Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Verzamelbrief Digitalisering (Kamerstuk 26643-1232)
2025D01356 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om
enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (Digitalisering en Koninkrijksrelaties) over de brieven
d.d. 7 november 2024 «Startbrief Digitalisering» (Kamerstuk 26 643, nr. 1231) en d.d. 7 november 2024 «Verzamelbrief Digitalisering» (Kamerstuk 26 643, nr. 1232).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Wijen-Nass
Adjunct-griffier van de commissie,
Muller
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van GL-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van ChristenUnie-fractie
II Antwoord/reactie van de bewindspersoon
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de stukken op de agenda van het
schriftelijk overleg over de Startbrief Digitalisering (Kamerstuk 26 643-1231) en de Verzamelbrief Digitalisering (Kamerstuk 26 643-1232). Naar aanleiding hiervan hebben deze leden nog enkele vragen.
In de Startbrief Digitalisering van 7 november 2024 lezen de leden van de PVV-fractie
dat er samengewerkt zal worden met verschillende departementen en dat het voortouw
bij de Staatssecretaris van BZK ligt om de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS)
te maken. Tijdens het wetgevingsoverleg inzake de begrotingen BZK, JenV en EZ van
11 november 2024 werd duidelijk dat het voor de commissie Digitale Zaken (DiZa) vaak
lastig is om te bepalen welk departement precies verantwoordelijk is voor bepaalde
onderwerpen, gezien de raakvlakken van DiZa met verschillende portefeuilles. Deze
leden zouden gaarne van het kabinet willen vernemen welke departementen concreet bijdragen
aan de NDS, en welk departement de regie over de uitvoering hiervan heeft?
Voorts lezen de leden van de PVV-fractie in de Startbrief Digitalisering van 7 november
2024 dat het kabinet streeft naar een «één-overheidsbenadering», waarvan het uitgangspunt is dat er meer samenwerking en afstemming nodig
is tussen Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en publieke dienstverleners middels
de digitalisering van het «Huis van Thorbecke». In hoeverre en op welke wijze wordt
de input van gemeenten, provincies en waterschappen meegenomen in de NDS en hoe wordt
voorkomen dat de verschillende overheidslagen langs elkaar heen werken bij de uitvoering
van digitaliseringsprojecten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de stukken. Hierover
hebben deze leden enkele vragen en opmerkingen.
Startbrief digitalisering
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn blij met het belang dat de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hecht aan digitalisering. Deze leden
zijn het met hem eens dat het essentieel is dat de overheid digitale technologie verantwoord
inzet en goede dienstverlening biedt aan burgers en ondernemers. Ook delen zij de
opvatting van de Staatssecretaris dat een sterke digitale overheid substantieel nauwere
samenwerking vereist, waarbij tussen de overheidslagen en departementen als één overheid
innovatief en wendbaar aan de slag wordt gegaan.
Daarom zijn de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie benieuwd naar de visie van de
Staatssecretaris naar hoe verantwoordelijkheden en taken op het gebied van digitalisering
dit moment belegd zijn. Wat is de visie van de Staatssecretaris als het bijvoorbeeld
gaat om de autonomie van verschillende departementen om zelf te kunnen bepalen van
welke (public) cloud provider zij gebruik willen maken? Welke keuzes over digitalisering
moeten worden belegd bij individuele departementen en welke taken vragen om centrale
sturing? Welke instrumenten beidt de toekomstige Nederlandse Digitaliseringsstrategie
(NDS) om acties door te zetten bij alle departementen en te handhaven dat Rijksbreed
beleid wordt nageleefd?
Het is de uitdrukkelijke wens van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat de Staatssecretaris
in de NDS uitgebreid ingaat op de verhouding tussen keuzevrijheid, autonomie en de
coördinerende, dan wel controlerende en afdwingende, rol die de NDS en de Staatssecretaris
in de toekomst zal spelen ten aanzien van één digitale overheid. Kan de Staatssecretaris
op dit vlak ten slotte ingaan op het «pas toe of leg uit»-principe wat hierbij een
mogelijke rol kan spelen, eventueel omgevormd tot een «pas toe of vraag toestemming»-principe?
Voorts willen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie aangeven dat zij blij zijn dat
de NDS poogt om de verschillende reeds bestaande strategieën binnen dit thema aan
elkaar te koppelen. Ook zitten zij niet te wachten op wéér een nieuwe, extra strategie
waarbij verschillende stappen die eerder zijn gezet wederom opnieuw worden gezet.
Ook kijken zij uit naar de opvulling van de hiaten in de reeds bestaande strategieën.
Het is een grote wens van deze leden dat in de NDS expliciet duidelijk wordt aangegeven
welke onderdelen van de strategie voortkomen uit eerdere documenten en strategieën
en welke onderdelen bestaan uit het opvullen van hiaten. Kan de Staatssecretaris daar
zorg voor dragen?
Verder zijn de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie benieuwd naar wat de NDS betekent
voor de status van reeds bestaande documenten, zoals de programmaplannen voor de Generieke
Digitale Infrastructuur, de I-strategie Rijk, de Werkagenda Waardengedreven Digitalisering,
de Nederlandse Cybersecuritystrategie 2022–2028 en de Strategie Digitale Economie.
Worden deze strategieën en documenten gebundeld in de Nederlandse Digitaliseringstrategie,
waarmee deze documenten komen te vervallen? Blijven deze bestaan naast de NDS? En
geldt dit voor alle documenten die als basis dienen voor de NDS? Kan de Staatssecretaris
een overzicht aanleveren van de status van de verschillende documenten die dienen
als basis voor de NDS en de verhouding tussen de verschillende strategieën wanneer
de NDS verschijnt?
Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie om in de Nederlandse Digitaliseringsstrategie
ook de maatschappelijke gevolgen van digitalisering te betrekken. Deze leden sporen
aan om in de strategie vast te leggen welke rol de Nederlandse overheid heeft om negatieve
sociale gevolgen van digitalisering te voorkomen. Hierbij hoort onder andere een analyse
over de manier waarop digitalisering de kloof tussen arm en rijk, maar ook de kloof
tussen digitaal vaardigen en mensen die minder digitaal vaardig zijn, verder uitvergroot.
Digitalisering is geen doel op zich en moet van maatschappelijke waarde zijn, vinden
de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie. Bovendien vraagt het om een duidelijk standpunt
over digitale autonomie. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat hij in de strategie
beschrijft welke waarden het uitgangspunt zijn voor de digitalisering van Nederland?
Kan hij daarbij ook expliciet maken op welke manier de Nederlandse Digitaliseringsstrategie
van toepassing is in zowel Europees Nederland als Caribisch Nederland? Kan hij de
Werkagenda waardengedreven digitalisering van zijn voorganger hierin nadrukkelijk
betrekken?
Verzamelbrief Digitalisering
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben nog enkele vragen en opmerkingen over
de Verzamelbrief.
Over de uitvoering van de motie-Kathmann (Kamerstuk 36 382, nr. 14) hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie enkele vragen. De motie is namelijk
bedoeld om het voor alle aanvragers en verstrekkers van open data duidelijk te maken
onder welke voorwaarden dit moet gebeuren en duidelijkheid te scheppen over de samenhang
van Nederlandse en Europese wetgeving. De indiener wil voorkomen dat juridische onduidelijkheid
leidt tot onnodige drempels in de toegang tot data die van ons allemaal is. Op welke
manier zijn de in de motie genoemde partijen betrokken bij het tot stand komen van
deze handleiding? Hoe kan de Staatssecretaris verzekeren dat deze werkwijze breed
gedragen is onder verstrekkers, aanvragers en handhavers?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie danken de Staatssecretaris voor het vrijgeven
van de 27 onderliggende fiches, hier hebben zij met veel interesse kennis van genomen.
Deze leden waarderen de openheid in het vrijgeven van de fiches en kijken er naar
uit om deze denkrichtingen te betrekken bij toekomstige besluitvorming. Zij snappen
de overweging van de Staatssecretaris dat de onderliggende fiches onder verantwoordelijkheid
van desbetreffende bewindslieden zijn opgesteld en dat eventuele vragen gericht moeten
zijn aan deze bewindslieden. Deze leden zullen dan ook op een later moment schriftelijke
vragen opstellen, indien zij deze hebben, ten aanzien van deze fiches en deze aan
de juiste bewindslieden richten. Voor dit schriftelijk overleg hebben zij derhalve
geen vragen ten aanzien van deze fiches.
De leden van voornoemde fractie bedanken de bewindslieden en de betrokken ambtenaren
voor de beantwoording.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven
die op de agenda staan voor het onderhavige schriftelijke overleg. Graag willen zij
de Staatssecretaris daarover een aantal vragen stellen.
Startbrief Digitalisering
Allereerst vragen de leden van de VVD-fractie of de Staatssecretaris kan concretiseren
hoe de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) bijdraagt aan betere digitale dienstverlening
voor de burger op lokaal overheidsniveau. Tevens vragen deze leden of de Staatssecretaris
kan concretiseren hoe de NDS bijdraagt aan betere digitale dienstverlening voor de
burger op nationaal overheidsniveau.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris de mening deelt dat de implementatie
van nieuwe, opkomende technologieën bij de overheid moet bijdragen aan betere digitale
dienstverlening. Kan hij duiden op welke manier dit gebeurt? Bevat de NDS plannen
ter promotie en voorlichting over de opkomende technologieën binnen de overheid?
Ook vragen de leden van de VVD-fractie van welke bestaande digitale overheidsdienst
de Staatssecretaris verwacht dat deze ingrijpend zal verbeteren door implementatie
van de NDS.
Van welke offline overheidsdienst verwacht de Staatssecretaris dat deze door implementatie
van de NDS deels of volledig digitaal zal worden aangeboden? En levert dit een verbetering
in de dienstverlening op?
Deze leden vragen of het Ministerie van BZK binnen de reikwijdte van de NDS een coördinerende
taak op zich neemt bij de uitvoering van grote ICT-projecten op andere ministeries.
Kan de Staatssecretaris hierop reflecteren?
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris de mening deelt dat de verbetering
van het CIO-stelsel onderdeel moet zijn van de NDS. In hoeverre is dit opgenomen in
de NDS? Deze leden vragen tevens of de Staatssecretaris de mening deelt dat de NDS
een strategie moet uitwerken voor een periode van minstens vijf jaar. Ook vragen zij
of de Staatssecretaris de mening deelt dat de NDS een onderdeel moet zijn van de begroting
van BZK. Verder vragen de leden van de VVD-fractie of de Staatssecretaris het eens
is over dat de digitale overheidssystemen voor burgers makkelijk toegankelijk en werkbaar
moeten zijn? En bevat de NDS concrete waarborgen of maatregelen daartoe? Zo ja, welke?
Kan de Staatssecretaris er zorg voor dragen dat de NDS een concreet en controleerbaar
document wordt?
Als laatste vragen de leden van de VVD-fractie over pagina 4 van de Startbrief Digitalisering:
wat wordt precies bedoelt met «dat we als overheid meer datagedreven kunnen werken»?
En tevens over pagina 4: waar wordt aan gedacht bij de vernieuwende manier van aanpakken
van digitaliseringsopgaven?
Verzamelbrief Digitalisering
De leden van de VVD-fractie constateren dat er wordt gewerkt aan een Federatief Datastelsel.
Daarvoor is een wettelijke grondslag nodig, zo begrijpen deze leden. Zij vragen naar
de stand van zaken als het gaat om de voorbereiding van deze wetgeving.
Over pagina 3 vragen de leden van de VVD-fractie: er is de aanbeveling gedaan om de
toezichthouders van stelselhouders te harmoniseren, onder andere door het hanteren
van één generieke set aan verticale verantwoordingseisen over het management van informatiebeveiliging.
Wat wordt er met deze aanbeveling gedaan?
Tevens over pagina 3: deze leden begrijpen dat het kabinet voornemens is om de gehele
overheid binnen het bereik van de Cyberbeveiligingswet te laten vallen. Dat betekent
een wetswijziging. Wanneer, zo is de verwachting, kan de Kamer een wetsvoorstel tegemoet
zien?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Startbrief
Digitalisering en de beantwoording van openstaande moties en toezeggingen. Deze leden
zien digitalisering als een essentieel thema, dat zowel kansen als risico’s omvat
voor de rechtstaat, privacy van burgers en de kwaliteit van overheidsdienstverlening.
Derhalve zien zij met grote interesse uit naar de aankomende Nederlandse Digitaliseringsstrategie
(NDS). Deze leden erkennen de inspanningen van het kabinet, maar hebben op een aantal
belangrijke punten aanvullende vragen en opmerkingen. Zij hechten groot belang aan
de benadering van één digitale overheid, inclusief effectieve samenwerking tussen
de verschillende overheidslagen, duidelijke spelregels voor datagebruik en een toekomstbestendige
digitale strategie die Nederland beschermt tegen zowel interne kwetsbaarheden als
externe dreigingen.
In het kader daarvan stellen de leden van de NSC-fractie daarom de volgende vragen.
De leden van de NSC-fractie constateren dat een terugkerende bevinding van de Algemene
Rekenkamer is dat de Staatssecretaris tot op heden nog (te) weinig zijn overheidsbrede
coördinerende mandaat pakt op het gebied van digitale standaarden, zoals zeer recentelijk
te lezen was in het rapport «Het Rijk in de cloud; Donkere wolken pakken samen» en
eerder in het rapport «Focus op AI bij de rijksoverheid» en het verantwoordingsonderzoek
over 2023. Deze leden vragen vanuit deze achtergrond of de Staatssecretaris deze bevinding
herkent en zo ja, of hij op basis van de NDS een daadkrachtigere invulling wil geven
aan dit mandaat en hoe de Kamer de effecten hiervan gaat zien. In aanvulling vragen
ze de Staatssecretaris of hij de mening is toegedaan dat een nieuwe werkcultuur binnen
het Rijk vereist is om op deze manier te werken.
Deze leden onderschrijven de ambitie van de Staatssecretaris om burgers en ondernemers
meer als één overheid te bedienen en hen zo min mogelijk te vragen om opnieuw dezelfde
gegevens aan te leveren. Zij vragen welke specifieke maatregelen de Staatssecretaris
neemt om dubbele dataverzameling te voorkomen. Daarbij vragen ze de Staatssecretaris
of, en zo ja, hoe hij voornemens is het once only-principe te implementeren in alle
lagen van de overheid, zodat burgers niet herhaaldelijk dezelfde gegevens hoeven aan
te leveren, het risico op datalekken wordt verminderd en privacy wordt gewaarborgd.
Ook zijn zij benieuwd welk toezichtmechanisme zal zorgen voor naleving van dit principe.
De leden van de NSC-fractie vragen de Staatssecretaris hoe hij aankijkt tegen de samenwerking
tussen decentrale overheden en het Rijk op het gebied van digitale dienstverlening.
Ziet hij kansen om deze samenwerking te verbeteren, en zo ja, welke zijn dat? Zijn
er bijvoorbeeld mogelijkheden om decentrale overheden te ontlasten als het bijvoorbeeld
gaat om standaarden of generieke digitale infrastructuur? Is de Staatssecretaris hierover
in gesprek geweest met de VNG en andere decentrale overheden?
De leden van de NSC-fractie constateren dat de Rijksoverheid grotendeels afhankelijk
is van niet-Europese clouddiensten voor dataopslag en gegevensverwerking, wat risico’s
met zich meebrengt voor de nationale veiligheid, onze digitale soevereiniteit, ons
economisch verdienvermogen en de privacy van burgers. Rapporten van Clingendael, de
Audit Dienst Rijk en de Algemene Rekenkamer bevestigen dit beeld en laten tot overmaat
van ramp zien dat veel overheidsonderdelen niet eens inzichtelijk hebben van welke
clouddiensten ze gebruik maken, zo constateren deze leden. Zij vragen daarom of de
Staatssecretaris de urgentie ervaart van dit probleem en of hij zich net als de NSC-fractie
zorgen maakt over het lage niveau van bewustzijn over dit probleem binnen veel onderdelen
van de overheid. Ook vragen de leden of doelstellingen in de NDS ten minste bevatten
dat a) overheidsbreed de eenzijdige afhankelijkheid van niet-Europese clouddiensten
wordt afgebouwd, en b) verplicht wordt gesteld, en dit gehandhaafd wordt, dat een
risicoanalyse gemaakt wordt bij gebruik van cloudopslag? Ten slotte vragen zij welke
stappen worden gezet om onafhankelijke Nederlandse clouddienstverleners meer marktkansen
te bieden en hoe daarbij Europese samenwerking wordt benut.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de Startbrief Digitalisering
en de Verzamelbrief Digitalisering. Deze leden hebben hier enkele vragen en opmerkingen
over.
De leden van de BBB-fractie zien kansen voor de Nederlandse Digitaliseringsstrategie
(NDS) waar het gaat om de versterking van de digitale overheid. Het kan de burger
dichter bij de overheid brengen en overheidsdienstverlening verbeteren. En die burger
staat wat deze leden betreft centraal in dit proces. We willen dat de overheid een
proactieve rol speelt in de digitale transformatie, met als voornaamste doel de mens
centraal te houden en de brug tussen burger en overheid veel sterker te maken. Hiervoor
is het wat deze leden betreft noodzakelijk dat digitale diensten voor iedereen toegankelijk
zijn. Daarom streven we naar gebruiksvriendelijke oplossingen. Het is goed om de Startbrief
Digitalisering te lezen dat deze intentie door het kabinet wordt gedeeld. De leden
lezen in de Startbrief Digitalisering dat het goed neerzetten van de NDS vereist dat
er ook gekeken wordt naar al bestaande strategieën en eerder geformuleerde doelen.
De leden van de BBB-fractie vragen het kabinet of er hierbij sprake is van een hiërarchie
tussen de diverse beleidstukken (tussen de NDS en de Strategie Digitale Economie en
de Cybersecuritystrategie bijvoorbeeld)?
De leden van de BBB-fractie lezen in de Startbrief Digitalisering hoe we de cloud
kunnen inzetten voor de overheid, en hoe data op een verantwoorde te gebruiken zijn
bij onderwerpen waar veel over gesproken wordt. Bij deze leden zijn er zorgen rond
de veiligheid, privacy en rechtsbescherming bij overheidsorganisaties die overstappen
naar de cloud. Met veel interesse hebben de leden dan ook het rapport van Clingendael
over cloud soevereiniteit gelezen. Organisaties staan voor de uitdaging om enerzijds
moderne techniek te gebruiken en anderzijds goed te zorgen voor het eigendom en de
bescherming van gegevens. En dat laatste, de zogenaamde soevereiniteit, is lastig.
Omdat we zien dat zelfs wanneer bedrijven clouddiensten vanuit Europese datacenters
aanbieden, de juridische controle vaak onder Amerikaanse wetgeving valt. En dat hiermee
het risico ontstaat dat de Amerikaanse overheid toegang kan krijgen tot privacygevoelige
gegevens.
Ondanks de risico’s is het duidelijk dat de public cloud enorme voordelen biedt. Hierbij
dan ook de vraag aan het kabinet hoe de uitdaging om deze voordelen maximaal te benutten,
zonder concessies te doen aan de soevereiniteit en gegevensbescherming, gaat worden
uitgewerkt in de herzieningsvoorstellen. Zodat we volgend jaar het hernieuwde rijksbrede
cloudbeleid kunnen vaststellen, zoals te lezen in de evaluatie. Welke passende maatregelen
kunnen er worden genomen om de risico’s rond soevereiniteit zo klein mogelijk te maken,
zo vragen de leden van de BBB-fractie. En daarnaast, kan er in de NDS worden vastgelegd
wat de exacte definitie is van soevereiniteit en wanneer we kunnen vaststellen dat
hier sprake van is, zo vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de Startbrief Digitalisering
en de Verzamelbrief Digitalisering en hebben hierover nog enkele vragen.
Deze leden constateren dat de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) van de Staatssecretaris
centraal zal staan in de aanpak van de Staatssecretaris. Voor deze leden is echter
onvoldoende duidelijk wat de meerwaarde van deze NDS is, aangezien deze blijkens de
startbrief zal voortbouwen op bestaand beleid. Daarom vragen zij waarom deze NDS nodig
is en wat precies de meerwaarde is. De leden van de CDA-fractie vragen ook of deze
NDS nieuw beleid zal bevatten. Zo ja, dan vragen deze leden waar de Staatssecretaris
aan denkt. En zo nee, dan vragen zij of het niet beter is alle energie te richten
op nieuwe opgaven en uitdagingen in een steeds verder digitaliserende samenleving,
en het uitvoeren van de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren van zijn voorganger.
Blijft de Staatssecretaris doorgaan met het uitvoeren van deze werkagenda? Zo ja,
welke punten hebben daarin prioriteit?
Het opstellen van een nieuwe strategie, die slechts «bestaande strategieën aan elkaar
verbindt» getuigt wat de leden van de CDA-fractie betreft van onvoldoende ambitie
en urgentie. Daarom vragen deze leden of de Staatssecretaris een «top-vijf» kan noemen
van zaken die hij komende periode wil aanpakken of knelpunten die hij wil oplossen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de Startbrief Digitalisering
en de Verzamelbrief Digitalisering. Deze leden hebben nog een aantal vragen.
De leden van ChristenUnie-fractie constateren dat in de Startbrief Digitalisering
vooral kansen en uitdagingen omtrent digitalisering worden genoemd. Toch zijn deze
leden van mening dat digitalisering bij uitstek een ethisch onderwerp is waar moet
worden nagedacht over hoe bestaande waarden als privacy, veiligheid, democratie en
het welzijn van kinderen op een compleet nieuwe manier geborgd moeten worden. Hoe
ziet het kabinet haar rol in deze ethische vraagstukken voor zich, vragen deze leden.
Is het kabinet van mening dat zij een normerende rol op zich zou moeten nemen en,
zo ja, hoe zou die eruit moeten zien? Op welke manier is het kabinet van plan de veiligheid
van haar burgers te borgen in een veranderende digitale wereld?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de houding van het kabinet tegenover
Big Tech en grote online platforms of bedrijven. Dit vragen deze leden mede in het
licht van de recente keuze van het techbedrijf Meta om samenwerking met factcheckers
te stoppen. Hoe ziet het kabinet deze keuze en wat zijn verwachte gevolgen omtrent
desinformatie online, vragen deze leden. Ziet het kabinet deze ontwikkelingen als
een risico, en hoe willen zij desinformatie zo veel mogelijk tegengaan?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse gelezen over de plannen
van het kabinet voor een Nederlandse Digitaliseringsstrategie en lezen mooie plannen.
Toch staat er nog weinig over de toegankelijkheid van overheidswebsites. Dit terwijl
vijf jaar na het ingaan van het besluit Digitale Toegankelijkheid slechts zes procent
van de overheidswebsites volledig toegankelijk voor mensen met een beperking zijn.
Deze leden vragen dan ook hoe het kabinet van plan is deze toegankelijkheid te verbeteren
en hoe dit bij de NDS wordt betrokken.
Verder vragen de leden van de ChristenUnie-fractie hoe het kabinet uitvoering gaat
geven aan de motie-Ceder (Kamerstuk 36 600 VII, nr. 62) om de Europese toegankelijkheidsakte te verwerken in wet- en regelgeving voor zorg
en onderwijs. Wanneer kan de Kamer verwachten dat de toegankelijkheidsakte verwerkt
wordt? Tevens vragen deze leden hoe het staat met de uitvoering van de motie Ceder
(Kamerstuk 36 600 VII, nr. 61) om het probleem op te lossen dat wettelijke vertegenwoordigers soms noodgedwongen
in overtreding zijn bij DigiD-machtigingen. De motie vraagt om een oplossing voor
het zomerreces van 2025. Hoe gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat wettelijk
vertegenwoordigers van mensen met een ernstige verstandelijke beperking de DigiD van
hun naaste mogen gebruiken?
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het een goed plan dat de Staatssecretaris
een publiekscampagne aan het opzetten is om kinderen en ouders bewuster te maken over
verantwoordelijk gebruik van digitale diensten. Deze leden vragen welke concrete punten
de publiekscampagne gaat aanstippen. Ook vragen zij hoe het gaat met de wens van de
Kamer voor eenduidige richtlijnen voor verantwoordelijk smartphonegebruik en een onafhankelijk
classificatiesysteem. Wanneer kan de Kamer deze zaken verwachten en op welke wijze
gaat het kabinet deze richtlijnen onder de aandacht brengen?
II Antwoord/reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Marieke Wijen-Nass, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
S.R. Muller, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.