Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kröger, Beckerman, Rooderkerk en Teunissen over gaswinning bij Ternaard
Vragen van de leden Kröger (GroenLinks-PvdA), Beckerman (SP), Rooderkerk (D66) en Teunissen (PvdD) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei en de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over gaswinning bij Ternaard (ingezonden 12 december 2024).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei), mede namens de Staatssecretaris
van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (ontvangen 17 december 2024).
Vraag 1
Klopt het dat er reeds door de vorige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) een natuurvergunning is verleend voor gaswinning bij Ternaard en dat deze is
ingebracht in de Rijkscoordinatieregelingprocedure? Op welke datum is dit gebeurd?
Antwoord 1
Ja. Op 20 februari 2024 heeft de toenmalig Minister voor Natuur en Stikstof besloten
om de natuurvergunning te verlenen. Het besluit is derhalve genomen, het treedt echter
pas in werking na publicatie ervan.
Vraag 2
Bent u van mening dat -onder andere op basis het definitieve advies van het Staatstoezicht
op de Mijnen (SodM)- gesteld kan worden dat er met betrekking tot de gaswinning bij
Ternaard wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat er geen schadelijke
gevolgen zijn voor de natuur?
Antwoord 2
Aan de aanvraag voor een natuurvergunning van de NAM ligt een passende beoordeling
ten grondslag. Dit is een ecologische beoordeling van de effecten, rekening houdend
met de instandhoudingsdoelstellingen van de betrokken Natura 2000-gebieden. Uit deze
beoordeling en aanvullingen daarop en de onderliggende rapportages die door de NAM
zijn aangeleverd, blijkt dat met mitigerende maatregelen en voorschriften (waaronder
het Hand aan de kraan-principe) de zekerheid verkregen is dat de voorgenomen gaswinning
niet leidt tot significante gevolgen voor de betrokken Natura 2000-gebieden. Dit is
het toetsingskader dat gehanteerd moet worden bij vergunningverlening in het kader
van de Wet natuurbescherming en kent dus een duidelijk ecologisch perspectief.
De adviezen van o.a. SodM (van 29 februari, 22 april en 16 augustus) zijn aanleiding
geweest om te bezien of er een noodzaak was de natuurvergunning in te trekken dan
wel aan te passen. De conclusie was dat er geen aanleiding was om dat te doen.
Vraag 3
Is voor deze natuurwetvergunning voor de gaswinning bij Ternaard opnieuw getoetst
door het bevoegd gezag, naar aanleiding van het definitieve advies van het SodM of
schade aan de natuur met zekerheid kan worden uitgesloten? Zo ja, op welke datum en
wat was hiervan de uitkomst?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Is voor deze natuurwetvergunning voor de gaswinning bij Ternaard opnieuw getoetst
door het bevoegd gezag naar aanleiding van het onderzoek van de Waddenacademie of
met zekerheid schade aan de natuur kan worden uitgesloten? Zo ja, op welke datum en
wat was hiervan de uitkomst?
Antwoord 4
Op de ontwerp-natuurvergunning is een groot aantal zienswijzen ingediend. Ook zijn
er adviezen ingebracht van de Waddenacademie, de Rijksuniversiteit Groningen en de
Landsadvocaat. Het advies van de Waddenacademie d.d. 5 oktober 2021 betreft een juridisch
advies inzake Natura 2000 en gaswinning onder de Waddenzee met betrekking tot het
de voorgenomen gaswinning Ternaard. Volgens de Waddenacademie tonen de ontwerp-vergunning
en de passende beoordeling die daaraan ten grondslag ligt onvoldoende overtuigend
aan dat redelijke wetenschappelijke twijfel over het ontstaan van nadelige gevolgen
voor de natuurlijke kenmerken en doelstellingen van de Waddenzee ontbreekt. Dit advies
is meegewogen in het kader van de verleende vergunning, maar anders dan de conclusie
in het advies, was het toenmalige Ministerie van LNV van mening dat toepassing van
het toetsingskader dat daar gehanteerd wordt, niet kon leiden tot het weigeren van
de vergunning. Zie ook het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Is voor deze natuurwetvergunning voor de gaswinning bij Ternaard opnieuw getoetst
door het bevoegd gezag naar aanleiding van de brieven van United Nations Educational,
Scientific and Cultural Organization (UNESCO) of met zekerheid schade aan de natuur
kan worden uitgesloten? Zo ja, op welke datum en wat was hiervan de uitkomst?
Antwoord 5
In september 2023 heeft Unesco een State of Conservation-rapport uitgebracht over
de bescherming van de Waddenzee. Daarin heeft Unesco opgeroepen om de voorgenomen
gaswinning niet te vergunnen. Op 13 september 2023 heeft het Werelderfgoedcomité van
Unesco in Riyad de Staat van Bescherming (SoC) voor de Trilaterale Waddenzee vastgesteld.
De eerdere oproep heeft Unesco in juli 2024 herhaald.
Vervolgens is de Landsadvocaat om advies gevraagd over de betekenis van het Unesco-rapport
voor de vergunningverlening. Uit het advies van de Landsadvocaat blijkt dat de bescherming
van het werelderfgoed niet valt binnen het toetsingskader van de Wnb en dat uitsluitend
moet worden beoordeeld of er sprake is van significante gevolgen van een project voor
in de omgeving gelegen Natura 2000-gebieden. De oproep van Unesco heeft derhalve niet
tot een ander oordeel geleid.
Vraag 6
Is deze natuurwetvergunning voor de gaswinning bij Ternaard opnieuw gewogen beoordeeld
en aangepast naar aanleiding van andere, niet gepubliceerde adviezen?
Antwoord 6
Bij de besluitvorming is rekening gehouden met de ingediende zienswijzen, alle bij
ons bekende adviezen en gewijzigde inzichten op basis van de rechtspraak. Ook de later
volgende adviezen van SodM van 29 februari, 22 april en 16 augustus 2024 zijn in ogenschouw
genomen. Deze gaven geen aanleiding om tot een ander besluit te komen op de Wnb-vergunningaanvraag
van de NAM toetsingskaders. De daarbij gehanteerde toetsingskaders zijn namelijk gericht
op de instandhoudingsdoelstellingen van de betreffende Natura 2000-gebieden.
Vraag 7
Welke onderzoeken en adviezen met betrekking tot de gaswinning bij Ternaard zijn niet
meegewogen in de besluiten?
Antwoord 7
Alle bij ons bekende adviezen en onderzoeken zijn meegewogen. Zie ook het antwoord
op vraag 11.
Vraag 8
Is de commissie MER opnieuw om advies gevraagd over de passende beoordeling voor de
natuurvergunning op basis van het definitieve advies van het SodM?
Antwoord 8
Nee. Het advies van SodM bevatte geen informatie die aanleiding gaf tot aanpassing
van de passende beoordeling of het oordeel daarover.
Vraag 9
Op welke manier is de constatering van de commissie MER, dat de bodemdaling op Ameland
door de gaswinning onder het eiland nu al op 40 centimeter zit, wat eerder voorzien
was voor 2050 en de geconstateerde na-ijleffecten van de gaswinning, betrokken bij
de besluitvorming over de natuurvergunning voor het project in Ternaard?
Antwoord 9
De constatering over de bodemdaling bij Ameland is niet betrokken bij de besluitvorming
over Ternaard, omdat de 40 cm bodemdaling op het eiland zelf betreft (noordzijde)
en niet de bodemdaling op de Waddenzee. De gaswinning uit Ternaard leidt niet tot
gaswinning op het eiland Ameland. De constatering dat er bodemdaling plaatsvindt op
het eiland Ameland was al bekend ten tijde van de besluitvorming in 2013. Daarom is
aan de NAM in het besluit op het winningsplan de verplichting opgelegd om hiernaar
studies uit te voeren. De NAM heeft in 2015 en 2017 de zogenaamde «Long Term Subsidence»
studies uitgevoerd. Deze studies worden meegenomen in prognoses voor de bodemdaling
van de Waddenzeevelden en jaarlijks gerapporteerd in de meet- en regelrapportages.
Ameland wordt in deze rapportage ook meegenomen.
Vraag 10
Kunt u de appreciatie van het rapport van de Waddenacademie over de volkenrechtelijke
aspecten van Ternaard dat eerder in antwoord op Kamervragen is toegezegd, zo snel
mogelijk met de Kamer delen?
Antwoord 10
Heb kabinet heeft kennisgenomen van het rapport van de Waddenacademie1 en de bijbehorende beleidsaanbevelingen.2 Het rapport en de beleidsaanbevelingen gaan overigens niet specifiek over Ternaard,
maar meer in het algemeen over de Europees en internationaalrechtelijke bescherming
van de Waddenzee. De gaswinning Ternaard wordt als casus genoemd in het rapport. Op
dit moment heeft het kabinet een appreciatie in voorbereiding. Vanwege de complexiteit
van dit onderwerp is daarvoor meer tijd nodig. Ook vraagt dit goede afstemming met
alle betrokken partijen. Het kabinet streeft ernaar deze appreciatie te agenderen
voor het bestuurlijk overleg Waddengebied in 2025.
Vraag 11
Deelt u de juridische constatering dat het bevoegd gezag verplicht is om de meest
recente wetenschap met betrekking tot de effecten van gaswinning op het Waddengebied
die nu beschikbaar is of beschikbaar komt in de periode tot het definitieve besluit,
te betrekken bij de beoordeling of schade aan de natuur met zekerheid kan worden uitgesloten?
Antwoord 11
Ja, die constatering deel ik. Zie ook het antwoord op vraag 6.
Vraag 12
Kunt u al deze onderzoeken, brieven, adviezen en de besluitvorming hieromtrent delen
met de Kamer?
Antwoord 12
Alle onderzoeken en adviezen die in het kader van de RCR-besluitvorming zijn uitgevoerd
worden openbaar gemaakt na de definitieve besluitvorming. De onderzoeken van NAM in
het kader van de hand aan de kraan zijn openbaar beschikbaar via de website van de
NAM. Daarnaast zijn hier ook de «Long Term Subsidence» rapporten te vinden. De onderzoeken
in het kader van de RCR procedure tot aan de publicatie van de concept besluiten in
2021 zijn openbaar toegankelijk via de website van het bureau Energieprojecten. Op
13 december jl. zijn in een separate brief de recente auditrapportages over de gas-
en zoutwinning onder de Wadden en de gaswinning onder Ameland aan u toegezonden. Conform
mijn toezegging in het debat van 11 december, ben ik bereid de adviezen van TNO, SodM
en Mijnraad vertrouwelijk ter inzage te leggen, zodat de commissieleden van de inhoud
van deze adviezen kennis kunnen nemen.
Vraag 13
Kunt u deze vragen beantwoorden voor a.s. dinsdag 14.00 uur?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Mede namens
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.