Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Sneller en Vijlbrief over de verplichte jaarlijkse WOZ-waardebepaling door gemeenten
Vragen van de leden Sneller en Vijlbrief (beiden D66) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Staatssecretaris van Financiën over de verplichte jaarlijkse WOZ-waardebepaling door gemeenten (ingezonden 9 januari 2025).
Mededeling van Staatssecretaris Van Oostenbruggen (Financiën) (ontvangen 31 januari
2025).
Vraag 1
Heeft het kabinet al een reactie gegeven of kunt u een reactie geven op de aangenomen
motie van de Vereniging Nederlandse Gemeenten om een tweejaarlijkse waardering van
de WOZ-waarde te overwegen?
Vraag 2
Heeft het kabinet contact opgenomen met de initiatief nemende gemeenten Katwijk, Gouda
of andere partijen om deze optie verder te onderzoeken? Zo ja, wat is hiervan de uitkomst
geweest?
Vraag 3
Is nog steeds de verwachting dat er medio maart 2025 een onderzoek uitgevoerd door
prof. mr. dr. Schep en de heer Kastelein LL.M. en zal aan de hand daarvan een kabinetsreactie
komen die concreet in zal gaan op het voorstel om de WOZ-waardebepaling tweejaarlijks
te doen?
Vraag 4
Overweegt het kabinet ook om gemeenten zelf te laten bepalen met welke frequentie
zij de WOZ-waarden van de objecten in hun eigen gemeenten bepalen?
Vraag 5
In hoeveel andere ontwikkelde landen is er sprake van een jaarlijkse waardebepaling
van onroerend goed door de overheid ten behoeve van belastingheffing?
Vraag 6
Kunt u overzicht geven van de ontwikkeling van de uitvoeringskosten die gepaard gaan
met de uitvoering van de WOZ door gemeenten, in totaal, in percentage van de totale
ozb-opbrengst en gemiddeld per object over de afgelopen tien jaar?
Vraag 7
Zijn er cijfers beschikbaar over het deel van de uitvoeringskosten dat verband houdt
met het feit dat de waardebepaling van de WOZ verplicht jaarlijks gebeurt?
Vraag 8
Is het mogelijk om de optie om de WOZ-waardebepaling tweejaarlijks te doen op te nemen
in de Ombuigingslijst?
Vraag 9
Bestaan er schattingen welke besparingen in uitvoeringskosten (op termijn) gerealiseerd
zouden kunnen worden indien overgestapt wordt op een tweejaarlijkse of driejaarlijkse
waardering van de WOZ-waarde?
Vraag 10
Is er contact geweest met verzekeraars, banken en/of andere private partijen die gebruik
maken van de WOZ-waardebepaling welke effecten het afstappen van de verplichte jaarlijkse
waardebepaling voor hun bedrijfsvoering zou hebben?
Vraag 11
Zou het mogelijk zijn om private partijen die gebruik maken van de WOZ-waardebepaling,
zoals verzekeraars en banken, een bijdrage te laten leveren aan de uitvoeringskosten
van de WOZ bij gemeenten?
Mededeling
De schriftelijke vragen van de leden Sneller en Vijlbrief aan de Minister van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening en de Staatssecretaris van Financiën over de verplichte jaarlijkse
WOZ-waardebepaling door gemeenten (2025Z00120, ingezonden 9 januari 2025) kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording
niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Uiteraard is het streven om
de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.