Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over het krantenartikel 'Forse verhoging havengelden Schiphol wekt woede in de luchtvaartsector'
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het artikel «Forse verhoging havengelden Schiphol wekt woede in de luchtvaartsector» (ingezonden 22 november 2024).
Antwoord van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 16 december
2024).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht dat een forse verhoging van de havengelden op
Schiphol woede veroorzaakt in de luchtvaartsector?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de redelijkheid van een stijging van 41% in de havengelden?
Antwoord 2
Schiphol is verantwoordelijk voor het eens per drie jaar consulteren en vaststellen
van de luchthavengelden voor een periode van drie jaar. De luchthavengelden dienen
redelijk, transparant, non-discriminatoir en kostengeoriënteerd te zijn. Bovendien
dient Schiphol het effect van de luchthavengelden op de netwerkkwaliteit in kaart
te brengen en is Schiphol wettelijk verplicht om rekening te houden met de netwerkkwaliteit.2 De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is de onafhankelijke toezichthouder en toetst
de luchthavengelden aan het wettelijk kader, op onder andere redelijkheid.
Vraag 3
Wat is uw mening over het feit dat de kosten voor korte afstandsvluchten vanaf Schiphol
al 42% hoger waren dan bij vergelijkbare luchthavens, en dat deze verschillen nu nog
verder zullen toenemen?
Antwoord 3
Schiphol behoort tot de duurdere luchthavens in Europa. Dit vindt onder meer zijn
oorsprong in de vele faciliteiten die aanwezig zijn op Schiphol, passend bij het zijn
van een hubluchthaven die kwaliteit wil leveren. Middels de vliegbelasting, die per
1 januari 2027 naar afstand zal worden gedifferentieerd, worden bovendien de externe
kosten van vliegen (deels) geïnternaliseerd. Op dit moment is dat met name voor korte
afstandsvluchten het geval. In het onderzoek «De Prijs van een Vliegreis Editie 2023»3 kunt u meer informatie vinden over de internalisatie van externe kosten middels belastingen
en heffingen. Tot slot worden bij zowel de vaststelling van de luchthavengelden als
bij de vliegbelasting de netwerkkwaliteit en de concurrentiepositie van Schiphol meegewogen
en voortdurend geëvalueerd, om het publieke belang van internationale verbondenheid
te borgen.
Vraag 4
Hoe kijkt u naar de sterke stijging van de havengelden, in ogenschouw nemende dat
één op de drie Nederlanders vreest niet meer te kunnen vliegen als de kosten verder
stijgen? Welke maatregelen neemt u om ervoor te zorgen dat vliegen ook toegankelijk
blijft voor Nederlanders met een beperkter budget?
Antwoord 4
Schiphol is een hubluchthaven en biedt veel faciliteiten voor passagiers. Bovendien
wil Schiphol kwaliteit leveren en is het doen van investeringen (daarbij) noodzakelijk.
Zoals in het antwoord op vraag 3 aangegeven, wordt het belang van internationale verbondenheid
meegewogen bij de vaststelling van de luchthavengelden en de totstandkoming van de
vliegbelasting. Naast Schiphol beschikt Nederland ook over andere luchthavens zonder
hubfunctie waar passagiers vandaan kunnen vliegen naar zakelijke en vakantiebestemmingen.
Vraag 5 en 6
Acht u het eerlijk dat passagiers die in Nederland opstappen door de verhoging € 84
aan vliegbelasting en havengelden gaan betalen, terwijl een transferpassagier slechts
€ 26 hoeft af te rekenen? Bent u bereid deze scheve kostenverdeling te evalueren?
Aangezien 36% van de passagiers op Schiphol, de zogeheten de transferpassagiers, een
korting van 45% krijgt op de havengelden, vindt u het dan rechtvaardig dat de in Nederland
opstappende passagiers de grootste lasten dragen?
Antwoord 5 en 6
Ten aanzien van vraag 5 en 6 is het zo dat transpassagiers net als passagiers die
in Nederland opstappen in het land van vertrek luchthavengelden en eventueel vliegbelasting
moeten betalen. Schiphol is een hubluchthaven en transferpassagiers zijn van essentieel
belang voor de hubfunctie van Schiphol en het uitgebreide bestemmingennetwerk. Transferpassagiers
maken meer directe verbindingen vanuit Nederland mogelijk. Daarmee faciliteren transferpassagiers
de behoefte van uit Nederland vertrekkende passagiers, aangezien zij vele bestemmingen
in de hele wereld direct vanuit Nederland kunnen bereiken. Transferpassagiers zijn
prijsgevoelig en kunnen daardoor gemakkelijk uitwijken naar andere hubluchthavens.
Door transferpassagiers minder zwaar te belasten wordt dit tegengegaan. Andere (benchmark)luchthavens
doen dit ook.
Vraag 7
Bent u bereid om met Schiphol in gesprek te gaan om de geplande verhoging van de havengelden
te beperken en binnen dit nieuwe tarief een eerlijkere verdeling van de lasten te
realiseren, zodat vliegen betaalbaar blijft voor Nederlanders met een beperkt budget?
Antwoord 7
Zoals al is gesteld in het antwoord op vraag 2, is Schiphol verantwoordelijk voor
het eens per drie jaar vaststellen en consulteren van de luchthavengelden voor een
periode van drie jaar. Het ministerie heeft hierin geen formele rol, maar staat wel
in nauw contact met Schiphol. Wettelijk vereist is dat de luchthavengelden redelijk,
transparant, non-discriminatoir en kostengeoriënteerd zijn. Bovendien doet Schiphol
een vrijwillige bijdrage van 100 miljoen euro om de stijging te dempen, en toetst
ACM de luchthavengelden aan het wettelijk kader.
Vraag 8
Bent u bereid om bij het aangekondigde onderzoek naar het differentiëren van de vliegbelasting
en het betrekken van transferpassagiers ook aandacht te besteden aan een «eerlijke
verdeling van belastingen onder alle passagiers»?
Antwoord 8
In het aangekondigde onderzoek zal worden gekeken naar de maatvoering en vormgeving
van de afstandsafhankelijke vliegbelasting en de bijbehorend effecten op onder andere
de netwerkkwaliteit, emissies, ontwikkeling van ticketprijzen en winstgevendheid van
luchtvaartmaatschappijen. Er wordt gekeken naar de effecten op herkomst-bestemming
passagiers en transferpassagiers. De resultaten van dit onderzoek worden in het tweede
kwartaal van 2025 met de Kamer gedeeld. De uitkomsten van het onderzoek worden meegenomen
in de keuze voor de uiteindelijke variant van de afstandsafhankelijke vliegbelasting.
Daarbij wordt ook rekening gehouden met de uitvoerbaarheid van de maatregel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.