Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Zorg Spoedeisende hulp loopt vast door ouderen, maar terug naar huis is vaak ook geen optie’
Vragen van de leden Tielen en Bevers (beiden VVD) aan de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Zorg Spoedeisende hulp loopt vast door ouderen, maar terug naar huis is vaak ook geen optie» (ingezonden 7 januari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zorg Spoedeisende hulp loopt vast door ouderen, maar
terug naar huis is vaak ook geen optie»1?
Vraag 2
In hoeverre verwacht u dat de nu al stijgende aantallen patiënten die noodgedwongen
in een ziekenhuis moeten overnachten, verder zullen stijgen, met het oog op de dubbele
vergrijzing2? Kunt u dat met cijfers aangeven?
Vraag 3
Hoe staan deze cijfers in verhouding tot de afspraken gemaakt in het Integraal Zorgakkoord
(IZA)? Wat is de verwachting van de impact van het IZA op de in het artikel genoemde
problemen, zowel in kwaliteit als in cijfers?
Vraag 4
Deelt u de mening dat een ziekenhuisopname voor (kwetsbare) ouderen eigenlijk altijd
risicovol is en dat deze zoveel mogelijk moeten worden voorkomen? Zo ja, op welke
manier wordt dit nu effectief aangepakt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
In hoeverre blijft het voorkomen van deze onnodige ziekenhuisopnames bij ouderen onderdeel
van het aanvullend zorg en welzijnsakkoord? Wordt deze doelstelling ook opgenomen
in het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg waar momenteel aan gewerkt wordt?
Vraag 6
Wat zijn de te verwachten effecten van de maatregelen aangekondigd in de brief over
de versterking van de eerstelijnszorg3 op het aantal (onnodige) ziekenhuisopnames van ouderen? Kunt u dat met cijfers aangeven?
Vraag 7
Kunt u een overzicht geven van regionale samenwerkingsafspraken over gezondheidsbevordering
voor ouderen met valrisico zoals opgenomen in het IZA? Wat is de verwachting van de
(kwantitatieve) effecten van deze afspraken? Welke andere preventieafspraken zijn
in regio’s gemaakt?
Vraag 8
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de IZA-doelstelling dat in 2025 20% minder
ouderen met een kwetsbare gezondheid onnodig opgenomen worden op de spoedeisende hulp
(SEH)? Deelt u de mening dat het bericht over de spoedeisende hulp laat zien dat deze
doelstelling nog wel heel ver weg lijkt?
Vraag 9
In hoeverre worden patiënten met meerdere aandoeningen (multimorbide) meegenomen in
de akkoorden? Wat voor effect heeft het «nogmaals onder de aandacht van de relevantie
IZA-partijen brengen van de noodzaak voor goede organisatie rond de multimorbide patiënt'
gehad, zoals u antwoordde op eerdere vragen van het lid Tielen4?
Vraag 10
Hoeveel initiatieven zijn gericht op het vinden van de juiste plek voor een patiënt
zodat deze niet hoeft te worden opgenomen, zoals Het Regionaal Transferpunt Salland,
het Zorgplein-Gooi en het Centraal Aanmeldpunt Verplaatsingen in Zeeland? Wat doet
u om ervoor te zorgen dat er in het hele land (meer) gebruik wordt gemaakt van al
bestaande samenwerkingen?
Vraag 11
Wat doen zorginstellingen en organisaties momenteel om te leren van bestaande initiatieven
gericht op samenwerking binnen en buiten het ziekenhuis, zoals de Intensieve Samenwerking
Afdeling van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, het GEM-team in het Tergooi MC, de Herstelkliniek
van Pantein en Spaarnelabs? Is dat wat u betreft voldoende? Zo ja, hoe is dat te zien
in de voortgang op IZA-doelstellingen? Zo nee, hoe zorgt u ervoor dat zorginstellingen
meer gebruik maken van elkaars ervaringen?
Vraag 12
Bent u bereid om zelf meer daadkracht te tonen jegens alle zorginstellingen om te
voorkomen dat overal opnieuw geprobeerd wordt het wiel uit te vinden en er meer arbeidskracht
wordt besteed aan praten en overleggen dan aan effectieve uitvoering? Zo ja, op welke
termijn is daar effect van te verwachten? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Gericht aan
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Judith Tielen, Kamerlid -
Medeindiener
Harry Bevers, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.