Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Baudet over de uitspraken van minister Klever over Ongehoord Nederland
Vragen van het lid Baudet (FVD) aan Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitspraken van Minister Klever omtrent omroep Ongehoord Nederland (ingezonden 13 november 2024).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 4 december
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraken van Minister Klever over omroep Ongehoord Nederland
waarin wordt gesproken over een «coup»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Gezien het kabinet met één mond spreekt, is deze uitspraak een kabinetsstandpunt?
Antwoord 2
Ik heb eerder aangegeven dat de onrust binnen Ongehoord Nederland mij zorgen baart.
Medewerkers van de publieke omroep hebben recht op een veilige werkomgeving en hun
werkgever moet hier zorg voor dragen. Het Commissariaat voor de Media (hierna: commissariaat)
houdt onder andere toezicht op de naleving van de Gedragscode Integriteit Publieke
Omroep. Het commissariaat heeft aangegeven dat de casus van Ongehoord Nederland de
aandacht heeft. Het is van belang dat het commissariaat onafhankelijk zijn onderzoek
kan uitvoeren, op afstand van de politiek. Het is dan ook niet aan mij als Minister
om hier een oordeel over te vellen. Dit uitgangspunt heb ik ook gedeeld met mijn collega
op Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.
Vraag 3
Indien het antwoord op de vorige vraag ontkennend is, vindt u het dan wenselijk dat
een bewindspersoon dergelijke uitspraken doet over een onafhankelijke omroep?
Antwoord 3
Zoals ik ook in mijn antwoord op vraag 2 heb benoemd, hoort de politiek afstand te
bewaren tot de media, zodat zij onafhankelijk kunnen opereren.
Vraag 4
Indien er volgens het kabinet sprake is geweest van een «coup», door wie zou deze
«coup» dan zijn gepleegd?
Antwoord 4
Het is aan het commissariaat om toezicht te houden op de publieke omroepen. Ik heb
als Minister geen rol in deze specifieke casus en kan en wil daarom geen uitspraken
doen hierover.
Vraag 5
Bent u eveneens bekend met de uitspraak van Minister Klever dat «de programma’s inhoudelijk zwaar onder de coup te lijden hebben»?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Is deze inhoudelijke beoordeling van de programma’s van Ongehoord Nederland een kabinetsstandpunt?
Antwoord 6
Het kabinet heeft geen standpunt over de inhoud van de programma’s van ON. Dit kabinet
hecht grote waarde aan onafhankelijke journalistiek en ziet dit als een essentieel
onderdeel van onze rechtsstaat. Het belang hiervan wordt onder meer onderstreept in
het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma. In de Mediawet is vastgelegd dat publieke
omroepen redactionele autonomie hebben en zelf verantwoordelijk zijn voor vorm en
inhoud van hun programma’s, binnen de kaders die de Mediawet hieraan stelt. Het is
niet aan de politiek, en dus ook niet aan leden van het kabinet, om de programma’s
van de publieke omroep inhoudelijk te beoordelen.
Vraag 7
Vindt u het wenselijk dat bewindspersonen zich uitspreken over de inhoud van programma’s
van de publieke omroep? Zo ja, waarom dan?
Antwoord 7
De publieke omroep en andere mediadiensten moeten onafhankelijk van de politiek kunnen
opereren; dat is een ononderhandelbaar rechtsstatelijk uitgangspunt. Persvrijheid
en vrijheid van meningsuiting zijn tevens rechten die zijn vastgelegd in de Grondwet,
net als een verbod op censuur. De politiek dient zich niet te bemoeien met inhoud
van programma’s van de publieke omroep en andere mediadiensten. Dit standpunt heb
ik tevens overgebracht in de beantwoording van eerdere Kamervragen over dit thema
aan het lid van de BBB.
Vraag 8
Wat vindt u van het feit dat een Minister uitspraken doet over de inhoud van een programma
op de publieke omroep?
Antwoord 8
Het is niet aan de politiek, en dus ook niet aan leden van het kabinet, om de programma’s
van de publieke omroep inhoudelijk te beoordelen.
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat bewindspersonen zich niet horen te mengen in de redactionele
keuzes van een onafhankelijke omroep? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.