond om clubs nu aan te spreken op deze contracten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.