Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koekkoek over de herkomst van budgetten voor maatwerkafspraken
Vragen van het lid Koekkoek (Volt) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over de herkomst van budgetten voor maatwerkafspraken (ingezonden 12 december 2024).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 14 januari 2025).
Vraag 1
Hoeveel budget verwacht u in totaal te besteden aan de maatwerkafspraken?
Antwoord 1
Er is circa € 1.004,30 miljoen beschikbaar specifiek voor maatwerkafspraken. Daarnaast
is er € 66 miljoen toegekend voor uitvoeringskosten voor maatwerk. Dit betreffen middelen
voor uitvoeringkosten bij de Ministeries van KGG en I&W en extra capaciteit bij de
omgevingsdiensten voor vergunningverlening. Voor maatwerkafspraken met afvalverbrandingsinstallaties
(AVI’s) is er € 222 miljoen beschikbaar. Er is ook € 2,8 miljoen gereserveerd voor
uitvoeringskosten bij het Ministerie van I&W. Deze middelen zijn allen afkomstig uit
het Klimaatfondsperceel Verduurzaming industrie en innovatie mkb (in totaal € 4,9 miljard).
Daarnaast is er nog het gehele generieke financieringsinstrumentarium (voor de meeste
regelingen ook gefinancierd uit het Klimaatfonds) dat ook gebruikt kan worden voor
de maatwerkafspraken. Het is daardoor op voorhand niet met zekerheid te zeggen wat
uiteindelijk de totale uitgaven worden aan de maatwerkafspraken.
Vraag 2
Klopt het dat er 804 miljoen euro is gereserveerd voor de maatwerkafspraken in het
Klimaatfonds, exclusief de 222 miljoen euro voor maatwerk bij Afvalverwerkingsinstallaties,
en na toekenning van 200 miljoen euro aan Nobian? Zo nee, hoe zit dit dan precies?
Antwoord 2
Dit klopt, er is € 804,3 miljoen beschikbaar exclusief de middelen voor Nobian en
AVI's. Hierbij passen de onder antwoord 1 genoemde kanttekeningen.
Vraag 3
Worden de middelen gereserveerd voor de Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten
Industrie (NIKI) (1 miljard euro) geheel of gedeeltelijk ingezet voor de maatwerkafspraken?
Zo ja, hoeveel hiervan wordt maximaal voor maatwerkafspraken gebruikt?
Antwoord 3
De NIKI is een generieke regeling voor de industrie waar zowel maatwerkbedrijven als
andere bedrijven aanspraak op kunnen maken. Toekenning van middelen uit de NIKI verloopt
via een jaarlijkse tenderprocedure op basis van de meest vermeden CO2-emissie per euro subsidie. Hierdoor worden de middelen toegekend aan de meest competitieve
projecten. In de maatwerkaanpak worden bedrijven gestimuleerd om van het generieke
financieringsinstrumentarium gebruik te maken. Gezien de specifieke systematiek van
de NIKI kan er op voorhand niet bepaald worden welke bedrijven subsidie toegekend
krijgen vanuit dit financieringsinstrument.
Bij de uitwerking van de maatwerkafspraken wordt altijd eerst onderzocht in hoeverre
de bestaande instrumenten zoals de SDE++, de NIKI en de VEKI ingezet kunnen worden.
Pas als die instrumenten niet toereikend zijn, kan een maatwerksubsidie overwogen
worden. Het projectfolio waarover maatwerkafspraken worden voorbereid kan gefaciliteerd
worden door een mix van instrumenten.
Vraag 4
Wordt het niet-gealloceerde bedrag binnen het perceel «verduurzaming industrie en
mkb» van het Klimaatfonds (796 miljoen euro) geheel of gedeeltelijk ingezet voor maatwerkafspraken?
Zo ja, wat is het maximale bedrag dat hiervoor wordt vrijgemaakt?
Antwoord 4
De vrije ruimte in het Klimaatfondsperceel verduurzaming industrie en innovatie mkb
is beschikbaar voor aanvragen in het Meerjarenprogramma (MJP) 2026. Dit proces loopt
en besluitvorming hierover zal plaatsvinden bij de voorjaarsbesluitvorming. De Kamer
wordt hierover gelijktijdig met de Voorjaarsnota geïnformeerd.
Vraag 5
Welk maximaal bedrag bent u bereid in te zetten voor maatwerkafspraken vanuit de Stimulering
Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie-subsidie (SDE++)?
Antwoord 5
De SDE++ is een generieke regeling waar zowel maatwerkbedrijven als andere bedrijven
een aanvraag kunnen indienen. Toekenning van projecten vindt ook bij de SDE++ plaats
op basis van de meeste vermeden CO2-emissie per euro subsidie. Op voorhand kan niet bepaald worden welke bedrijven subsidie
toegekend krijgen. Zie ook het antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Klopt het volgens u dat indien zowel de volledige NIKI-gelden als alle nog niet-gealloceerde
middelen binnen het perceel «verduurzaming industrie en mkb» worden ingezet voor maatwerkafspraken,
er een potentieel budget van 2,6 miljard euro ontstaat? Zo nee, wat is volgens u het
totaal beschikbare bedrag, en uit welke middelen komt dit?
Antwoord 6
Zie de antwoorden op vragen 3 en 4.
Vraag 7
In de media is eerder gesproken over 3 miljard euro voor maatwerkafspraken specifiek
voor Tata Steel; kunt u aangeven uit welke middelen dit bedrag zou moeten komen?
Antwoord 7
Er is op 26 april jl. een onderhandelingsmandaat door de ministerraad vastgesteld
en op basis daarvan lopen momenteel de onderhandelingen met Tata Steel. Vanwege de
onderhandelingspositie van de Staat en de mogelijke koersgevoeligheid van de informatie
kunnen er verder geen uitspraken hierover worden gedaan. Tijdens vertrouwelijke technische
briefings kunt u worden geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen. De
maatwerkafspraak zal worden gemaakt onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring.
Vraag 8
Hoe waarborgt u een gelijk speelveld voor andere bedrijven die willen verduurzamen,
indien u middelen uit verschillende subsidiepotten inzet voor een beperkt aantal grote
vervuilers?
Antwoord 8
Voor de verduurzaming van de industrie en het mkb is er een breed scala aan generieke
en specifieke instrumenten beschikbaar. Naast de specifieke middelen voor de maatwerkbedrijven
zijn er generieke subsidie-instrumenten zoals de NIKI, VEKI, ISDE, DEI++ en SDE++
beschikbaar voor een brede groep van bedrijven. Vanuit de SDE++ is in 2022 bijvoorbeeld
€ 2,6 miljard beschikt ten behoeve van het mkb1. Daarbovenop is in 2022 circa € 2 miljard aan innovatie- en investeringsregelingen
ingezet voor het verduurzamen van het mkb. Op die manier faciliteert het kabinet de
verduurzaming van diverse doelgroepen binnen het bedrijfsleven met een passend instrumentarium.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.