Schriftelijke vragen : Het artikel '’Expats only’: Nederlandse woningzoekers buitenspel door nieuwe wet'
Vragen van het lid Welzijn (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het artikel «»Expats only»: Nederlandse woningzoekers buitenspel door nieuwe wet» (ingezonden 20 januari 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het ED-artikel?1
Vraag 2
In welke segmenten zitten de woningen die op de in het artikel geschetste wijze worden
verhuurd onder het motto van short stay?
Vraag 3
Wat is de verdeling van de verhuur over deze segmenten heen?
Vraag 4
Hebben de gevraagde huurprijzen een relatie met het huurprijssegment waartoe de woningen
behoren?
Vraag 5
Wat is de gemiddelde huurprijs van de shortstay en hoeveel wijkt dit af van de verhuur
van dezelfde woning onder reguliere verhuur?
Vraag 6
Is er sprake van een stijging van de short stay verhuur sinds de invoering van de
Wet vaste huurcontracten?
Vraag 7
Verkoop is wettelijk gezien geen «dringend eigen gebruik» en als zodanig geen reden
om de huur op te zeggen, worden door inzet van short stay wetten omzeild? Zo ja welke?
Vraag 8
Worden hier wetten oneigenlijk gebruikt? Zo ja welke?
Vraag 9
Als hier geen wetten omzeild of oneigenlijk gebruikt worden, hoe kijkt u dan aan tegen
de wenselijkheid van de situatie waarbij verhuurders short stay inzetten om de periode
tot verkoop te overbruggen?
Vraag 10
Onder welk fiscaal regime valt verkoop van woningen waarbij de verhuurders actief
inzetten op beëindiging van huurovereenkomsten?
Vraag 11
Is hier in uw beeld sprake van actieve beëindiging van huurcontracten waardoor box
1 van toepassing zou moeten zijn?
Vraag 12
Wat is de wettelijke grond onder het actief uitsluiten van groepen woningzoekenden
door genoemde verhuurders, in dit geval huurders die op zoek zijn naar permanente
woonruimte?
Vraag 13
Is een gemeentelijke vergunning voor deze vorm van woningonttrekking nodig voor short
stay?
Vraag 14
Hoeveel vergunningen hebben gemeenten sinds de Wet vaste huurcontracten verleend?
Vraag 15
Is bekend hoeveel verhuurders een dergelijke vergunning hebben?
Vraag 16
Hoeveel gevallen van verhuurders die short stay verhuur doen zonder vergunning zijn
bekend?
Vraag 17
Onder welke condities kunnen gemeenten deze vergunning verlenen?
Vraag 18
Hoe lang mag de maximale termijn van shortstay zijn per huurder?
Vraag 19
Kan deze termijn door verhuurders opgerekt worden?
Vraag 20
Hebben gemeenten voldoende capaciteit om te handhaven?
Vraag 21
Wat heeft handhaving concreet opgeleverd en wat vindt u van dit beeld?
Vraag 22
Is het wel of niet nodig om landelijk in te grijpen? Waarom wel of niet?
Vraag 23
Bent u bereid om de voorwaarden voor het verkrijgen van een vergunning voor short
stay-verhuur te herzien en, waar nodig, aan te scherpen om meer grip te krijgen op
het huuraanbod, discriminatie tegen te gaan en ervoor te zorgen dat short stay uitsluitend
wordt aangeboden met een legitiem en passend doel? Zo ja op welke termijn, en zo nee
waarom niet?
Vraag 24
Kunt u deze vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Indiener
Merlien Welzijn, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.