Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Rikkers-Oosterkamp over uitspraak rechtbank Noord-Holland: Pleegzorgorganisatie moet kosten kinderopvang vergoeden aan pleegzorgouders
Vragen van het lid Rikkers-Oosterkamp (BBB) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over uitspraak rechtbank Noord-Holland: Pleegzorgorganisatie moet kosten kinderopvang vergoeden aan pleegzorgouders (ingezonden 21 november 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
            17 december 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 762.
         
Vraag 1
            
Bent u op de hoogte van de uitspraken van de Rechtbank Noord-Holland1 in twee zaken die door pleegouders waren aangespannen over de vergoeding van bijzondere
               kosten voor buitenschoolse opvang (BSO) en kinderopvang, zo ja wat is uw reactie hierop?
            
Antwoord 1
            
Ja. Ik vind het goed dat voor deze pleegouders duidelijk is dat zij niet verantwoordelijk
               zijn voor het bekostigen van de kosten.
            
Vraag 2
            
Nu er een duidelijke uitspraak van de rechter ligt, bent u bereid om een betere uitvoering
               te geven aan de motie van het lid Den Haan2 die de regering verzoekt in overleg te gaan over mogelijke structurele oplossingsrichtingen
               voor de vergoeding van kinderopvang voor pleegouders?
            
Antwoord 2
            
Om invulling te geven aan de motie van het lid Den Haan is een onderzoek uitgevoerd
               in hoeverre pleegouders gebruik maken van kinderopvang, inclusief BSO, welke kosten
               zij hier zelf voor maken en in hoeverre deze kosten worden vergoed. Dit rapport is
               in juni jl. met uw Kamer gedeeld.3 Op basis van de uitspraak van de rechtbank, ga ik op korte termijn in gesprek met
               pleegouders, gemeentes en zorgaanbieders over mogelijke structurele oplossingsrichtingen.
            
Vraag 3
            
Begrijpt u de zorg dat zolang dit nog niet geregeld is pleegzorgaanbieders, gemeenten
               en het Rijk de vraag wie de rekening moet betalen naar elkaar gaan doorschuiven?
            
Antwoord 3
            
Ja. Daarom ga ik op korte termijn in gesprek met pleegouders, gemeentes en zorgaanbieders
               om te komen tot structurele afspraken.
            
Vraag 4
            
Wat vindt u ervan dat in de uitspraak van de rechter duidelijk naar voren komt dat
               de pleegzorgorganisatie zelf het besluit moet nemen over het vergoeden van bijzondere
               kosten en ervoor moet zorgen dat de kosten betaald worden omdat dit niet kan worden
               afgewend op gemeenten?
            
Antwoord 4
            
Pleegouders ontvangen een pleegvergoeding om de dagelijkse verzorging die zij voor
               hun pleegkind maken te kunnen bekostigen. Wanneer pleegouders andere kosten maken
               voor hun pleegkind, die zij niet kunnen bekostigen via een andere overheidsregeling
               of redelijkerwijs kunnen verhalen bij de onderhoudsplichtige ouder(s), kunnen zij
               een vergoeding krijgen in de vorm van bijzondere kosten. Dit kan bijvoorbeeld een
               fiets of aanvullende zorgverzekering zijn.
            
Het is aan de pleegzorgorganisatie te oordelen of deze kosten noodzakelijk zijn en
               of deze in aanmerking komen voor vergoeding, niet aan de gemeente. De pleegzorgaanbieder
               verstrekt de vergoeding ook aan de pleegouders.4
Vraag 5
            
Wat vindt de u van de uitspraak «Kinderopvang en BSO zijn bijzondere kosten, die vergoed
               moeten worden aan pleegouders. Dit geldt alleen bij pleegoudervoogdij en pleegzorg
               in gedwongen kader, omdat de overheid dan een bijzondere onderhoudsplicht heeft.»?
            
Antwoord 5
            
Deze uitspraak komt inderdaad overeen met hoe het op dit moment wettelijk geregeld
               is. Het signaal dat hierdoor verschillen kunnen ontstaan tussen pleegkinderen is mij
               bekend. Ik verken samen met de sector de mogelijke oplossingsrichtingen hiervoor.
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat dit een Jeugd aangelegenheid is en niet alleen Sociale Zaken
               en Werkgelegenheid?
            
Antwoord 6
            
Ja. Het is een aangelegenheid van zowel Jeugd als van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Vraag 7
            
Op het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wordt op dit moment gewerkt
               aan een oplossing voor dit vraagstuk, echter dit kan nog jaren duren; bent u bereid
               om naar aanleiding van deze uitspraak op korte termijn met uw collega van SZW te zitten
               om te komen tot een tussenoplossing?
            
Antwoord 7
            
Mijn collega van het Ministerie van SZW is primair verantwoordelijk voor het stelsel
               van kinderopvang en werkt momenteel aan het stapsgewijs invoeren van een hoge inkomensonafhankelijke
               vergoeding voor kinderopvang voor werkende ouders. Meer informatie over hoe dit traject
               eruit ziet vind u in de Kamerbrief van 11 november jl.5
Ik zal op korte termijn in gesprek gaan met pleegouders, gemeentes en zorgaanbieders.
               Dit doe ik ook met het oog op het toekomstige stelsel van kinderopvang en welke specifieke
               impact dit voor pleegouders heeft.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
