Amendement : Amendement van het lid Stoffer over het van de toets anderstalig onderwijs uitzonderen van hogescholen

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID STOFFER

Ontvangen 17 januari 2025

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het voorgestelde artikel 6.3, eerste lid, vervalt telkens «associate degree-opleiding
of» en wordt na «bacheloropleiding» telkens ingevoegd «in het wetenschappelijk onderwijs».

2. Het voorgestelde artikel 6.4 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid vervallen «een anderstalige associate degree-opleiding,» en «associate
degree-opleiding of» en wordt na «bacheloropleiding» telkens ingevoegd «in het wetenschappelijk
onderwijs».

b. In het zesde lid vervallen «een anderstalige associate degree-opleiding,» en «associate
degree-opleiding of» en wordt na «bacheloropleiding» telkens ingevoegd «in het wetenschappelijk
onderwijs».

II

In artikel I, onderdeel O, wordt het voorgestelde artikel 7.2 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «associate degree-opleiding of» en wordt na «bacheloropleiding»
ingevoegd «in het wetenschappelijk onderwijs».

2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

1a. Het onderwijs binnen een associate degree-opleiding, een bacheloropleiding of een
masteropleiding in het hoger beroepsonderwijs wordt volledig verzorgd in het Nederlands,
of voor zover het onderwijs betreft binnen de provincie Fryslân, in het Nederlands
of het Fries, tenzij het anderstalig verzorgen van het onderwijs past binnen het op
grond van artikel 7.2a vastgestelde taalbeleid.

III

In artikel I, onderdeel P, wordt het voorgestelde artikel 7.2a, eerste lid, als volgt
gewijzigd:

1. Aan onderdeel a wordt toegevoegd «binnen het wetenschappelijk onderwijs».

2. Na onderdeel a wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

aa. de procedure waarmee en de inhoudelijke gronden waarop wordt overgegaan tot het voeren
van een andere taal binnen een opleiding of traject of een deel ervan in het hoger
beroepsonderwijs en de noodzaak voor dit anderstalige onderwijs.

Toelichting

Ondergetekende constateert dat de toets anderstalig onderwijs een complex en belastend
sturingsinstrument is, waarvan de inzet in het licht van de huidige situatie in het
hoger beroepsonderwijs vooralsnog niet legitiem lijkt. Het aandeel anderstalige opleidingen
is in het hoger beroepsonderwijs immers beperkt en bovendien is dat aandeel al jaren
min of meer stabiel. In navolging van het advies van de Afdeling advisering van de
Raad van State regelt dit amendement daarom dat de toets anderstalig onderwijs niet
van toepassing is op de hogescholen. Afhankelijk van de ontwikkeling in de sector
kan indien nodig alsnog binnen redelijk korte termijn een wettelijke regeling worden
getroffen, mede op basis van ervaringen die in de praktijk zijn opgedaan.

Dit amendement regelt dat in het hoger beroepsonderwijs de norm blijft bestaan dat
het onderwijs in beginsel in het Nederlands gegeven wordt, zowel in de bacheloropleidingen
als in de masteropleidingen. Uitzonderingen zijn mogelijk indien daarvoor, volgens
de kaders van de in het wetsvoorstel voorgestelde taalbeleid (art. 7.2a), noodzaak
zou bestaan. De instelling beschrijft de procedure en de gronden en de noodzaak daarvan,
waarbij het vanzelf spreekt dat de instelling in ieder geval rekenschap geeft van
de situaties bedoeld in het huidige artikel 7.2 WHW dat sprake is van een talenstudie
en een gastspreker. De medezeggenschap en de opleidingscommissie kunnen ten aanzien
van het beleid inzake de onderwijstaal gebruik maken van de hun wettelijk toegekende
rechten.

Stoffer