Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Piri, Hirsch en Nordkamp over de handhaving van de internationale rechtsorde ten aanzien van Israël
Vragen van de leden Piri, Hirsch en Nordkamp (allen GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en de Staatssecretaris van Defensie over de handhaving van de internationale rechtsorde ten aanzien van Israël (ingezonden 19 september 2024).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en de Staatssecretaris van Defensie (ontvangen
22 november 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 252.
Vraag 1
Kunt u een lijst opstellen van exportvergunningen uitgegeven in 2024 voor de levering
van militaire en dual-use goederen aan Israël en voor iedere vergunning aangeven waar
de goederen toe dienen?
Antwoord 1
Sinds 7 oktober 2023 zijn er twee vergunningen voor de uitvoer van militaire goederen
met eindbestemming Israël toegewezen. Dat ging om onderdelen voor het Iron Dome-luchtafweersysteem
en om schokdempers voor containers op marineschepen. Uw Kamer werd hierover op 29 februari
2024 geïnformeerd (Kamerstuk 22 054, nr. 416).
Daarnaast zijn vergunningen afgegeven voor de tijdelijke uitvoer naar, of doorvoer
via, Israël voor productie- of onderhoudsdoeleinden. Deze goederen kwamen na een productie-
en of onderhoudshandeling in Israël terug naar Nederland of werden na deze handelingen
naar een eindgebruiker in een derde land uitgevoerd. In geen van deze gevallen is
sprake van eindgebruik door de Israëlische krijgsmacht.
In 2024 zijn er 28 exportvergunningen voor dual-use goederen uitgegeven aan Israël.
Hieronder vindt u een overzicht van het opgegeven eindgebruik.
Informatiebeveiliging x2
Observatie in en rondom wildparken x3
Ontwikkeling van civiele (infrarood) camerasystemen x4
Waterzuivering
Drankindustrie x2
Test- en evaluatiedoeleinden
Opsporing en reddingsdoeleinden
Halfgeleiderindustrie x10
Scannen van goederen in containers/vrachtwagens
Inspectie wafermachines
Computersystemen
Telecommunicatie
Vraag 2
Kunt u een lijst opstellen van militaire en dual-use goederen die Nederland in 2024
naar Israël heeft geëxporteerd onder exportvergunningen die vóór 2024 zijn afgegeven?
Antwoord 2
In 2024 zijn op aangiften ten uitvoer die bij de Nederlandse Douane zijn ingediend
(peildatum 25 september 2024), de volgende militaire en dual-use goederen aangegeven
onder exportvergunningen die vóór 2024 zijn afgegeven. Waar relevant is de goederencategorie
voorzien van aanvullende duiding.
Militaire goederen:
– Delen voor F-35 gevechtsvliegtuigen;
– Platen, vormdelen en helmschalen van polyethyleen en technologie;
– Warmtebeeldcamera's;
– Delen, gereedschap en technologie voor F-16 gevechtsvliegtuigen;
– G550 Patrouillevliegtuig;
– Simulatiesysteem.
Dual-use goederen:
– Onderdelen voor lithografische apparatuur, programmatuur en technologie;
– Systemen, apparatuur en onderdelen voor cryptografische informatiebeveiliging;
– Veiligheidshoofddeksels van andere stoffen.
Voor de delen voor F-35 gevechtsvliegtuigen geldt dat deze zijn uitgevoerd vóór het
arrest van het gerechtshof Den Haag van 12 februari 2024. Het kabinet heeft opvolging
gegeven aan het arrest door (middels de aanpassing van de algemene vergunningen NL007
en NL009) de uit- en doorvoer van goederen binnen het kader van het F-35-programma
met eindbestemming Israël niet langer toe te staan.
Voor de overige categorieën militaire goederen geldt dat het ging om de (tijdelijke)
uitvoer naar, of doorvoer via, Israël voor ontwikkel-, productie- of onderhoudsdoeleinden.
Deze goederen worden voor testen in Israël gebruikt, komen na een productie- en of
onderhoudshandeling in Israël terug naar Nederland of worden na deze handelingen naar
een eindgebruiker in een derde land uitgevoerd. In geen van deze gevallen is sprake
van eindgebruik door de Israëlische krijgsmacht.
Bij de categorie «Systemen, apparatuur en onderdelen voor informatiebeveiliging» gaat
het om netwerk routers, switches en firewalls en apparatuur en programmatuur die gebruikt
wordt in interne data netwerken.
Met betrekking tot de exporten waarvoor geen aangifte ten uitvoer hoeft te worden
gedaan (bijvoorbeeld voor intra-EU-verkeer) zijn de gegevens niet meegenomen in de
beantwoording aangezien rapportages over deze exporten op een later moment door bedrijven
kunnen worden aangeleverd.
Vraag 3
Kunt u een lijst opstellen van militaire goederen die Nederland in 2024 uit Israël
heeft geïmporteerd en een lijst van nieuwe contracten voor de import van militair
materieel die het kabinet in 2024 met Israëlische bedrijven heeft getekend of voornemens
is te tekenen?
Antwoord 3
Voor Defensie staat voorop dat militairen, binnen wat financieel mogelijk is, het
beste materieel tot hun beschikking hebben. Dit is belangrijk voor de doorontwikkeling
en modernisering van de Nederlandse krijgsmacht. In sommige gevallen wordt het beste
materieel dat tijdig beschikbaar is geleverd door Israëlische bedrijven.
Dit jaar zijn de volgende militaire goederen door Israëlische bedrijven geleverd.
– Antitankwapens;
– Counter-drone systemen;
– F-35 vliegerhelmen;
– Onderhoud voor diverse opleidings- en commandovoeringssystemen;
– Optische middelen voor marineschepen;
– PULS raketartilleriesystemen;
– Verschillende systemen, inclusief communicatiemiddelen, voor het VOSS (Verbeterd Operationeel
Soldaat Systeem);
– Zelfbeschermingsapparatuur voor diverse vliegtuigen;
– Zelfbeschermingssystemen en optische middelen voor CV90 pantservoertuigen;
Defensie is dit jaar verplichtingen aangegaan, of is dit – voor zover nu bekend –
voornemens te doen voor de volgende militaire goederen.
– Apparatuur op marineschepen voor elektronische oorlogvoering;
– Commandovoeringssystemen voor pantservoertuigen;
– Langeafstands luchtdoelraketten op marineschepen;
– Langeafstands precisiemunitie op marineschepen;
– Misleidingssystemen voor zelfverdediging fregatten;
– Zelfbeschermingsapparatuur voor C-390 transportvliegtuigen;
– Zelfbeschermingsapparatuur voor Medium Utility Helikopters.
Vraag 4
Is uitgesloten dat motoren van de F-35 die in Woensdrecht worden onderhouden in Israëlische
gevechtstoestellen terecht kunnen komen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De motoronderhoudsfaciliteit onderhoudt F-135-motormodules die worden aangeboden vanuit
het internationale F-35-programma. In het F-35-programma geldt dat uitgebouwde onderdelen,
ook motormodules, Amerikaans eigendom zijn zodra deze zijn aangeboden in de logistieke
keten van het internationale programma. Op het moment dat een motormodule voor reparatie
wordt uitgebouwd wordt deze vervangen door een andere motormodule uit de wereldwijde
onderhoudspool. Voor motormodules geldt dus, net als voor andere onderdelen, dat zij
niet aan een specifiek land toebehoren.
Naar aanleiding van het arrest van 12 februari 2024 van het Gerechtshof Den Haag heeft
het kabinet de relevante algemene vergunningen voor de door- en uitvoer van militaire
goederen aangepast. Door deze aanpassingen is uit- en doorvoer van F-35-onderdelen
naar Israël niet langer toegestaan, dat geldt ook voor motoren.
Vraag 5
Bent u bekend met de open brief van Duitse journalisten aan Israël met de oproep journalisten
toe te laten in Gaza en met de brief van Europese journalisten, waaronder de Nederlandse
Vereniging van Journalisten, die vragen om opschorting van het Europese Unie (EU)-Israël
Associatieakkoord vanwege o.a. het (opzettelijk) doden van journalisten en de zware
inperkingen op de persvrijheid door Israël?1
2
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Hoe verhoudt het (opzettelijk) doden van journalisten en het weigeren van toegang
tot Gaza aan journalisten zich tot uw inzet op democratische waarden, vrijheden en
rechtsstatelijke normen?
Antwoord 6
Het kabinet onderschrijft het belang van journalisten voor de toegang tot betrouwbare
en onafhankelijke informatie, zeker in conflictsituaties waar journalisten de oren
en ogen van de lokale en internationale gemeenschap zijn. Journalisten moeten hun
werk vrij en veilig kunnen uitvoeren. Deze boodschap draagt het kabinet ook uit, zowel
in bilateraal als multilateraal verband. Dit deed de Minister van Buitenlandse Zaken
recent nog tijdens zijn reis aan Israël en de Palestijnse gebieden op 2 en 3 september
jl. Daarnaast heeft Nederland tijdens de verklaring over journalisten in conflictsituaties
in de mensenrechtenraad op 10 september jl. opgeroepen tot bescherming en toegang
van journalisten tot de Gazastrook, en de noodzaak van onafhankelijk onderzoek naar
de gedode journalisten. Daarnaast heeft Nederland in een verklaring op 17 oktober
jl. in de derde commissie van de Verenigde Naties opgeroepen tot toegang en het waarborgen
van de veiligheid van journalisten in de Gazastrook. Tevens heeft Nederland het belang
onderstreept voor onafhankelijk onderzoek naar vermeende schendingen van de rechten
van journalisten.
Vraag 7
Heeft u, de Minister van Buitenlandse Zaken, bij uw recente gesprek met de Israëlische
Minister van Defensie Gallant, waarin u naar eigen zeggen heeft gesproken «over het
beschermen van journalisten», ook geëist dat Israël aan journalisten toegang tot Gaza
moet verlenen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik heb het belang benadrukt van toegang van journalisten tot de Gazastrook en opgeroepen
dat Israël dit moet verlenen.
Vraag 8
Welke consequenties verbindt u aan het kabinetsbeleid als de Israëlische autoriteiten
journalisten toegang tot Gaza blijven weigeren?
Antwoord 8
Toegang voor journalisten tot de Gazastrook is belangrijk voor onafhankelijke verslaglegging
van het conflict. Tevens heeft de Minister van Buitenlandse Zaken zorgen overgebracht
over de 45 dagen sluiting van het Al Jazeera kantoor in Ramallah door Israël. Zie
ook antwoord vraag 6.
Vraag 9
Bent u bekend met de berichtgeving dat Israël is gestopt met het verstrekken van visa
aan hoofden en medewerkers van internationale ngo’s?3
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Hoe verhoudt deze visumstop zich tot de voorlopige voorzieningen van het Internationaal
Gerechtshof die Israël verplichten om meer humanitaire hulp tot Gaza toe te laten?
Antwoord 10
Visumverlening voor internationale staf van hulporganisaties staat niet apart genoemd
in de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof. Wel moet Israël volgens
deze besluiten de toegang tot humanitaire hulp voor de noodlijdende burgerbevolking
van de Gazastrook toestaan en faciliteren. Het kabinet maakt zich zorgen over het
aanhoudende gebrek aan humanitaire toegang in brede zin en roept Israël op uitvoering
te geven aan de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof.
Vraag 11
Bent u van mening dat door de visumstop minder humanitaire hulp aan Gaza en de Westelijke
Jordaanoever kan worden verleend? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Israël moet humanitaire organisaties voldoende in staat stellen om de noodlijdende
bevolking in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever van hulp te voorzien. De
berichten over een visumstop zijn daarom zorgwekkend. Zo’n visumstop maakt de reeds
complexe humanitaire hulpoperaties in de Palestijnse Gebieden nog lastiger. Nederland
roept Israël op om het werk van hulporganisaties te faciliteren, inclusief middels
verbetering van visumverlening.
Vraag 13
Bent u van mening dat Israël met deze visumstop de voorlopige voorzieningen schendt?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Zie het antwoord op vraag 10.
Vraag 14
Welke consequenties voor de diplomatieke betrekkingen met Israël verbindt u aan de
beperkingen die Israël oplegt aan internationale ngo’s die humanitaire hulp verlenen
in de Westelijke Jordaanoever en Gaza?
Antwoord 14
In de diplomatieke contacten met Israël laat Nederland geen twijfel bestaan over het
feit dat alle partijen – waaronder Israël – te allen tijde gebonden zijn aan het internationaal
recht. Nederland blijft expliciet oproepen om de voorlopige maatregelen van het Internationaal
Gerechtshof na te leven. Onderdeel hiervan is dat humanitaire hulpverleners hun werk
moeten kunnen doen.
Vraag 15
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en voorafgaand aan het dertigledendebat
over de gerechtelijke uitspraak over de uitvoer naar Israël van onderdelen voor F-35
beantwoorden?
Antwoord 15
Nee, voor een volledige en zorgvuldige beantwoording was afstemming met meerdere departementen
en uitvoeringsorganisaties noodzakelijk en was het niet haalbaar de vragen voorafgaand
aan voorgenoemd debat te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie -
Mede ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.