Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Grinwis over VvE’s die in de knel komen door de Gasketelwet
Vragen van het lid Grinwis (ChristenUnie) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over VvE’s die in de knel komen door de Gasketelwet (ingezonden 8 oktober 2024).
Antwoord van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
19 november 2024)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 507
Vraag 1
Hoe luidt uw reactie op het artikel «Vereniging Eigen Huis waarschuwt voor hoge kosten
VvE’s door Gasketelwet», de brief van Vereniging Eigen Huis (VEH) aan u over Verenigingen
van Eigenaren (VvE’s) die in de knel komen door de Gasketelwet en de oproep van VEH
om met een spoed een plan van aanpak op te stellen waarmee VvE’s op een veel pragmatischer
wijze aan de Gasketelwet kunnen voldoen?1
Antwoord 1
Graag wil ik voorop stellen dat het jonge koolmonoxide-stelsel (CO-stelsel) van grote
betekenis is voor de veiligheid en gezondheid van mensen. Diverse maatregelen zijn
getroffen om het aantal incidenten met koolmonoxide terug te dringen. En het eerste
beeld dat uit de wetsevaluatie volgt, een jaar na inwerkingtreding, is positief.
Natuurlijk is het voor een VvE vervelend als deze voor hoge kosten komt te staan,
terwijl daar niet voor is gespaard. Tegelijkertijd is de veiligheid van de rookgasafvoer
wel een verantwoordelijkheid van de VvE. Onlangs heeft de sector voor situaties met
een collectieve rookgasafvoer een praktisch en gedragen handelingskader voor installatiebedrijven
opgesteld. Hierbij is mijns inziens een goede balans gevonden tussen enerzijds het
borgen van de veiligheid en anderzijds meer tijd voor VvE’s om de collectieve rookgasafvoer
te laten controleren. Dit handelingskader is onlangs beschikbaar gekomen. Dit kader
voor de monteur geeft houvast om in situaties, dat de geschiktheid van een collectieve
rookgasafvoer niet bekend is, de benodigde werkzaamheden toch uit te kunnen voeren.
Tegelijkertijd waarschuwt dit handelingskader de VvE en de individuele appartementseigenaren
de collectieve rookgasafvoer te laten controleren.
Daarnaast heb ik aan NEN opdracht gegeven om een praktijkrichtlijn (NPR) op te stellen
voor gebouwen met een collectieve rookgasafvoer. Deze praktijkrichtlijn geldt voor
renovatie van oude collectieve rookgasafvoeren, maar moet ook ruimte bieden aan VvE’s
om bij vervanging van een cv-ketel de bestaande collectieve rookgasafvoer voor een
bepaalde periode te kunnen blijven doorgebruiken. Uiteraard alleen wanneer de veiligheid
voldoende wordt geborgd. De verwachting is dat deze praktijkrichtlijn begin 2025 kan
worden gepubliceerd.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat VvE’s sinds de invoering en handhaving van de Gasketelwet
enorme kosten moeten maken voor de complete vervanging van het collectieve afvoersysteem
als deze ouder is dan vijftien jaar en een individuele eigenaar een nieuwe cv-ketel
wil laten installeren? Bent u ermee bekend dat deze verplichting leidt tot onuitvoerbaarheid
van de wet en dat VvE’s en appartementseigenaren niet weten hoe ze verder moeten als
een cv-ketel vervangen moet worden? Wat gaat u daar aan doen?
Antwoord 2
Ja. Sinds de invoering van het CO-Stelsel is de aandacht voor de veiligheid en gezondheid
in de sector gegroeid. Daar wordt naar gehandeld en dat heeft consequenties. Als een
collectieve rookgasafvoer in een VvE aan het einde van de technische levensduur is
gekomen, dient deze te worden vervangen. De VvE moet hier al in haar Meerjarenonderhoudsplan
(MJOP) rekening mee houden, door hiervoor geld te reserveren. Wanneer een VvE hiervoor
geen reservering heeft, dan kan de VvE hiervoor (onder voorwaarden) ook een lening
aangaan bij bijvoorbeeld het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten
(SVn) of het Nationaal Warmtefonds. Dit kan echter alleen wanneer er warmtepompen
op de rookgasafvoer worden geplaatst. Dat een rookgasafvoer aan het einde van z’n
technische levensduur moet worden vervangen, geldt overigens evenzeer voor eigenaren
van eengezinswoningen. Ook zij zullen hier rekening mee moeten houden en hiervoor
kosten moeten maken.
Een richtlijn binnen de beroepssector is dat de installateur beziet of een collectieve
rookgasafvoer ouder dan 15 jaar vanuit veiligheidsoptiek vervangen moet worden en
de klant daarover adviseert. Vervanging houdt nauw verband met de (gegarandeerde)
levensduur van de afvoerbuizen. Ook kan het zijn dat de bestaande (oudere) collectieve
rookgasafvoer niet geschikt is voor de nieuwe cv-ketel.
In mijn antwoord op vraag 1 ben ik al ingegaan op het handelingskader voor installatiebedrijven
en mijn opdracht aan de NEN om te komen tot een praktijkrichtlijn (NPR) die beiden
ook ruimte bieden aan VvE’s om de collectieve rookgasafvoer te laten controleren.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat een geschiktheidsverklaring van het collectieve afvoersysteem
in de praktijk geen oplossing biedt voor VvE’s, omdat deskundigen hiervoor moeilijk
te vinden zijn, een dergelijk onderzoek duizenden euro’s kost en regelmatig herhaald
moet worden vanwege de korte houdbaarheid van zo’n onderzoek?
Antwoord 3
De mogelijkheid van een geschiktheidsverklaring van het collectieve rookgasafvoersysteem
is door de sector opgenomen in de voor het CO-stelsel aangewezen certificatieschema’s
(beoordelingsrichtlijnen). Deze van een datum voorziene geschiktheidsverklaring geeft
aan dat de collectieve rookgasafvoer is beoordeeld en veilig bevonden. Een geschiktheidsverklaring
voorziet in de situatie dat een installateur, die bij een individuele appartementseigenaar
een nieuwe ketel monteert of onderhoud uitvoert, zelf de veiligheid van het afvoersysteem
niet kan beoordelen. De individuele appartementseigenaar (of de VvE) kan deze verklaring
dan aan z’n installateur overleggen. Die installateur weet dan dat de collectieve
rookgasafvoer in orde is en kan daar op vertrouwen. De kosten voor het inspecteren
van een collectieve rookgasafvoer zullen afhangen van de grootte van het appartementencomplex.
Logischerwijs worden die kosten gedeeld door alle eigenaren die deel uitmaken van
een VvE.
Zoals uit de evaluatie van het stelsel blijkt, is het aantal gecertificeerde installatiebedrijven
afgelopen jaar sterk gegroeid en de verwachting is dat dit aantal komende tijd nog
blijft groeien. Op dit moment zijn ruim 3.100 bedrijven gecertificeerd. Hiervan zijn
178 bedrijven ook specifiek gecertificeerd om werkzaamheden aan collectieve rookgasafvoeren
uit te mogen voeren. Dat zijn met name de grotere bedrijven met veel monteurs in dienst.
VvE’s en individuele appartementseigenaren kunnen het Register | Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (tlokb.nl) raadplegen om een gecertificeerd installatiebedrijf en een specifiek op het gebied
van collectieve rookgasafvoeren gespecialiseerd installatiebedrijf te vinden.
Vraag 4
Heeft u met de voorgaande problemen rekening gehouden toen de Gasketelwet werd opgesteld?
Heeft u destijds met de branche verkend of de veiligheid van gassytemen binnen VvE’s
eenvoudiger en goedkoper kan worden gerealiseerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom
heeft u daar toen niet meteen rekening mee gehouden? Bent u bereid om dit nu alsnog
op te pakken met de technische branche en daarbij consumentenorganisaties te betrekken?
Antwoord 4
Dat er in woongebouwen met een collectieve rookgasafvoer gevaarlijke situaties kunnen
zijn, was voor het opstellen van het wettelijk stelsel al bekend. In 2016 zijn daarom
samen met onder andere de installatiesector, Vereniging Eigen Huis, VvE Belang en
Vastgoed Belang een handreiking en informatieblad opgesteld (i.c. »De veiligheid van collectieve rookgasafvoeren in woongebouwen»), met als doel VvE-besturen, VvE-beheerders, corporaties, verhuurders en individuele
appartementseigenaren bewust te maken van de mogelijke gezondheidsrisico’s die spelen
bij collectieve rookgasafvoeren. Daarbij is ook gewezen op het belang van periodieke
inspectie en onderhoud om gevaarlijke situaties te voorkomen en op de verantwoordelijkheden
zoals die binnen VvE’s liggen. Dat VvE’s in verband met een noodzakelijke renovatie
of vervanging van de collectieve rookgasafvoer voor hoge kosten kunnen worden gesteld,
volgt dus niet uit het nieuwe wettelijke stelsel. Tijdige vervanging of renovatie
van de collectieve rookgasafvoer is inherent aan de goede instandhouding van een gebouw.
Dit is een verantwoordelijkheid van de VvE en een verplichting van de VvE naar de
individuele eigenaren en bewoners. Zij moeten erop kunnen vertrouwen dat het gebouw
waarin zij wonen veilig is.
Ook bij het opstellen van het CO-stelsel is aandacht besteed aan collectieve rookgasafvoeren
in woongebouwen waaronder die van VvE’s. Toen is ook rekening gehouden met de mogelijkheid
dat niet elke installateur de expertise bezit om een collectieve rookgasafvoer te
beoordelen en dat daarvoor dan een gespecialiseerd bedrijf kan worden ingeschakeld
(zie mijn antwoord op vraag2. Daarbij zijn de hiervoor genoemde handreiking en informatieblad geactualiseerd.
Ik ga komende tijd graag in gesprek met de sector en consumentenorganisaties over
de in de evaluatie en de brief van Vereniging Eigen Huis geconstateerde knelpunten
met collectieve rookgasafvoeren bij VvE’s. Hierbij zal ik het hiervoor genoemde handelingskader
en de binnenkort verwachte praktijkrichtlijn (NEN) betrekken. Hiermee wordt voor de
korte termijn een oplossing geboden. Samen met deze partijen wil ik ook bekijken welke
aanvullende mogelijkheden er zijn.
Vraag 5
Wanneer stuurt u het wettelijk verplichte evaluatierapport inzake de Gasketelwet naar
de Kamer? Geeft u daar dan ook direct de noodzakelijke vervolgstappen bij aan?
Antwoord 5
De evaluatie heb ik gelijktijdig met mijn antwoorden op uw vragen aan uw Kamer aangeboden.
Daarbij heb ik aangegeven wat de vervolgstappen zijn.
Vraag 6
Vindt u ook dat – gegeven het naderende stookseizoen – de problematiek voor VvE’s
en appartementseigenaren met prioriteit moet worden opgelost en niet kan wachten op
een evaluatie en een vervolgtraject?
Antwoord 6
Zie mijn antwoord op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.