Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Hirsch en Van der Lee over een exportkredietverzekering voor een project in Kazachstan
Vragen van de leden Hirsch en Van der Lee (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het bericht «Nederland is verslingerd geraakt aan Kazachstaanse olie, omgeven met ziekte, milieuschade en corruptie» (ingezonden 3 december 2024).
Mededeling van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 10 december 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Nederland is verslingerd geraakt aan Kazachstaanse
olie, omgeven met ziekte, milieuschade en corruptie»?1
Vraag 2
Klopt het dat Atradius Dutch State Business (ADSB) in december 2014 namens de Nederlandse
staat voor 275.7 miljoen euro garant stond voor de bouw van een kanaal in de Kaspische
Zee naar het Tengiz-olieveld door het Nederlandse bedrijf Van Oord?
Vraag 3
Zijn er uit deze exportkredietverzekering trekkingen gedaan? Gaat dit om een lopende
polis waarop nog aanspraak gemaakt zou kunnen worden?
Vraag 4
In zijn algemeenheid, op welke gronden kunnen mogelijke trekkingen uit een afgegeven
exportkredietverzekering nog worden geblokkeerd?
Vraag 5
Klopt het dat het project van Van Oord in Prorva de hoge risicostatus A heeft gekregen
omdat er sprake was van grote potentiele negatieve milieu en/of maatschappelijke effecten,
eventueel tot buiten de locatie van het project?
Vraag 6
Klopt het dat projecten in de hoge milieu en sociale risicocategorie A instemming
vereisen van niet alleen ADSB, maar ook de Ministeries van Financiën en Buitenlandse
Zaken?
Vraag 7
Welke risico’s constateerden ADSB, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Ministerie
van Financiën bij hun beoordeling van het project? Welke risico’s werden specifiek
gesignaleerd op het gebied van: verlies van inkomsten voor de lokale bewoners; gezondheidsschade
voor lokale bewoners; vernietiging van natuur in het gebied; en corruptie of verwevenheid
met de overheid van de debiteur? Hoe zijn beide ministeries desondanks tot een positief
oordeel gekomen?
Vraag 8
Bent u bekend met het fenomeen dat corruptie vaak plaatsvindt met de hulp van professionele
uitvoerders door middel van bijvoorbeeld ondoorzichtige financiële systemen en anonieme
lege vennootschappen die corruptie mogelijk maken?
Vraag 9
Zo ja, hoe zijn uw ministeries toch tot een positief oordeel gekomen ondanks de constatering
dat debiteur van het project, Tenizservice, een «vehicle» is van Tengizchevroil, het feit dat het land hoog in de corruptie-indexen staat
en het signaal van de Nederlandse ambassade over mogelijke politieke connecties van
Tenizservice?
Vraag 10
Welke checks and balances hanteren ADSB en uw ministeries richting de verzekeringnemer
om te voorkomen dat Nederlands belastinggeld corruptie faciliteert? Welke formele
stappen zetten ADSB en uw ministeries in samenspraak met de verzekeringnemer, zowel
voorafgaand aan de uitgifte van de verzekering als tijdens de uitvoering van het verzekerde
activiteiten?
Vraag 11
Hoe zijn ADSB en de ministeries omgegaan met berichten in de Kazachstaanse pers dat
Tenizservice in handen is van «olieprins» Timoer Koelibajev?
Vraag 12
Wat was in 2014 de procedure van ADSB en van uw ministeries om te achterhalen wie
de «ultimate beneficial owner» (UBO) is van betrokken bedrijven? Zijn daar externe
experts bij betrokken geweest, en zo ja, welke? Tot welke conclusie kwamen uw ministeries
toen? En indien de procedure sindsdien veranderd is, hoe is die procedure tegenwoordig?
Vraag 13
Wat was er bekend bij ADSB en de ministeries over de UBO van Tenizservice?
Vraag 14
Als niet onomstotelijk bekend was wie de UBO was en niet uitgesloten was dat dit een
politieke figuur was, waarom kon het project dan toch goedgekeurd worden?
Vraag 15
Klopt het dat projecten voor het verkrijgen van een exportkredietverzekering moeten
voldoen aan OESO-regelgeving voor het voorkomen, minimaliseren, verzachten of verhelpen
van negatieve sociale en ecologische effecten?
Vraag 16
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de
ecologische effecten van het aanleggen van een kanaal in ecologisch zeer kwetsbaar
gebied?
Vraag 17
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de
sociaaleconomische effecten, bijvoorbeeld het verloren gaan van de inkomstenbron van
vissers in het gebied?
Vraag 18
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de
gezondheidseffecten voor de werknemers van het project en de bewoners in het gebied?
Vraag 19
Werden deze maatregelen als voldoende beschouwd door ADSB en de ministeries? Waarom?
Vraag 20
Is tijdens en na afloop van het project onderzocht wat de sociaaleconomische, gezondheids-
en ecologische effecten van het project waren en of de genomen maatregelen succesvol
waren in het voorkomen en/of mitigeren van deze effecten? Hoe is deze monitoring en
evaluatie uitgevoerd? Welke instantie(s) hebben de monitoring en evaluatie uitgevoerd?
Vraag 21
Hoe is het rapport uit juni 2013 van de onafhankelijke maatschappelijke organisatie
Crude Accountability2 meegewogen in de beslissing om het project te verzekeren in december 2014?
Vraag 22
Indien er onduidelijkheden over het rapport bestonden, hebben ADSB of de ministeries
contact opgenomen met Crude Accountability?
Vraag 23
Welke andere signalen van lokale ngo’s, milieu en mensenrechtenorganisaties en andere
actoren zijn ontvangen, bijvoorbeeld via de Nederlandse ambassade? Hoe is door ADSB
en de ministeries omgegaan met deze signalen?
Vraag 24
Doen ADSB en de ministeries zelf onderzoek, of laten zij onafhankelijk onderzoek doen,
naar de effecten op de bewoners, milieu en de lokale economie, of komt deze informatie
uitsluitend van organisaties ter plaatse? Kunt u deze keuze toelichten?
Vraag 25
Hoe wordt informatie gewogen die betrokken bedrijven – die een belang hebben bij goedkeuring
van het project – hierover aanleveren?
Mededeling
De schriftelijke vragen van de leden Hirsch en Van der Lee over een exportkredietverzekering
voor een project in Kazachstan, ingezonden op 3 december 2024 (kenmerk 2024Z20049), kunnen met het oog op een zorgvuldige beantwoording niet binnen de gebruikelijke
termijn van 3 weken worden beantwoord. Ik zal de antwoorden, mede namens de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, zo snel mogelijk aan uw Kamer verzenden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.