Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kostic over het bericht ‘Steden klaar met falend lachgasbeleid’
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Steden klaar met falend lachgasbeleid» (ingezonden 14 oktober 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) en antwoord van
Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Minister
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 9 december 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 420.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Steden klaar met falend lachgasbeleid: binnen twee
weken actie, anders rechtszaak»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat sinds de invoering van het verbod op recreatief gebruik
van lachgas, de herbruikbare cilinders zijn vervangen door wegwerpexemplaren, wat
leidt tot onbeheersbare aantallen lachgascilinders in het huishoudelijk afval?
Antwoord 2
Deze problematiek is grotendeels te wijten aan de opkomst van niet-hervulbare drukhouders
in de loop van 2022. In ons land, maar ook in andere landen waar geen verbod op lachgas
geldt, zijn er sindsdien meldingen van ontploffingen in de afvalverwerking door deze
niet-hervulbare drukhouders. Het betreft daarom een ontwikkeling die niet direct het
gevolg is van het lachgasverbod. Deze ontwikkeling is in 2023 verder tot uiting gekomen.
De problematiek in de afvalverwerking wordt veroorzaakt doordat individuen een illegaal
product – lachgas voor recreatief gebruik in een drukhouder – in bezit hebben en zich
van die drukhouder op een illegale wijze ontdoen. Lachgascilinders zijn, net als andere
soorten gasflessen en drukhouders, gevaarlijk afval op grond van de Wet milieubeheer
en moeten bij de milieustraat of een andere bevoegde instantie worden ingeleverd.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van de ernstige veiligheidsrisico’s die ontstaan door de aanwezigheid
van lachgascilinders in inzamelvoertuigen en afvalverwerkingsinstallaties, waaronder
de explosiegevaarlijke situaties voor medewerkers? Zo ja, welke concrete maatregelen
heeft u tot nu toe genomen om deze risico's te verminderen?
Antwoord 3
Het kabinet is op de hoogte van de berichten over de ontploffingen bij verbrandingsinstallaties
en de gevaren en schade die dat met zich meebrengt en neemt deze zeer serieus. De
betrokken ministeries werken samen met de afvalsector en medeoverheden aan maatregelen
om deze problematiek zoveel mogelijk te mitigeren. Lachgascilinders moeten bij de
milieustraat worden ingeleverd. In Nederland is afvalinzameling van huishoudens decentraal
belegd. Gemeenten zijn volgens de Wet milieubeheer (artikelen 10.21 en 10.22) wettelijk
verplicht om huishoudelijk afval in te zamelen. Gemeenten moeten op basis van de lokale
context zelf keuzes maken hoe zij invulling geven aan deze wettelijke taak. De Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat ondersteunt gemeenten in het uitvoeren van deze wettelijke
taak met kennis en handreikingen. Zo ook binnen dit dossier. Vorig jaar is een toolkit
gepubliceerd voor gemeenten en inzamelaars. Deze toolkit bevat communicatiemateriaal,
kennis over de geldende wet- en regelgeving en een overzicht van eventuele maatregelen
die gemeenten en inzamelaars kunnen nemen. Momenteel wordt de toolkit herzien en uitgebreid.
Daarnaast heeft het kabinet € 450.000 uitgetrokken om een pilot te doen met innovatieve
technieken om lachgascilinders vroegtijdig te detecteren en/of te verwijderen uit
de afvalketen.
Naast deze ondersteuning aan gemeenten is werk gemaakt van communicatie richting de
gebruikers van lachgas, bijvoorbeeld via sociale media, waarin wordt gewezen op de
gevaren van het gebruik van lachgas én van het onjuist weggooien van de cilinders.
De verkoop van lachgas, anders dan voor uitgezonderde toepassingen, is strafbaar gesteld
op grond van de Opiumwet. Er kan dus strafrechtelijk tegen worden opgetreden en dat
gebeurt ook. In de periode juli 2023 t/m mei 2024 zijn de cijfers over inbeslaggenomen
lachgascilinders bekend. De politie heeft in die periode circa 100.000 lachgascilinders
in beslag genomen. Onder uitgaande jongeren daalde het gebruik van 35,2% in 2020 naar
15% in 20232. Een groot deel van de jongeren gaf aan dat het ook moeilijker is om aan lachgascilinders
te komen. De afname van de populariteit van lachgas is ook zichtbaar in de cijfers
van de politie over de incidenten met lachgas. In 2022 ging het om bijna 30.000 incidenten,
naar bijna 10.000 incidenten in 2023. In 2024 t/m mei ging het om 3.300 incidenten.
Hopelijk vertalen de afname in het gebruik van lachgas, de handhavingsacties en betere
inzameling zich door naar een duidelijke afname van de problematiek in de afvalketen.
Vraag 4
In hoeverre erkent u de verantwoordelijkheid van de Staat ten aanzien van de financiële
schade die gemeenten en publieke afvalinzamelaars lijden als gevolg van de toename
van lachgascilinders in het afval, geschat op 150 miljoen euro per jaar?
Antwoord 4
De schade die ontstaat door ontploffingen van lachgascilinders in verbrandingsinstallaties,
dan wel elders in de afvalverwerkingsketen, is niet het gevolg van de invoering van
het verbod op lachgas, maar wordt veroorzaakt doordat individuen handelen in strijd
met wet- en regelgeving. Het is op grond van de Opiumwet, behoudens uitzonderingen,
illegaal om handelingen te verrichten met lachgas en op grond van de Wet milieubeheer
is het verboden om de lachgascilinders achter te laten in de openbare ruimte of te
deponeren in het restafval. De Staat is niet aansprakelijk voor het handelen van degenen
die illegaal de lachgascilinders bij het restafval of in de openbare ruimte dumpen,
waardoor de lachgascilinders in de verbrandingsinstallaties terechtkomen.
Vraag 5
Erkent u dat het juist het kabinet was dat met de invoering van het lachgasverbod
handelingen in het kader van recreatief gebruik van lachgas in strijd met de wet heeft
gebracht, terwijl de toenmalige Staatssecretaris in de Kamerbrief over de beleidsinzet
van het kabinet inzake lachgascilinders in de afvalketen d.d. 30 oktober 2023 aangaf
dat de schade niet het gevolg is van het lachgasverbod, maar van individuen die in
strijd met de wet- en regelgeving handelen? Erkent u hiermee dat het verbod direct
heeft geleid tot de huidige problematiek rondom afvalverwerking? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zoals onder vraag 2 en 4 is aangegeven, heeft het verbod op lachgas niet direct geleid
tot de huidige problematiek rondom afvalverwerking. Deze problematiek wordt veroorzaakt
door de opkomst van niet-hervulbare drukhouders in de markt en individuen die zich
op illegale wijze van deze niet-hervulbare drukhouders ontdoen. Zoals aangegeven speelt
de problematiek ook in landen waar geen lachgasverbod geldt.
Vraag 6
Bent u bereid geweest om binnen de door de NVRD gestelde termijn van twee weken met
een financiële tegemoetkoming te komen voor gemeenten en publieke afvalinzamelaars?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zoals onder vraag 4 is aangegeven, deelt de Staat het standpunt over het beweerdelijk
onrechtmatige handelen van de Staat niet en aanvaardt de Staat derhalve ook geen aansprakelijkheid
voor schade.
Nu er geen sprake is van gewijzigde feiten of omstandigheden, heeft de Staat geen
aanleiding gezien om voormeld standpunt te wijzigen en in een financiële tegemoetkoming,
anders dan voormelde bijdrage aan een pilot, voor de afvalsector te voorzien.
Vraag 7
Hoe verklaart u dat er bij de totstandkoming van het lachgasverbod onvoldoende rekening
is gehouden met de gevolgen voor de afvalverwerking, en wat gaat u doen om dit beleid
te herzien of te corrigeren?
Antwoord 7
Er kan geen twijfel bestaan over het nut en de noodzaak van het lachgasverbod. Lachgas
levert een ernstig gevaar op voor de volksgezondheid en de samenleving. Tijdens het
wetgevingsproces is de problematiek die de afvalsector momenteel ervaart, zowel door
het kabinet als door gemeenten, die hebben opgeroepen tot een verbod op lachgas en
in sommige gevallen zelfs vooruitlopend op een landelijk verbod maatregelen tegen
lachgasgebruik hebben genomen, inderdaad onvoldoende voorzien. Dat is ook logisch,
want bij aanvang van het wetgevingsproces (december 2019) maakten marktpartijen nog
gebruik van hervulbare cilinders en hanteerden zij een informeel retoursysteem daarvoor.
De overstap van de markt op niet-hervulbare drukhouders en de problematiek die de
afvalsector daardoor ondervindt dateert van veel later, ongeveer 2022/2023. In die
zin is het goed te verklaren dat bij de totstandkoming van het lachgasverbod onvoldoende
rekening werd gehouden met de problematiek voor de afvalverwerkingsbranche, die problematiek
was destijds niet voorzienbaar. Dat de problematiek niet voorzienbaar was, blijkt
ook uit het feit dat het kabinet in de consultatieronde ook vanuit andere stakeholders
en uitvoeringsorganisaties hierover geen signalen heeft ontvangen. Voorgaande doet
evenwel niet af aan het feit dat het kabinet door het invoeren van eerdergenoemde
maatregelen onder vraag 3 werkt aan vermindering van de problematiek.
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat u, in uw eerdere rol als wethouder in Rotterdam, zelf een brandbrief
stuurde naar de toenmalige Staatssecretaris waarin u pleitte voor financiële compensatie
voor gemeenten voor de gevolgen van lachgasgebruik? Kunt u met uw ervaring en kennis
van dit dossier zorgen dat gemeenten en het kabinet elkaar beter weten te vinden om
uit deze impasse te komen?
Antwoord 8
Het klopt dat de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport in zijn toenmalige functie
als wethouder van Rotterdam een brief over dit onderwerp heeft gestuurd. De belanghebbende
gemeenten en het kabinet weten elkaar te vinden over deze problematiek. Helaas is
er geen eenvoudige oplossing voorhanden. Zoals reeds toegelicht heeft het kabinet
daar waar mogelijk maatregelen getroffen om de problematiek te verminderen.
Vraag 9
Welke stappen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat de uitvoering van het lachgasverbod
op een veilige en duurzame manier kan plaatsvinden, zonder dat dit leidt tot onevenredige
kosten en veiligheidsrisico's voor gemeenten en publieke afvalinzamelaars?
Antwoord 9
Zoals onder het antwoord van vraag 3 is aangegeven, voert het kabinet verschillende
maatregelen uit om de afvalsector te helpen met de problematiek.
Vraag 10
Bent u bereid om op korte termijn aanvullende maatregelen te treffen om de inzameling
en verwerking van lachgascilinders te reguleren en zo verdere escalatie van de problematiek
te voorkomen? Zo ja, welke maatregelen overweegt u? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Zoals in het antwoord op vraag 3 omschreven voert het kabinet verschillende maatregelen
uit om de afvalsector te helpen met de problematiek. Gemeenten zijn verantwoordelijk
voor de inzameling van huishoudelijk afval en worden door het Rijk hierin, conform
de bestuurlijke bevoegdheidsverdelingen, zo goed mogelijk ondersteund in het uitvoeren
van deze wettelijke taak. Het betreft een veelzijdig probleem dat primair vanuit het
preventie- en handhavingsdomein moet worden aangepakt. Daar waar dat niet kan moeten
laagdrempelige faciliteiten voor inzameling beschikbaar zijn en/of technologische
oplossingen die het probleem in de afvalketen kunnen mitigeren. Daarom is geld uitgetrokken
voor de pilot met innovatieve technieken en wordt de toolkit herzien zodat gemeenten,
inzamelaars en verwerkers doelmatig beleid en investeringen kunnen maken. Parallel
daaraan zet het kabinet onverminderd door op voorlichting aan gebruikers en handhaving
van het lachgasverbod (zie ook het antwoord op vraag3. Lopende al deze acties overweegt het kabinet geen aanvullende maatregelen om de
inzameling verder te reguleren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.