Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Becker over de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen over het risico op vrouwelijke genitale verminking en het aanzetten daartoe in een religieuze context
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen over het risico op vrouwelijke genitale verminking en het aanzetten daartoe in een religieuze context (ingezonden 2 oktober 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Coenradie (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (ontvangen 19 december 2024).
Vraag 1
Is er bekend of het Openbaar Ministerie (OM) in cassatie is gegaan of zal gaan bij
de Hoge Raad in deze zaak? Zo ja, kunt u een stand van zaken over de zaak geven?1
Antwoord 1
Het Openbaar Ministerie (OM) is niet in cassatie gegaan.
Vraag 2
Is het OM sinds mijn Kamervragen op 20 april 2023 vaker tot vervolging overgegaan
in zaken waar sprake is van oproeping tot vrouwelijke genitale verminking? Zo ja,
is er door rechters overgegaan tot veroordeling?
Antwoord 2
Het OM is sinds 20 april 2023 niet vaker tot vervolging gegaan in zaken waarin vermoedens
bestonden van oproeping tot vrouwelijke genitale verminking.
Vraag 3
Acht u het kansrijk om, bij het uitwerken van een juridisch houdbare definitie van
problematisch gedrag, ook het oproepen of aanzetten tot ernstige aantastingen van
zelfbeschikking (zoals vrouwelijke genitale verminking) te definiëren als een overtreding
waar bestuursrechtelijk tegen opgetreden kan worden?
Antwoord 3
Het kabinet heeft in het regeerprogramma aangekondigd werk te maken van een verkenning
naar mogelijkheden om tegenwicht te bieden aan de ondermijnende invloeden van een
kleine groep die zich niet houdt aan de regels van de democratische rechtsstaat met
intolerante of onverdraagzame gedragingen of anderen daartoe aanzet. De Staatssecretaris
Participatie en Integratie heeft tijdens het Wetgevingsoverleg Integratie en Maatschappelijke
Samenhang op 25 november jl. toegezegd met de Kamer op zoek te gaan naar mogelijkheden
om voor specifieke gedragingen te komen tot specifieke juridische definities. Dit
punt kan daarin meelopen.
Vraag 4
Zijn de indicatoren die worden genoemd in antwoord op vraag 12 vorig jaar gedeeld
met de Koninklijke Marechaussee (KMAR)? Zo ja, heeft dit geleid tot meer aanhoudingen
op Schiphol? Zijn deze indicatoren al geëvalueerd? Zo niet, waarom zijn deze niet
gedeeld met de KMAR? Worden deze indicatoren ook dit jaar weer gebruikt?
Antwoord 4
Ja, deze signalen zijn in de zomer van 2023 gedeeld met de Koninklijke Marechaussee
(KMAR). Het onderkennen van signalen van vrouwelijke genitale verminking wordt middels
een e-learning meegenomen in de basisopleiding van de grenswachters. In de uitvoeringspraktijk
is een handelingskader vrouwelijke genitale verminking beschikbaar die de grenswachters
van de KMAR kunnen gebruiken indien zij hierop stuiten. Tot op heden zijn er nog geen
incidenten geregistreerd die terug zijn te leiden naar het voorkomen van vrouwelijke
genitale verminking. Bij incidenten die zijn gerelateerd aan vrouwelijke genitale
verminking wordt contact gelegd met Veilig Thuis. Mogelijk dat zij wel benaderd zijn
voor advies, maar dit is niet af te leiden uit registraties in de operationele systemen
van de KMAR. Tot op heden heeft er nog geen evaluatie plaatsgevonden.
Vraag 5
Monitort uw ministerie online activiteiten rondom vrouwelijke genitale verminking?
Denk aan het oproepen tot, of het faciliteren van verminking? Zo ja, kunt u iets delen
over de aard en omvang van deze activiteiten? Zo nee, bent u bereid dit te gaan monitoren
en hier op te handhaven indien u oproepen tot verminking constateert?
Antwoord 5
Het aanzetten tot of het faciliteren van vrouwelijke genitale verminking, zowel online
als offline, is strafbaar. Bij vermoedens hiervan kan aangifte worden gedaan bij de
politie. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid monitort online activiteiten met
betrekking tot genitale verminking echter niet actief. De verantwoordelijkheden voor
het monitoren en handhaven liggen respectievelijk bij de hosting servicediensten (zoals
facebook en google) en de politie. Personen die dergelijke activiteiten online tegenkomen,
kunnen dit melden bij de hosting servicediensten. Op basis van artikel 16 van de Digital
Services Act (DSA) zijn aanbieders van hostingdiensten verplicht mechanismen in te
richten waarmee personen en entiteiten melding kunnen maken van inhoud die zij als
illegaal beschouwen. De politie neemt uiteraard actie wanneer zij meldingen of signalen
ontvangt over oproepen tot vrouwelijke genitale verminking.
Vraag 6
Bestaan er toegankelijke en veilige meldpunten waar mensen die oproepen tot vrouwelijke
genitale verminking constateren deze kunnen melden?
Antwoord 6
Wij adviseren oproepen tot strafbare feiten, waaronder vrouwelijke genitale verminking,
te melden bij de politie. Dit stelt de politie in staat om onderzoek te doen en zo
nodig in te grijpen. Wanneer dergelijke oproepen online op een platform verschijnen,
kan de melding ook direct bij het betreffende platform worden gedaan.
Tevens kan er bij vermoedens van een (potentieel) slachtoffer van genitale verminking
advies worden gevraagd of melding worden gedaan bij Veilig Thuis. Veilig Thuis is
het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en kindermishandeling. Zij geven advies en
ondersteuning of doen onderzoek bij meldingen van (vermoedens van) huiselijk geweld
en kindermishandeling, waaronder genitale verminking.
Veilig Thuis is 24/7 telefonisch bereikbaar via een gratis nummer (0800-2000) en is
via de website tussen 9 en 17 ook bereikbaar via de chat. Advies vragen kan anoniem,
Veilig Thuis denkt dan mee wat er mogelijk aan de hand is en wat nodige vervolgstappen
zijn.
Momenteel werken we samen met de gemeenten en Veilig Thuis aan het vergroten van de
laagdrempeligheid en toegankelijkheid van Veilig Thuis2. Hierover wordt uw Kamer in februari 2025 en in de voortgangsrapportage van het plan
van aanpak «Stop Femicide» voor de zomer van 2025 geïnformeerd.
Vraag 7
In 2021 en 2022 hebben er gerichte communicatie-acties plaatsgevonden via onder andere
posters op Schiphol, klopt het dat in 2023 en 2024 deze posters niet meer op Schiphol
hingen. Zo ja, waarom niet meer? Hangen de posters op dit moment op Schiphol? Is de
effectiviteit van de posters geëvalueerd?
Antwoord 7
In 2021 zijn in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en (VWS)
gedurende een maand posters op Schiphol geplaatst ter voorkoming van vrouwelijke genitale
verminking. Het effect van deze campagne is niet geëvalueerd. Vanuit het ministerie
is ook opdracht gegeven aan Pharos om een campagne te ontwikkelen op social media
over vrouwelijke genitale verminking, eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating.
Deze campagne, #rechtopnee, is gericht op jongeren van 15 tot 25 jaar en de professionals
die met hen werken. De campagne is in januari 2023 gelanceerd. Deze campagne is wel
geëvalueerd en bleek zeer succesvol. Over een periode van ongeveer 6 maanden zijn
meer dan 3.2 miljoen mensen bereikt. Ruim 16.000 jongeren hebben doorgeklikt naar
de website. Dit is exclusief organische bezoekers (bezoekers via onbetaalde zoekresultaten)
aan de website (rechtopnee.nl). Gezien het succes van de campagne is vanuit VWS ingezet
op verlenging van deze campagne. De campagne is verder uitgebreid en de boodschap
die erachter schuil gaat is verstevigd en verdiept. Ook is er een 5e thema aan toegevoegd,
namelijk huwelijkse gevangenschap.
Vraag 8
De verklaring tegen meisjesbesnijdenis zou, volgens de antwoorden op vraag 13, worden
voorzien van een update in 2023. Is dit gebeurd? Zo ja, kan de nieuwe versie met de
Kamer worden gedeeld? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 8
De verklaring tegen meisjesbesnijdenis is inderdaad voorzien van een update. Voor
de nieuwe versie is zowel de vormgeving als de teksten aangepast zodat de boodschap
van de verklaring beter overkomt. De verklaring is beschikbaar in acht talen. De verklaringen
zijn te downloaden via meerdere websites, waaronder de website van Pharos.3
Vraag 9
Zijn er cijfers bekend hoeveel gemeenten het gratis materiaal, waarin ook informatie
over vrouwelijke genitale verminking is opgenomen, hebben opgevraagd? Zo ja, om hoeveel
gemeenten gaat het? Zo niet, waarom wordt dit niet bijgehouden?
Antwoord 9
Nee, die cijfers zijn niet bekend. De verklaringen zijn door iedereen digitaal te
downloaden en door organisaties in gedrukte vorm te bestellen bij het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Vanuit het Ministerie van VWS zijn de gedrukte
versies met name verspreid onder uitvoeringsorganisaties binnen de Jeugdgezondheidszorg
(JGZ). Recent zijn ruim 32.000 exemplaren verspreid. Het is niet mogelijk om het aantal
exemplaren bij te houden dat via downloads wordt verspreid.
De verklaring tegen meisjesbesnijdenis is bestemd voor ouders afkomstig uit risicolanden
die van plan zijn om op vakantie te gaan naar hun land van herkomst. Jeugdgezondheidszorg
professionals kunnen de verklaring meegeven aan deze ouders, zodat zij hun familieleden
kunnen informeren over de consequenties en strafbaarheid van meisjesbesnijdenis.
Het is belangrijk dat familieleden in het land van herkomst goed geïnformeerd zijn
over de consequenties van een besnijdenis van het meisje en ook over de strafbaarheid
daarvan. In gesprekken tussen professionals en ouders uit risicolanden over vrouwelijke
genitale verminking, komt regelmatig de sterke invloed van de familie aan de orde.
Ouders geven aan hun dochters niet te willen laten besnijden, maar de familie in het
land van herkomst kan daar anders over denken. Op het moment dat een meisje, bijvoorbeeld
in de zomervakantie, de familie daar bezoekt, ontstaat er een risico.
Vraag 10
Hoe staat met het vervolg op de actieagenda schadelijke praktijken zoals wordt toegezegd
in de beantwoording op vraag 19?
Antwoord op vraag 10
De Kamer heeft 14 september 2023 een Kamerbrief ontvangen waarin de resultaten van
en het vervolg op de Actieagenda Schadelijke Praktijken is opgenomen. In deze brief
zijn vervolgacties opgenomen, aansluitend op de actieagenda. Dit betreft onder andere
inzet op bewustwording, bijvoorbeeld door het actualiseren van de verklaring vrouwelijke
genitale verminking («Verklaring tegen meisjesbesnijdenis») en het vervolg van de
voorlichtingscampagne «Recht op nee».
Naast bewustwording, komt de inzet op deskundigheidsbevordering bij professionals
aan bod. Vanuit de brede aanpak van gendergerelateerd geweld wordt een strategie ontwikkeld
voor de deskundigheidsbevordering van professionals in het veld. Kennis(behoud) over
eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, vrouwelijke genitale verminking en achterlating
wordt daarin meegenomen. Het is van belang dat professionals signalen van een onveilige
situatie, zoals in het geval van eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, vrouwelijke
genitale verminking of achterlating, kunnen herkennen en weten waar zij terecht kunnen
voor advies of melden. De verantwoordelijkheid om als zorg- en onderwijsprofessional
stappen te zetten bij vermoedens van één van deze geweldsvormen is vastgelegd in het
Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. In verschillende
handreikingen staat het stappenplan van de meldcode voor professionals nader uitgelegd.
Advies inwinnen kan professionals helpen bij het bepalen van de te zetten stappen
in geval van vermoedens van eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, vrouwelijke genitale
verminking of meisjesbesnijdenis.
In 2024 is in opdracht van de ministeries van VWS en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(OCW) een onderzoek uitgevoerd naar de uitvoerbaarheid, risico’s en meerwaarde van
een adviesplicht voor zorg- en onderwijsprofessionals, gericht op eergerelateerd geweld,
huwelijksdwang, vrouwelijke genitale verminking en achterlating. Dit onderzoek is
inmiddels afgerond. De Kamer wordt in 2025 geïnformeerd over de onderzoeksbevindingen
en de opvolging daarvan.
Vraag 11
Kunt u bovenstaande vragen beantwoorden voor 28 oktober 2024?
Antwoord 11
Dit is helaas niet mogelijk gebleken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.