Schriftelijke vragen : Discriminatie van vrouwen bij het vastleggen van gecombineerde achternamen
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over discriminatie van vrouwen bij het vastleggen van gecombineerde achternamen (ingezonden 12 december 2024).
Vraag 1
Kent u het artikel «Nieuwe wet gecombineerde achternamen discrimineert vrouwen»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat de wet, omdat «vrouwen in heteroseksuele relaties die getrouwd
zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, hun achternaam niet aan hun kind [kunnen]
doorgeven zonder toestemming van de vader», discriminerend voor vrouwen uitwerkt?
Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Overweegt u de wet aan te passen waardoor niet enkel de wil van een van de ouders
doorslaggevend is om het registreren van een tweede achternaam tegen te gaan? Zo ja,
op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Hoe verhoudt volgens u de positieve verplichting van Nederland onder de artikelen 5
en 16, eerste lid, onder g van het VN-Vrouwenverdrag om sociale en culturele gedragspatronen
te veranderen om zo vooroordelen en gewoonten gebaseerd op genderstereotypering tegen
te gaan alsmede om discriminatie van vrouwen in alle aangelegenheden betreffende het
huwelijk en de familiebetrekkingen te beperken en in het bijzonder op basis van gelijkheid
van mannen en vrouwen te waarborgen waaronder het recht een geslachtsnaam te kiezen,
zich ten aanzien van de vangnetregeling onder de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam
die de huwelijkse staat als uitgangspositie neemt?
Vraag 5
Hoe wordt er in andere lidstaten van de Europese Unie waar een gecombineerde achternaam
mogelijk is, bepaald hoe een gecombineerde achternaam en met wiens toestemming die
kan worden vastgelegd? In hoeverre kennen die landen ook een vangnetregeling waar
beide achternamen standaard is?
Vraag 6
Acht u het wenselijk de regeling te verlengen op grond waarvan het mogelijk is om
voor kinderen die na 1 januari 2016 geboren zijn en voor 1 januari 2024 alsnog een
gecombineerde achternaam te laten krijgen? Zo ja, op welke wijze gaat u hier zorg
voor dragen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Acht u het wenselijk om te waarborgen dat ouders die voor 31 december 2024 bij de
rechter een verzoekschrift hebben ingediend en vervolgens vervangende toestemming
hebben gekregen voor een gecombineerde achternaam, met deze vervangende toestemming
bij de gemeente de achternaam kunnen laten toevoegen in 2025 in plaats van dat zij
zich bij Justis moeten melden, waardoor zij tegen extra voorwaarden van Justis aanlopen
die zij via de gemeentelijke route niet zouden tegenkomen? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Deelt u de mening dat ouders die van de overgangsregeling gebruik willen maken, niet
gedupeerd zouden moeten worden door een tekort aan plekken voor aanvragen bij de gemeente
dan wel vertraging binnen de rechterlijke macht, waardoor zij verhinderd zijn om voor
31 december 2024 bij de gemeente al dan niet met vervangende toestemming van de rechter
hun verzoek tot toevoegen van de achternaam in te dienen? Zo ja, welke acties kunt
u daartoe eventueel in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ondernemen?
Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Songül Mutluer, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.