Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties2.2 Overzicht Coronamaatregelen3 Beleidsartikelen3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor3.5 Artikel 17 Luchtvaart3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid3.9 Artikel 21 Circulaire economie3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen4 Niet-beleidsartikelen4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement4.2 Artikel 98 Apparaat Kerndepartement4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld5 Agentschappen5.1 Agentschap Rijkswaterstaat5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Metereologisch Instituut
36 625 XII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2024‒2025
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII);
2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,B. Madlener
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De opzet en structuur van de onderliggende begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van financieel instrument.
Tabel 1 Norm bij toe te lichten verschillen
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 en < 1000
5
10
=> 1000
10
20
Opbouw
Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatie vraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Deze verdiepingsslag is als volgt opgebouwd:
1. In de begrotings(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2024 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Tweede suppletoire begroting.
2. In het overzicht in paragraaf 2.1 Overzicht belangrijk uitgaven- en ontvangstenmutatieszijn de belangrijkste mutaties opgenomen, die op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting 2024 (Kamerstukken II 2023-2024, 36 410 XII, nr 1). Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.
3. In de artikelgewijze toelichting in paragraaf 3 Beleidsartikelen en paragraaf 4 Niet-beleidsartikelen zijn in de tabellen de budgettaire gevolgen van beleid de mutaties in de Tweede suppletoire begroting 2024 opgenomen ten opzichte van de reeds in de aan uw Kamer voorgelegde Suppletoire Begroting September 2024 (Kamerstukken II 2024-2025, 36 613 XII, nr 1). De begrotingsmutaties van de najaarsnota worden toegelicht op basis van bovengenoemde staffel.
4. In paragraaf 5 Agentschappen staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
De onderstaande tabellen geven de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties van de tweede suppletoire begroting 2024 weer. In paragraaf 3 Beleidsartikelenen paragraaf 4 Niet-beleidsartikelen is een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel te vinden.
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2024
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW's en amendementen) 2024
14.125.852
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Overboekingen Ministeries
Divers
‒ 155.486
- Waarvan met MF en DF
26
‒ 132.803
2) Overboekingen HXII/Fondsen
26
‒ 34.961
- waarvan met MF
Divers
36.588
- waarvan met DF
Divers
‒ 1.627
3) NGF Zero Emissie Services
18
‒ 11.095
4) NGF Groeiplan Watertechnologie
11
‒ 7.709
5) Meevallers Klimaatfonds
21 en 97
‒ 2.959
6) Overige mutaties
Divers
2.333
Stand 2e suppletoire begroting 2024
13.950.936
Toelichting
1. Overboekingen ministeries
Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting, met HXII, het MF of het DF. Per saldo wordt € 155,5 miljoen overgeboekt van het Ministerie van IenW naar andere begrotingshoofdstukken.
– Er wordt per saldo ‒ € 132,8 miljoen overgeboekt vanuit het MF en het DF naar andere departementen. Deze boekingen lopen via het voedingsartikel 26 op HXII. Het betreft met name de overboekingen van het MF naar het BTW-compensatiefonds voor de BTW-afdrachten, en zijn voornamelijk voor de woningbouwmiddelen korte termijn van ‒ € 65,2 miljoen, voor de mobiliteitspakketten van ‒ € 53,6 miljoen, voor de tijdelijke stimuleringsregeling Slim, Veilig, Doelmatig en Duurzaam gebruik van Mobiliteitsinfrastructuur 2023 ‒ 2027 van diverse provincies en gemeentes van in totaal ‒ € 7,2 miljoen, en voor de beschikking Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) bij spoorzone Rijen van ‒ € 3,6 miljoen.
– Van de resterende overboekingen tussen Hoofdstuk XII en andere begrotingshoofdstukken gaat per saldo ‒ € 22,7 miljoen naar andere begrotingen. Het betreft met name de overboekingen voor het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI) van in totaal ‒ € 13,5. In het voorjaar 2023 is budget vrijgemaakt voor het programma bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI), zoals voorgesteld in de Kamerbrief 2022-2023 33 450 nr 118. IenW coördineert dit programma, maar een deel van de projecten wordt uitgevoerd door KGG, EZ en DEF. De overboekingen voor PBNI gaan voornamelijk naar DEF van in totaal ‒ € 12,8, en betreft voornamelijk voor het deel van 2024 voor het inhuren van een patrouilleschip gedurende twee jaar van € 5,0 miljoen, de investering in satellietcapaciteit van € 5,0 miljoen, en de € 2,5 miljoen voor het uitvoeren van een nulmeting van de kritische infrastructuur op de Noordzee. Naast de overboekingen voor PBNI vindt er ook een overboeking plaats naar het Gemeentefonds van ‒ € 3,4 miljoen voor de eenmalige compensatie voor werkzaamheden voor het Register Externe Veiligheidsrisico's.
2. Overboeking HXII/Fondsen
Per saldo is € 35,0 miljoen overgeboekt vanuit het Mobiliteitsfonds en Deltafonds naar HXII, waarvan € 36,6 miljoen van het Mobiliteitsfonds naar HXII is overgeboekt en € 1,6 miljoen van HXII naar het Deltafonds. Het gaat met name om:
– Een overboeking van het Mobiliteitsfonds naar HXII artikel 16 van € 29,4 miljoen voor de beschikking Decentraal Spoor 2024. IenW levert voor de dekking van het exploitatie- of beheertekort van de betreffende decentrale spoor- en tramdiensten een bijdrage. Het betreffen Specifieke Uitkeringen voor vier provincies, namelijk Overijssel, Drenthe, Limburg en Utrecht.
– Een overboeking van het Mobiliteitsfonds naar HXII artikel 14 van € 5,0 miljoen voor een bijdrage aan de RDW voor de verplaatsing van het Mobiliteit en Infrastructuur Testcentrum (MITC), een testcentrum om nieuwevoertuigfunctionaliteiten te testen, naar Marknesse door de uitbreiding van de luchthaven.
– Een overboeking van het Mobiliteitsfonds naar HXII artikel 14 van € 3,0 miljoen voor de bijdrage aan de RDW en betreft de kosten voor de uitvoeringstoets voor de Automated Driving Systems (ADS).
– Een overboeking van het Mobiliteitsfonds naar HXII artikel 14 van € 2,9 miljoen voor de bijdrage aan de RDW voor de voorbereiding van de uitvoeringstoets voor Automated Lane Keeping Systems (ALKS). Dit is Europese regelgeving, dat bekent staat als R157.
– Een overboeking van HXII artikel 14 naar het Mobiliteitsfonds van € 1,1 miljoen voor de implementatie van het beleid voor het programma Verzorgningsplaatsen van de Toekomst.
– Een overboeking van HXII artikel 14 naar het Mobiliteitsfonds van € 1,0 miljoen voor de ontwikkeling en het beheer van het toegangspunt Data Laad- en tankpunten beleggen bij het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW).
– Een overboeking naar het Deltafonds van € 1,4 miljoen van HXII van met name artikel 11 van € 0,7 miljoen, artikel 13 van € 0,5 miljoen, en artikel 97 van € 0,2 miljoen voor de aanvulling van de beschikking voor de uitvoering van het onderzoeksprogramma 2024 van Deltares. Het onderzoeksprogramma 2024 is onderdeel van de Subsidieregeling Instituten Toegepast Onderzoek (SITO-regeling), dat twee keer per jaar wordt herijkt en op DF wordt verantwoord.
3. NGF Zero Emissie Services
Als gevolg van nieuwe inzichten in de prognose voor de subsidie NGF Zero Emissie Services voor 2024 wordt er dit jaar ‒ € 11,1 miljoen minder uitgegeven en worden met de tweede suppletoire begroting teruggegeven aan het generale beeld. Deze middelen zullen in de eerste suppletoire begroting in 2025 weer opgevraagd worden via de 100% eindejaarsmarge op de NGF-middelen.
4. NGF Groeiplan Watertechnologie
Vanwege een vertraging bij de openstelling en beoordeling van de aanvragen voor de NGF Groeiplan Watertechnologie subsidies, worden de beschikbare middelen met de tweede suppletoire begroting teruggegeven aan het generale beeld. Deze middelen zullen in de eerste suppletoire begroting in 2025 weer opgevraagd worden via de 100% eindejaarsmarge op de NGF-middelen. Ook de voucherregeling zal volgend jaar in werking treden. Het betreft in totaal € 7,4 miljoen.
5. Meevallers Klimaatfonds
Er zijn twee meevallers op het Klimaatfonds van in totaal € 3,0 miljoen en komt door een lager aantal aanvragen op de subsidieregeling Omschakeling en vewerking Cirulaire Plastics van € 2,6 miljoen en een vertraging van werkzaamheden voor de ANVS voor de nieuwe kerncentales van € 0,4 miljoen. Deze middelen worden met de tweede suppletoire begroting teruggegeven aan het generale beeld. Deze middelen zullen in de eerste suppletoire begroting in 2025 weer opgevraagd worden via de 100% eindejaarsmarge op de KF-middelen.
6. Overige mutaties
Dit betreffen de overige mutaties op de begroting, waaronder diverse meevallers van de verschillende artikelen. Deze meevallers worden met name ingezet voor de naheffing voor de Werkkostenregeling (WKR-kosten) van € 5,1 miljoen en de hogere kosten voor het Masterplan de Bilt voor de verhuizing van de archieven van het KNMI van € 4,2 miljoen.
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2024
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW's en amendementen) 2024
78.063
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Desaldering BZ bijdrage Vernieuwing SAP
1800
2) Overige mutaties
Divers
578
Stand 2e suppletoire begroting 2024
80.441
Toelichting
1. Bijdrage Vernieuwing SAP
Dit betreft de ontvangsten van € 1,8 miljoen voor het aandeel van BZ voor de vernieuwing van het SAP systeem.
2.2 Overzicht Coronamaatregelen
Tabel 4 Coronamaatregelen op de IenW-begroting (bedragen x € 1 miljoen.)
Art.
Naam maatregel/regeling
Bedrag verplichtingen 2024
Bedrag uitgaven 2024
Bedrag ontvangsten 2024
Vindplaats
16
Beschikbaarheidsvergoeding OV
11.674
11.356
46.584
Kamerstuk II, 35 748, nr. 1 , 35 804, nr. 1 , 23 645, nr. 755 , 35 925, nr. 14 , 35 925, nr. 71
22
Tegemoetkoming vuurwerkbranche
260
260
0
Kamerstuk II, 35 781, nr. 1 , 35 925, nr. 14 , 36 038, nr. 1 , 35 924, nr. 14
97 en 98
COVID-testen reizigers
1.048
3.316
0
Kamerstuk II, 35 864, nr. 1 , 35 925, nr 71
Totaal
12.982
14.932
46.584
Toelichting
Beschikbaarheidsvergoeding OV
Dit betreft een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer (BVOV). De vergoeding is bestemd om de beschikbaarheid van het openbaar vervoer tijdens de COVID-19-crisis te kunnen borgen.
Bij de tweede suppletoire begroting 2024 heeft een overboeking van artikel 16 naar artikel 98 externe inhuur van € 0,9 miljoen plaatsgevonden, voor de inhuur van adviseurs die ondersteunende diensten verrichten ter ondersteuning bij de uitvoering van de BVOV.
Tegemoetkoming vuurwerkbranche
Dit betreft de middelen in verband met de tijdelijke subsidieregelingen voor de detailhandel en importeurs/distributeurs, die als doel hebben om de vuurwerkbranche tegemoet te komen in de extra kosten die zij maakt vanwege het vuurwerkverbod en voor de extra opslag en transport voor het F2-vuurwerk dat voor de jaarwisseling 2021 ‒ 2022 niet verkocht mocht worden.
De budgetten voor de tegemoetkoming vuurwerkbranche zijn niet aangepast bij deze tweede suppletoire begroting.
COVID-testen reizigers
Dit betreft de middelen voor het COVID-testen voor reizigers, inclusief uitvoeringskosten. Er zijn nog een aantal facturen die betaald moeten worden in 2024. De reden hiervoor is dat de controle van de facturen van de testaanbieders meer tijd kost dan verwacht. Dit is nodig om er voor te zorgen dat de rechtmatigheid van de betaalde kosten gewaarborgd blijft.
De budgetten voor de COVID-testen reizigers zijn niet aangepast bij deze tweede suppletoire begroting.
3 Beleidsartikelen
3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 11 Integraal Waterbeleid (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
223.040
‒ 23.621
199.419
Uitgaven
82.861
‒ 10.307
72.554
11.1
Algemeen waterbeleid
56.117
‒ 726
55.391
Opdrachten
12.853
‒ 1.621
11.232
Partners voor Water (HGIS)
6.448
0
6.448
Overige HGIS opdrachten
1.554
0
1.554
Regie Innovatie
965
‒ 207
758
Overige opdrachten
3.886
‒ 1.414
2.472
Subsidies (regelingen)
21.574
50
21.624
Overige HGIS subsidies
6.898
0
6.898
Partners voor Water 5 (HGIS)
4.000
0
4.000
NGF NL2120
9.583
0
9.583
Overige subsidies
1.093
50
1.143
Bijdrage aan agentschappen
17.141
221
17.362
Bijdrage aan agentschap RWS
16.501
60
16.561
Bijdrage aan agentschap KNMI
640
161
801
Bijdrage aan medeoverheden
3.384
‒ 311
3.073
NGF NL2120
2.984
0
2.984
Overige bijdragen
400
‒ 311
89
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
1.165
935
2.100
Overige bijdragen
1.165
935
2.100
11.2
Waterveiligheid
2.432
‒ 999
1.433
Opdrachten
2.432
‒ 999
1.433
Waterveiligheid
2.225
‒ 999
1.226
Overige opdrachten
207
0
207
11.3
Grote oppervlaktewateren
895
‒ 138
757
Opdrachten
895
‒ 138
757
RWS Zuid-Westelijke Delta
425
0
425
Overige opdrachten
470
‒ 138
332
11.4
Waterkwaliteit
23.417
‒ 8.444
14.973
Opdrachten
6.462
‒ 408
6.054
Waarvan RWS (BOA)
0
50
50
Noordzee en oceanen
2.118
‒ 173
1.945
Overige opdrachten
4.344
‒ 285
4.059
Subsidies (regelingen)
14.652
‒ 7.794
6.858
NGF GPWT
13.440
‒ 7.709
5.731
Overige subsidies
1.212
‒ 85
1.127
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
2.303
‒ 242
2.061
Overige bijdragen
2.303
‒ 242
2.061
Ontvangsten
250
0
250
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
De verlaging van het verplichtingenbudget met € 23,6 miljoen wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte mutaties en:
– NGF Groeiplanwatertechnologie verplichtingenschuif: De verplichtingen voor pilot- en demonstratie projecten (- € 26,9 miljoen) kunnen pas later vastgelegd worden, omdat er vertraging is opgetreden bij de openstelling van de subsidieregeling en het beoordelen van de subsidieaanvragen. Het budget wordt met de tweede suppletoire begroting teruggegeven aan het generale beeld en in de eerste suppletoire begroting 2025 weer opgevraagd via de 100% eindejaarsmarge op de NGF-middelen.
– Blue Deal HGIS verplichtingenschuif: Vanwege een administratieve correctie wordt de aangegane verplichting richting het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor € 7,0 miljoen in 2024 vastgelegd. Deze verplichtingenruimte komt voor € 6,0 miljoen uit de jaren 2025-2027 en voor € 1,0 miljoen uit opdrachten en internationale bijdragen.
Uitgaven
1 Algemeen Waterbeleid
De uitgavemutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
2 Waterveiligheid
De uitgavemutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
3 Grote oppervlaktewateren
De uitgavemutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
4 Waterkwaliteit
Subsidies
Per saldo is het budget voor subsidies in 2024 met ‒ € 7,8 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door:
– NGF Groeiplan Watertechnologie kasschuif: Er wordt voor ‒ € 7,7 miljoen met de tweede suppletoire begroting teruggegeven aan het generale beeld en dit zal in de eerste suppletoire begroting in 2025 weer opgevraagd worden via de 100% eindejaarsmarge op de NGF-middelen. Door de vertraging in het openstellen van de subsidieregeling (onderdeel van het NGF project) worden de verplichtingen later vastgelegd en de kas later uitgegeven.
– Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties (- € 0,1 miljoen).
Ontvangsten
Er hebben geen ontvangstenmutaties plaatsgevonden op dit artikel.
3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Bodem en Ondergrond (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
206.770
‒ 7.105
199.665
Uitgaven
140.585
‒ 38
140.547
13.4
Ruimtegebruik bodem
140.585
‒ 38
140.547
Opdrachten
22.991
‒ 3.595
19.396
Bodem en STRONG
17.333
‒ 2.312
15.021
RWS Leefomgeving
2.740
‒ 690
2.050
Fysieke Leefomgeving Omgevingswet (FLOW)
157
‒ 51
106
Overige opdrachten
2.761
‒ 542
2.219
Subsidies (regelingen)
27.685
4.087
31.772
Bedrijvenregeling
16.000
5.329
21.329
Subsidie Caribisch Nederland
10.335
‒ 1.000
9.335
Overige subsidies
1.350
‒ 242
1.108
Bijdrage aan agentschappen
8.944
‒ 890
8.054
Bijdrage aan agentschap RWS
4.440
0
4.440
Bijdrage aan agentschap RIVM
4.504
‒ 890
3.614
Bijdrage aan medeoverheden
80.965
360
81.325
Meerjarenprogramma Bodem
79.501
‒ 650
78.851
Bijdragen aan Caribisch Nederland
1.464
1.010
2.474
Ontvangsten
1.500
0
1.500
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
De verlaging van het verplichtingenbudget met € 7,1 miljoen wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties en de verplichtingenschuif op het Meerjarenprogramma Bodem van € 6,6 miljoen naar latere jaren (€ 4,0 miljoen in 2026 en € 2,6 miljoen in 2027). In 2024 wordt niet het volledige verplichtingenbudget benut. De meerjarige SPUK regeling is niet voor een tweede termijn opengesteld, omdat in het Hoofdlijnenakkoord is bepaald dat deze SPUK-regeling vanaf 2026 via het Gemeentefonds en Provinciefonds zal lopen.
Uitgaven
4 Ruimtegebruik bodem
Opdrachten
Per saldo is het budget voor opdrachten in 2024 met ‒ € 3,6 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Herschikking opdrachtenbudgetten: Er wordt voor ‒ € 3,3 miljoen van opdrachten naar subsidies herschikt, vanwege vertragingen in 2024 op een aantal projecten die worden gefinancierd uit de opdrachtenbudgetten. Op de Bedrijvenregeling (subsidieregeling voor bodemsaneringen) is er een hogere kasbehoefte vanwege het aflopen van de subsidieregeling.
– Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties (- € 0,3 miljoen).
Subsidies
Per saldo is het budget voor subsidies in 2024 met € 4,1 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Herschikking Bedrijvenregeling: Er wordt binnen artikel 13 voor € 5,1 miljoen aan budget gealloceerd (zie met name de toelichting bij opdrachten) zodat de hogere kasbehoefte bij de bedrijvenregeling gerealiseerd kan worden.
– Herschikking Bijzondere Uitkering Caribisch Nederland: De subsidiebudgetten worden herschikt naar bijdrage medeoverheden om voor ‒ € 1,0 miljoen een centrale afvalwaterzuiveringsinstallatie op Sint Eustatius te financiëren. Dit is onderdeel van het Milieuplan Caribisch Nederland.
Ontvangsten
Er hebben geen ontvangstenmutaties plaatsgevonden op dit artikel.
3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
608.455
292
608.747
Uitgaven
475.426
1.215
476.641
14.1
Netwerk
32.246
11.055
43.301
Opdrachten
13.202
‒ 361
12.841
Wegverkeersbeleid
6.809
‒ 993
5.816
Voertuigen en Digitale Infrastructuur
5.443
363
5.806
Overige opdrachten
950
269
1.219
Bijdrage aan agentschappen
9.340
0
9.340
Bijdrage aan agentschap RWS
7.659
0
7.659
Overige bijdragen
1.681
0
1.681
Bijdrage aan medeoverheden
8.301
0
8.301
Bijdrage aan Caribisch Nederland
8.194
0
8.194
Regionale bijdrage MIRT
107
0
107
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.403
11.416
12.819
Overige bijdragen
1.403
11.416
12.819
14.2
Verkeersveiligheid
37.987
‒ 652
37.335
Opdrachten
3.978
798
4.776
Opdrachten Verkeersveiligheid
3.978
798
4.776
Subsidies (regelingen)
12.039
‒ 47
11.992
Veilig Verkeer Nederland (VVN)
4.391
0
4.391
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV)
4.447
0
4.447
Overige subsidies
3.201
‒ 47
3.154
Bijdrage aan agentschappen
743
0
743
Bijdrage aan agentschap RWS
743
0
743
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
33
0
33
Overige Bijdragen
33
0
33
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
2.694
‒ 269
2.425
Bijdrage aan CBR
1.894
121
2.015
Overige bijdragen
800
‒ 390
410
(Schade)vergoeding
18.500
‒ 1.134
17.366
Stint
18.500
‒ 1.134
17.366
14.3
Slimme en duurzame mobiliteit
405.193
‒ 9.188
396.005
Opdrachten
58.902
‒ 11.139
47.763
Innovatie en Intelligente Transportsystemen
7.712
‒ 275
7.437
Verkeersemissies
827
0
827
KF: Laadinfra wegverkeer
666
0
666
Programma Vergroening Reisgedrag
6.701
‒ 6.390
311
Verduurzaming logistiek
7.646
‒ 265
7.381
NGF: Dutch Metropolitan Innovations (DMI)
19.142
0
19.142
Overige opdrachten
16.208
‒ 4.209
11.999
Subsidies (regelingen)
279.125
‒ 240
278.885
Duurzame Mobiliteit
18.699
0
18.699
Elektrisch Vervoer
142.659
0
142.659
Laad en AanZET
66.750
0
66.750
Bronmaatregelen Stikstof
34.106
0
34.106
KF: Laadinfra wegvervoer
11.805
0
11.805
KF: Laadinfra Bouw
1.600
0
1.600
Overige Subsidies
3.506
‒ 240
3.266
Bijdrage aan agentschappen
26.831
50
26.881
Bijdrage agentschap RWS
4.634
0
4.634
Bijdrage agentschap NEA
5.194
0
5.194
Bijdrage agentschap RVO
16.620
50
16.670
Bijdrage aan agentschap RIVM
383
0
383
Bijdrage aan medeoverheden
36.466
1.591
38.057
Duurzame Mobiliteit
21.450
2.000
23.450
Mobiliteit en Gebieden
1.000
‒ 409
591
KF - Laadinfra
14.016
0
14.016
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
245
50
295
Overige bijdragen
245
50
295
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
3.624
500
4.124
Overige bijdragen
3.624
500
4.124
Ontvangsten
5.619
‒ 879
4.740
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtin gen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Uitgaven
1 Netwerk
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
Per saldo is het budget voor bijdragen aan ZBO's/RWT's in 2024 met € 11,4 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Verplaatsen MITC: Een bijdrage aan de RDW voor de Mobiliteit en Infrastructuur Testcentrum (MITC) om nieuwe voertuigfunctionaliteiten te testen. Hiervoor wordt € 5,0 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds overgeboekt waar de middelen gereserveerd staan.
– Uitvoeringstoets ALKS: de RDW heeft in 2023 een uitvoeringstoets voor Automated Lane Keeping Systems (ALKS) opgeleverd. De kosten voor deze toets zijn voorgeschoten door de RDW en worden nu terugbetaald. Daarnaast heeft de RDW, in opdracht van DGMo, voorbereidingen getroffen om de ALKS wetgeving te implementeren. Hiervoor wordt € 2,9 miljoen overgeboekt vanuit het Mobiliteitsfonds waar de middelen gereserveerd staan.
– Voorbereidingskosten implementatie VN-regelgeving: de RDW heeft, in opdracht van DGMo, kosten gemaakt ter voorbereiding van de implementatie van de VN-regelgeving DCAS, omdat het als wettelijke taak heeft om typegoedkeuring uit te voeren. DCAS heeft als doel om toelatingseisen te stellen voor voertuigen met geavanceerde veiligheidssystemen. Hiervoor wordt € 3,0 miljoen overgeboekt vanuit het Mobiliteitsfonds waar de middelen gereserveerd staan.
– Het restant van € 0,5 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
2 Verkeersveiligheid
De uitgavemutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
3 Slimme en Duurzame mobiliteit
Opdrachten
Per saldo is het budget voor opdrachten in 2024 met € 11,1 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Programma Vergroenen Reisgedrag: het budget wordt verlaagd met € 6,4 miljoen. Dit betreft met name een herschikking van opdrachten naar bijdragen aan medeoverheden ten behoeve van de SPUK-regeling Zero-Emissiebussen met € 2,0 miljoen, een overboeking naar artikel 16 ter dekking van de bijdrage aan ILT voor BCT Taxi en de indexering van de bijdrage CLU Betuwe van € 1,5 miljoen, en een overboeking naar artikelonderdeel 2 Verkeersveiligheid voor hoger uitgevallen kosten bij Verkeerscampagnes voor Bob en MONO voor € 1,1 miljoen.
– Overige opdrachten: Het budget wordt verlaagd met € 4,2 miljoen. Dit betreft met name een overboeking van Programma Fiets naar artikel 24 van de ILT voor niet-kostendekkende tarieven aan KIWA van € 1,2 miljoen en een overboeking naar artikelonderdeel 2 Verkeersveiligheid ten behoeve van verplichtingen voor de campagne deelauto's voor € 1,0 miljoen.
– Het restant van € 0,5 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
436.553
30.597
467.150
Uitgaven
448.289
29.674
477.963
16.1
OV en Spoor
432.193
28.792
460.985
Opdrachten
6.569
‒ 1.163
5.406
OV & Stations
2.767
‒ 1.267
1.500
ACM
1.807
‒ 1.807
0
Overige opdrachten
1.995
1.911
3.906
Subsidies (regelingen)
137.794
96.926
234.720
NS Sociale Veiligheid
3.150
0
3.150
Overige subsidies
134.644
96.926
231.570
Bijdrage aan agentschappen
1.221
‒ 5
1.216
Bijdrage aan agentschap RWS
880
0
880
Bijdrage aan agentschap KNMI
15
0
15
Bijdrage aan agentschap RVO
326
‒ 5
321
Bijdrage aan medeoverheden
286.507
‒ 66.966
219.541
CLU Betuweroute en HSL
2.477
442
2.919
Overige bijdragen
284.030
‒ 67.408
216.622
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
102
0
102
Overige bijdragen
102
0
102
16.2
Maatregelenpakket OVS
16.096
882
16.978
Subsidies (regelingen)
16.096
882
16.978
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector
8.598
‒ 883
7.715
Transitievangnet OV
7.498
1.765
9.263
Ontvangsten
44.884
0
44.884
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 30,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil wordt met name verklaard door onderschrijdingen die alleen het kasbeeld beïnvloeden.
Uitgaven
1 OV en Spoor
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget met € 1,2 miljoen wordt veroorzaakt door de volgende mutaties:
– OV & Stations: Het budget wordt verlaagd met ‒ € 1,3 miljoen. Dit betreft met name een overboeking van ‒ € 1,3 miljoen naar artikel 24 ILT in het kader van aanvullende kosten voor de realisatiefase van het project Boordcomputer Taxi (BCT). Als gevolg van een vertraging aan het begin van het project lopen de kosten langer door dan oorspronkelijk gepland.
– ACM: Het budget wordt verlaagd met ‒ € 1,8 miljoen. Dit betreft met name een overboeking aan EZ van ‒ € 1,1 miljoen en betreft de bijdrage aan ACM voor de werkzaamheden die de ACM in 2024 uitvoert op het gebied van spoor, loodsen, luchtvaart, personenvervoer en de Zeehavenverordening. In totaal wordt hiervoor ‒ € 1,9 miljoen van HXII naar EZ overgeboekt. Zie ook de financiële toelichting op artikel 17 en artikel 18.
– Overige opdrachten: Het budget wordt verhoogd met € 1,9 miljoen. Dit betreft met name een overboeking van € 1,5 miljoen vanaf artikel 14 ter dekking van de OVS knelpunten op het opdrachtenbudget. Het gaat hier onder andere om de BCT Taxi en de indexering van bijdrage Complete Lijn Uitschakeling (CLU) Betuwe.
– Het restant van ‒ € 0,3 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Subsidies
De verhoging van subsidies met € 96,9 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
– Overige subsidies: Er vindt een overheveling van € 96,8 miljoen euro van bijdragen aan medeoverheden naar subsidies plaats. Het bedrag was in het kader van de motie Krul (Kamerstuk II, 31524, nr. 581) vanuit de Aanvullende Post overgeheveld naar IenW en gereserveerd op het instrument bijdrage medeoverheden. De motie Krul heeft als doel het eenmalig compenseren in 2024 van de herijking van het studentenreisproduct voor de regionale vervoerders. Aangezien het hier om een subsidie aan de NS gaat, behoren de middelen op het instrument subsidies te staan.
– Het restant van € 0,1 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Bijdrage aan medeoverheden
De verlaging van bijdrage aan medeoverheden met per saldo € 67,0 miljoen en is met name het gevolg van:
– Overige bijdragen: Het budget voor overige bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met ‒ € 67,0 miljoen verlaagd als gevolg van de volgende mutaties:
• Er vindt een overheveling van € 96,8 miljoen euro van bijdragen aan medeoverheden naar subsidies voor de motie Krul plaats. Zie toelichting bij instrument subsidies van artikelonderdeel OV en Spoor.
• De jaarlijkse overboeking van het MF naar HXII voor de beschikkingen voor de SPUK Decentraal Spoor 2024 bedraagt dit jaar € 29,4 miljoen. IenW levert voor de dekking van het exploitatie- of beheertekort van de betreffende decentrale spoor- en tramdiensten een bijdrage. Het betreffen SPUKS voor vier provincies, namelijk Overijssel, Drenthe, Limburg en Utrecht. Vastlegging van de beschikkingen Decentraal Spoor vindt plaats op HXII.
– Het restant van € 0,4 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
2 Maatregelenpakket OVS
De mutaties op dit artikelonderdeel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Ontvangsten
Er hebben geen ontvangstenmutaties plaatsgevonden op dit artikel.
3.5 Artikel 17 Luchtvaart
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
142.961
‒ 2.689
140.272
Uitgaven
77.751
‒ 5.085
72.666
17.1
Luchtvaart
77.751
‒ 5.085
72.666
Opdrachten
22.052
‒ 5.148
16.904
Geluidsisolatie Schiphol
131
0
131
Caribisch Nederland
339
‒ 32
307
NGF Project - Luchtvaart in Transitie
487
0
487
GIS-4 regeling
2.740
‒ 2.000
740
Programma Omgeving Luchthaven Schiphol
2.905
33
2.938
Luchtruim Regio Luchthaven
2.093
‒ 639
1.454
Luchtruimherziening
2.247
‒ 400
1.847
KF: Luchtvaartverkeer energie
125
0
125
Overige opdrachten
10.985
‒ 2.110
8.875
Subsidies (regelingen)
50.879
‒ 1.181
49.698
Tarieven Bonaire
1.670
‒ 375
1.295
Omploegen graanresten
1.701
‒ 201
1.500
Klimaatbeleid
25
0
25
NGF-project Luchtvaart in transitie
44.739
‒ 305
44.434
Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS)
1.205
0
1.205
Overige subsidies
1.539
‒ 300
1.239
Bijdrage aan agentschappen
2.183
269
2.452
Bijdrage aan agentschap RWS
484
0
484
Bijdrage aan agentschap KNMI
30
‒ 17
13
Bijdrage aan agentschap RVO
586
0
586
Bijdrage aan agentschap RIVM
500
‒ 219
281
Bijdrage aan agentschap RWS (Caribisch Nederland)
265
200
465
Bijdrage aan agentschap RVO (NGF)
318
305
623
Bijdrage aan medeoverheden
80
440
520
Bijdrage Caribisch Nederland
80
440
520
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
1.649
‒ 28
1.621
ICAO (HGIS)
1.455
0
1.455
Overige bijdragen
194
‒ 28
166
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
908
563
1.471
Overige bijdragen
908
563
1.471
Ontvangsten
1.721
0
1.721
Tabel 10 Uitsplitsing verplichtingen art. 17 (bedragen x € 1.000)
Verplichtingen
142.961
‒ 2.689
140.272
waarvan garantieverplichtingen
57.300
0
57.300
waarvan overige verplichtingen
85.661
‒ 2.689
82.972
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor 2024 op artikel 17 wordt bij de tweede suppletoire begroting met € 2,7 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 Luchtvaart
Opdrachten
Per saldo wordt het budget voor opdrachten in 2024 op artikel 17 met € 5,1 miljoen verlaagd. Dit is met name een gevolg van:
– GIS-4 heffing: De prognose voor 2024 is bijgesteld vanwege een vertraging in de uitvoering van geluidsisolatie, door onderzoek en ontwerp. Dit heeft tot gevolg dat de realisatie pas in 2025 van start zal gaan. Het budget voor 2024 wordt met € 2,0 miljoen verlaagd.
– Herschikking opdrachtenbudget: Het budget voor Luchtruim Regionale Luchthavens (€ 0,6 miljoen) en Luchtruimherziening (€ 0,4 miljoen) wordt beschikbaar gesteld op artikel 98 om het tekort op de personele kosten op te vangen.
– Overige opdrachten: Het budget voor overige opdrachten wordt per saldo met € 2,1 miljoen verlaagd als gevolg van de volgende mutaties:
• Er vindt een herschikking plaats van het budget voor diverse kleinere opdrachten naar het apparaatsbudget op artikel 98 om het tekort op de personele kosten op te vangen (€ 0,8 miljoen).
• Voor de ontwikkeling van een verkeersmanagementsysteem voor onbemande luchtvaartuigen (U-Space) wordt € 0,7 miljoen beschikbaar gesteld aan LVNL. Hiervoor wordt opdrachten budget overgeheveld naar het financieel instrument bijdrage aan ZBO's/RWT's op dit artikel.
• Een overboeking naar EZ voor de kosten van de werkzaamheden die de ACM in 2024 uitvoert op het gebied van spoor, loodsen, luchtvaart, personenvervoer en Zeehavenverordening. Hiervoor wordt vanuit artikel 17 € 0,6 miljoen beschikbaar gesteld. In totaal wordt hiervoor ‒ € 1,9 miljoen van HXII naar EZ overgeboekt. Zie ook de financiele toelichting op artikel 16 en artikel 18.
Ontvangsten
Er hebben geen ontvangstenmutaties plaatsgevonden op dit artikel.
3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 18 Scheepvaart en Havens (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
345.389
‒ 26.238
319.151
Uitgaven
113.327
‒ 26.355
86.972
18.1
Scheepvaart en havens
113.327
‒ 26.355
86.972
Opdrachten
38.827
‒ 14.893
23.934
Topsector Logistiek
3.382
‒ 332
3.050
Caribisch Nederland
120
‒ 65
55
NGF Project - Digitale Infrastructuur Logistiek
12.700
0
12.700
NGF Project - Maritiem Masterplan
87
‒ 85
2
Zeehavens/ Zeevaart
3.423
‒ 697
2.726
Opdrachten PBNI
15.200
‒ 13.489
1.711
Overige opdrachten
3.915
‒ 225
3.690
Subsidies (regelingen)
67.256
‒ 11.804
55.452
Walstroom
3.473
0
3.473
Subsidie verduurzaming binnenvaartschepen
25.468
‒ 267
25.201
NGF Project - Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch
30.800
‒ 11.095
19.705
NGF Project - Maritiem Masterplan
3.216
‒ 17
3.199
Overige subsidies
4.299
‒ 425
3.874
Bijdrage aan agentschappen
5.307
407
5.714
Bijdrage aan agentschap RWS
3.237
0
3.237
NGF Project - Maritiem Masterplan RVO
203
57
260
Overige bijdragen
1.867
350
2.217
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
1.660
2
1.662
CCR/ IMO HGIS
1.156
0
1.156
Overige bijdragen
504
2
506
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
277
‒ 67
210
Overige
277
‒ 67
210
Ontvangsten
895
242
1.137
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor 2024 op artikel 18 wordt bij de tweede suppletoire begroting per saldo met € 26,2 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 Scheepvaart en havens
Opdrachten
Per saldo wordt het kasbudget voor opdrachten in 2024 op artikel 18 met € 14,9 miljoen verlaagd. De verlaging van het kasbudget is met name het gevolg van:
– Opdrachten PBNI: Het budget wordt in totaal met ‒ € 13,5 miljoen verlaagd. In het voorjaar 2023 is budget vrijgemaakt voor het programma bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI), zoals voorgesteld in de Kamerbrief 2022-2023 33 450 nr 118. IenW coördineert dit programma, maar een deel van de projecten wordt uitgevoerd door KGG, EZ en DEF. Daarom wordt € 12,8 miljoen overgeboekt naar DEF en betreft met name het deel van 2024 voor het inhuren van een patrouilleschip gedurende twee jaar van € 5,0 miljoen, de investering in satellietcapaciteit van € 5,0 miljoen, en de € 2,5 miljoen voor het uitvoeren van een nulmeting van de kritische infrastructuur op de Noordzee. Voor KGG wordt € 0,5 miljoen overgeboekt en betreft een overboeking van € 0,2 miljoen voor TNO voor de hybride AI verkenning en een overboeking van € 0,3 miljoen voor de projectontwikkeling van de publiek-private samenwerking TWO Marsec-Alliantie. Voor EZ wordt € 0,3 miljoen overgeboekt voor de Field Lab Energy Cyber Security project voor de beveiliging van de windparken op de Noordzee.
– Overboeking naar ILT: Er vindt een overboeking plaats van € 0,5 miljoen naar artikel 24 aan de ILT voor de KIWA. De KIWA heeft niet-kostendekkende tarieven, waarvoor ze worden gecompenseerd. De overboeking van € 0,5 naar KIWA loopt via ILT.
– Overboeking naar EZ: Een overboeking naar EZ voor de kosten van de werkzaamheden die de ACM in 2024 uitvoert op het gebied van spoor, loodsen, luchtvaart, personenvervoer en Zeehavenverordening. Hiervoor wordt vanuit artikel 18 € 0,2 miljoen beschikbaar gesteld. In totaal wordt hiervoor ‒ € 1,9 miljoen van HXII naar EZ overgeboekt. Zie ook de financiele toelichting op artikel 16 en artikel 17.
– Het restant van ‒ € 0,7 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Subsidies
Per saldo wordt het kasbudget voor subsidies in 2024 op artikel 18 met € 11,8 miljoen verlaagd en is het gevolg van de volgende mutaties:
– NGF-project ZES: Voor NGF-project Zero Emissie Services wordt € 11,1 miljoen teruggeven aan het generale beeld, welke met voorjaarsnota 2025 wordt opgevraagd. Er zijn nieuwe inzichten in de prognose; doordat het aanvragen van de subsidie voor binnenvaartondernemers hogere investeringskosten en operationele kosten met zich meebrengt, is het aantal inschrijvingen voor de subsidie lager dan verwacht.
– Het restant van ‒ € 0,7 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 19 Internationaal beleid (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
10.806
‒ 500
10.306
Uitgaven
11.174
‒ 350
10.824
19.2
Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking
11.174
‒ 350
10.824
Opdrachten
3.431
‒ 505
2.926
Uitvoering internationaal HGIS
808
‒ 250
558
Uitvoering niet-HGIS
1.271
95
1.366
Overige opdrachten
1.352
‒ 350
1.002
Subsidies (regelingen)
1.122
0
1.122
Interreg
717
0
717
Overige subsidies
405
0
405
Bijdrage aan agentschappen
3.157
0
3.157
Bijdrage aan RWS
533
0
533
Bijdrage aan RVO
2.319
0
2.319
Bijdrage aan RIVM
305
0
305
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
3.464
155
3.619
Bijdrage HGIS
2.694
250
2.944
Bijdrage niet-HGIS
770
‒ 95
675
Ontvangsten
0
222
222
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Uitgaven
De uitgavenmutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 Lucht en Geluid (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
65.233
‒ 1.245
63.988
Uitgaven
66.143
‒ 2.055
64.088
20.1
Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder
66.143
‒ 2.055
64.088
Opdrachten
16.790
‒ 2.760
14.030
Geluid- en luchtsanering
7.308
‒ 1.207
6.101
Waarvan RWS
263
0
263
Waarvan RIVM
6.458
0
6.458
Overige opdrachten
2.761
‒ 1.553
1.208
Bijdrage aan agentschappen
19.250
1.250
20.500
Bijdrage aan agentschap RWS
3.695
0
3.695
Bijdrage aan agentschap KNMI
15
0
15
Bijdrage aan agentschap RVO
941
150
1.091
Bijdrage aan agentschap RIVM
14.599
1.100
15.699
Bijdrage aan medeoverheden
29.705
‒ 635
29.070
Uitvoering geluidsanering
25.470
‒ 1
25.469
Programma NSL en SLA
4.235
‒ 634
3.601
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
0
90
90
Overige bijdragen
0
90
90
Bekostiging
398
0
398
Overige bekostiging
398
0
398
Ontvangsten
1.000
0
1.000
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
De verlaging van het verplichtingenbudget met ‒ € 1,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil wordt met name verklaard door meevallers die alleen het kasbeeld beïnvloeden.
Uitgaven
1 Gezonde Lucht en Tegengaan Geluidshinder
Opdrachten
De verlaging van de opdrachten met ‒ € 2,8 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
– Herschikkingen opdrachtenbudget: herschikkingen binnen het artikel voor opdrachten aan het RIVM van in totaal ‒ € 1,1 miljoen. Het betreft een opdracht voor het beheer en de doorontwikkeling van de Centrale Voorziening geluidgegevens (Cvgg) (- € 0,5 miljoen). Daarnaast worden metingen verricht van de emissies van eco designkachels, wordt een artikel opgesteld en wordt de modellering om luchtkwaliteit door te rekenen verbeterd (- € 0,6 miljoen).
– Lagere uitgaven Duurzame Agro en LVVN overboeking: een verlaging van het budget van ‒ € 0,5 miljoen als gevolg van lagere uitgaven op het programma Duurzame Agro (- € 0,3 miljoen) vanwege een vertraging in de aanbestedingprocedure; en een lagere overboeking naar LVVN (- € 0,2 miljoen) dit jaar doordat het vervolgonderzoek «Anders meten in Geur» later start. Deze middelen vallen vrij ten behoeve van het IenW brede beeld, en worden ingezet voor verschillende begrotingsposten binnen de HXII-begroting. Zie voor een verdere toelichting het 2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
– Het restant van ‒ € 1,2 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Ontvangsten
Er hebben geen ontvangstenmutaties plaatsgevonden op dit artikel.
3.9 Artikel 21 Circulaire economie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel artikel 21 Circulaire Economie (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
121.535
1.438
122.973
Uitgaven
69.782
‒ 4.290
65.492
21.5
Duurzaam Productketens
69.782
‒ 4.290
65.492
Opdrachten
19.553
‒ 3.633
15.920
Uitvoering Duurzame productketens
10.142
‒ 2.281
7.861
KF - Circulair doen en gedrag
1.101
‒ 922
179
KF - Plastics norm
347
‒ 87
260
KF - Biobased bouwen
164
0
164
Overige opdrachten
7.799
‒ 343
7.456
Subsidies (regelingen)
21.127
‒ 1.748
19.379
Subsidies duurzame productketens
13.680
577
14.257
KF - DEI + CE
240
0
240
KF - circulair doen en gedrag
900
120
1.020
KF - Plastics norm
6.307
‒ 2.445
3.862
Bijdrage aan agentschappen
26.670
91
26.761
Bijdrage aan RWS
11.953
301
12.254
Bijdrage aan RVO
13.816
‒ 216
13.600
Bijdrage aan RIVM
901
6
907
Bijdrage aan medeoverheden
1.800
1.000
2.800
Caribisch Nederland afvalbeheer
1.800
0
1.800
Overige bijdragen
0
1.000
1.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
61
0
61
Overige bijdragen
61
0
61
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
571
0
571
Overige bijdragen
571
0
571
Ontvangsten
0
293
293
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 1,4 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
– een verplichtingenschuif van € 6,0 miljoen voor de openstelling in 2024 van de door RVO uit te voeren stimuleringsprogramma opschaling recycling.
– de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
5 Duurzame productieketens
Opdrachten
De verlaging van de opdrachten met ‒ € 3,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Circulaire Ambachtscentra: een herschikking van ‒ € 1,0 miljoen binnen artikel 21 om de bijdragen voor Circulaire Ambachtscentra te kunnen verstrekken. Het gaat om subsidies aan gemeenten ter stimulering van de oprichting en ontwikkeling van ambachtcentra. Dit is onderdeel van het Nationaal programma circulaire economie.
– Afvalverbrandingsinstallaties: een overboeking van ‒ € 0,5 naar artikel 98 voor uitvoeringskosten die gepaard gaan met de aanpak van maatwerkafspraken voor de afvalverbrandingsinstallaties. Middelen zijn bij voorjaarsnota 2024 uit het klimaatfonds verkregen.
– Het verschil van ‒ € 2,1 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Subsidies
De verlaging van de subsidies met ‒ € 1,7 miljoen wordt veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Subsidie omschakeling en verwerking circulaire plastics: een verlaging van het budget van ‒ € 2,6 miljoen als gevolg van een lager aantal aanvragen op de subsidieregeling omschakeling en verwerking circulaire plastics. Het betreft klimaatfondsmiddelen die in 2024 niet worden uitgegeven waardoor deze dit jaar ten gunste komen van het Rijksbrede beeld.
– Het verschil van € 0,9 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
261.699
‒ 4.045
257.654
Uitgaven
72.579
‒ 5.345
67.234
22.1
Veiligheid chemische stoffen
26.554
‒ 580
25.974
Opdrachten
7.895
‒ 752
7.143
KF: NVS
897
0
897
Waarvan RWS
1.718
514
2.232
Waarvan RIVM
1.641
0
1.641
Uitvoering Veiligheid
977
‒ 714
263
Uitvoering stoffen en Milieu & Gezondheid
1.576
‒ 844
732
Overige opdrachten
1.086
292
1.378
Subsidies (regelingen)
0
50
50
Overige subsidies
0
50
50
Bijdrage aan agentschappen
17.703
235
17.938
Bijdrage aan RWS
2.784
‒ 844
1.940
Bijdrage aan RIVM
14.279
959
15.238
Overige bijdragen
640
120
760
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
806
‒ 112
694
Overig
806
‒ 112
694
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
150
‒ 1
149
Overige Bijdragen
150
‒ 1
149
22.2
Veiligheid biotechnologie
7.657
‒ 14
7.643
Opdrachten
1.474
543
2.017
Veiligheid Genetisch Gemodificeerde Organismen (GGO)
1.041
‒ 57
984
Overige opdrachten
433
600
1.033
Bijdrage aan agentschappen
6.183
‒ 557
5.626
Bijdrage aan agentschap RIVM
4.430
‒ 557
3.873
Bijdrage aan COGEM
1.753
0
1.753
22.3
Veiligheid bedrijven en transport
38.368
‒ 4.751
33.617
Opdrachten
11.404
‒ 1.302
10.102
Omgevingsveiligheid
3.556
‒ 503
3.053
Asbest
815
‒ 439
376
Waarvan RWS
3.328
501
3.829
VTH-stelsel
402
211
613
Overige opdrachten
3.303
‒ 1.072
2.231
Subsidies (regelingen)
13.415
‒ 3.180
10.235
inricht & transp
7.205
240
7.445
Vuurwerk
260
0
260
Overige subsidies
5.950
‒ 3.420
2.530
Bijdrage aan agentschappen
9.068
215
9.283
Bijdrage aan RWS
5.044
441
5.485
Bijdrage aan RVO
452
‒ 100
352
Bijdrage aan RIVM
3.572
‒ 126
3.446
Bijdrage aan medeoverheden
579
‒ 175
404
Bijdrage Caribisch Nederland
9
0
9
Overige bijdragen
570
‒ 175
395
Inkomensoverdrachten
3.902
‒ 309
3.593
Inkomensoverdrachten mesothelioom
3.902
‒ 309
3.593
Ontvangsten
250
0
250
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
De verlaging van het verplichtingenbudget met ‒ € 4,0 miljoen wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 Veiligheid chemische stoffen
De uitgavenmutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
2 Veilige biotechnologie
De uitgavenmutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
3 Veiligheid bedrijven en transport
Subsidies
De verlaging van de subsidies met ‒ € 3,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende overige subsidie mutaties:
– Register Externe Veiligheidsrisico's: een overboeking naar het Gemeentefonds van € 3,4 miljoen. Dit is een eenmalige compensatie voor werkzaamheden voor het Register Externe Veiligheidsrisico's om data aan te leveren voor dit register.
– Subsidie Versterking Omgevingsveiligheid: een herschikking van € 0,2 miljoen binnen artikel 22 voor de Subsidieregeling Versterking Omgevingsveiligheid industriële activiteiten (SVO) 2024.
Ontvansten
Er hebben geen ontvangstenmutaties plaatsgevonden op dit artikel.
3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 23 Meteorologie, Seismolologie en Aardobservatie (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
73.376
4.724
78.100
Uitgaven
74.316
4.724
79.040
23.1
Meteorologie en seismologie
55.827
4.724
60.551
Bijdrage aan agentschappen
51.553
4.724
56.277
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI
51.553
4.724
56.277
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
4.274
0
4.274
Contributie WMO (HGIS)
975
‒ 13
962
Contributie ECMWF (HGIS)
3.260
13
3.273
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties
39
0
39
23.2
Aardobservatie
18.489
0
18.489
Bijdrage aan agentschappen
18.489
0
18.489
KNMI: Bijdrage voor Aardobservatie
18.489
0
18.489
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 4,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 Meteorologie en seismologie
Bijdrage aan agentschappen
De verhoging van de bijdrage aan agentschappen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Bijdrage aan agentschap KNMI: Als onderdeel van het Masterplan de Bilt wordt het KNMI-archief naar het Utrechts Archief verplaatst. De kosten liggen een stuk hoger dan geraamd, vanwege verplichte winkelnering bij de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH). Om deze reden wordt het budget verhoogd met € 4,2 miljoen.
– Het verschil van € 0,5 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
2 Aardobservatie
De uitgavenmutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Ontvangsten
Er hebben geen ontvangstenmutaties plaatsgevonden op dit artikel.
3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
222.975
11.259
234.234
Uitgaven
222.975
5.179
228.154
24.1
Personele uitgaven
198.026
‒ 101
197.925
Personele uitgaven
198.026
‒ 101
197.925
Eigen personeel
171.234
‒ 1.949
169.285
Externe Inhuur
26.792
1.848
28.640
24.2
Materiële uitgaven
24.949
5.280
30.229
Materiële uitgaven
24.949
5.280
30.229
ICT
2.093
550
2.643
Bijdragen aan SSOs
8.959
‒ 300
8.659
overige materiele uitgaven
13.897
5.030
18.927
Ontvangsten
15.116
0
15.116
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 11,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties en door een verhoging van het verplichtingenbudget van € 6,1 miljoen. Het verplichtingenbudget in 2024 was ontoereikend om een aantal meerjarige verplichtingen vast te leggen. Daarom is verplichtingenruimte uit 2025-2028 naar voor gehaald.
Uitgaven
1 Personele uitgaven
De uitgavenmutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
2 Materiële uitgaven
Overige materiële uitgaven
De verhoging van de overige materiële uitgaven met € 5,2 miljoen wordt veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Herschikking KIWA: een herschikking van middelen van € 2,5 miljoen van personele uitgaven naar materiele materiele uitgaven om te voldoen aan de hogere uitgaven aan onder andere KIWA, licenties en veldwerk en analyses met betrekking tot inspectiewerk.
– Vergoeding tarieven KIWA: compensatie voor niet-kostendekkende tarieven aan KIWA van in totaal € 1,7 miljoen. KIWA voert taken uit voor DGMO en DGLM en de vergoeding aan KIWA loopt via de ILT. Er zijn meer vergunningen verleend dan geraamd.
– POK middelen: om de informatiehuishouding te versterken is € 0,9 miljoen aan extra middelen ter beschikking gesteld als gevolg van de kabinetsreactie op de POK (Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag).
– De resterende ‒ € 0,1 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Ontvangsten
Er hebben geen ontvangstenmutaties plaatsgevonden op dit artikel.
3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 Brede Doeluitkering (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
1.099.876
45.784
1.145.660
Uitgaven
1.113.170
0
1.113.170
25.1
Brede doeluitkering
1.113.170
0
1.113.170
Bijdrage aan medeoverheden
1.113.170
0
1.113.170
Overige bijdragen
1.113.170
0
1.113.170
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
Volgens de BDU-systematiek worden de verplichtingen voorafgaand aan het jaar van betaling aangegaan. De beschikking voor het jaar 2025 wordt eind 2024 afgegeven aan de twee vervoersregio’s Metropoolregio Rotterdam en Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA). Om deze beschikking af te geven wordt het verplichtingenbudget met € 45,8 miljoen verhoogd.
1 Brede Doeluitkering
Er hebben geen uitgavenmutaties plaatsgevonden op dit artikel.
Ontvangsten
Er hebben geen ontvangstenmutaties plaatsgevonden op dit artikel.
3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
10.573.647
‒ 167.764
10.405.883
Uitgaven
10.573.647
‒ 167.764
10.405.883
26.1
Bijdrage Mobiliteitsfonds
9.319.499
‒ 168.458
9.151.041
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
9.319.499
‒ 168.458
9.151.041
Overige bijdragen
9.319.499
‒ 168.458
9.151.041
26.2
Bijdrage Deltafonds
1.254.148
694
1.254.842
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
1.254.148
694
1.254.842
Overige bijdragen
1.254.148
694
1.254.842
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Uitgaven
1. Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds
De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Mobiliteitsfonds is met - € 168,5 miljoen afgenomen. Voor meer details wordt verwezen naar de tweede suppletoire begroting 2024 van het Mobiliteitsfonds.
2. Bijdrage aan het Deltafonds
De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het aan het Deltafonds is met € 0,7 miljoen verhoogd. Voor meer details wordt verwezen naar de tweede suppletoire begroting 2024 van het Deltafonds.
4 Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement
Tabel 20 Algemeen Kerndepartement (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
64.597
‒ 25.673
38.924
Uitgaven
65.443
‒ 3.205
62.238
97.1
Algemeen departement
62.440
‒ 3.205
59.235
Opdrachten
47.146
‒ 3.230
43.916
van A naar Beter
1.783
‒ 450
1.333
Externe juridische advisering
2.188
1.100
3.288
Onderzoeken PBL
6.915
‒ 911
6.004
Onderzoeken ANVS
3.480
‒ 800
2.680
DCC
10.408
‒ 1.150
9.258
Regeringsvliegtuig
17.223
0
17.223
Overige opdrachten
5.149
‒ 1.019
4.130
Subsidies (regelingen)
29
25
54
Overige subsidies
29
25
54
Bijdrage aan agentschappen
14.449
0
14.449
Bijdrage aan agentschap RWS
3.343
0
3.343
Bijdrage aan agentschap KNMI
246
0
246
Overige bijdragen
10.860
0
10.860
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
816
0
816
Overige bijdragen
816
0
816
97.3
Testen reizigers
3.003
0
3.003
Opdrachten
3.003
0
3.003
Testen COVID-19
3.003
0
3.003
Ontvangsten
2.101
700
2.801
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget van het artikel Algemeen Kerndepartement voor 2024 wordt met € 25,7 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door:
– De afboeking van een verplichting voor de meerjarige opdracht aan het RIVM van ‒ € 17,4 miljoen. Deze is op verzoek van de ADR in 2023 en niet in 2024 aangegaan. Hierdoor was dit deel van het verplichtingenbudget in 2024 niet meer benodigd.
– Een overschot op de verplichtingenruimte op artikel 97 voor het regeringsvliegtuig (doordat in eerdere jaren al een meerjarige verplichting was vastgelegd), ingezet ter reservering van salarisboekingen in december op artikel 98 van ‒ € 6,3 miljoen.
– De hieronder toegelicht uitgavenmutaties van ‒ € 2,0 miljoen.
Uitgaven
1 Algemeen departement
Opdrachten
De verlaging van de het opdrachtebudget met ‒ € 3,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende uitgavenmutaties:
– Externe juridische advisering: Er heeft een herschikking plaatsgevonden van € 1,1 miljoen vanuit Overige opdrachten ten behoeve van de inzet van extra externe juridische advisering.
– Bijdragen aan onderzoeken PBL: Betreft voornamelijk bijdragen aan EZ van per saldo ‒ € 0,9 miljoen voor werkzaamheden ten behoeve van de onderzoeksprogramma’s KEV, Klimaatadaptie en Circulaire Economie.
– Overschot onderzoeken ANVS: Dit betreft een overschot van ‒ € 0,8 miljoen doordat er geen materiële kosten zijn doorbelast vanuit centrale ICT voor werknemers die in 2024 bij de ANVS in dienst zijn gekomen en daarnaast kon extra informatiebeveiliging dienstverlening niet worden geleverd. Deze middelen zijn herschikt voor het opvangen van diverse tegenvallers op HXII. Zie hiervoor een verdere toelichting 2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
– Overschot DCC: De middelen voor vernieuwing en vervanging van AV-installaties in crisisruimten zijn in 2025 benodigd. Hiervan valt ‒ € 0,9 miljoen vrij ten behoeve van het IenW brede beeld (zie voor een verdere toelichting 2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties). Daarnaast wordt ‒ € 0,3 miljoen ingezet voor de organisatie van de NAVO top.
– Overige opdrachten: Het budget wordt verlaagd met € 1,0 miljoen. Dit betreft met name:
• een herschikking van de onderzoeken KIM en ASA. Door vertragingen van onderzoeken bij Algemene Strategische Advies en het Kennis Instituut Mobiliteit heeft een herschikking van ‒ € 1,1 miljoen plaatsgevonden ter dekking van extra noodzakelijke externe juridische advisering.
• een vertraging van werkzaamheden voor de ANVS voor de nieuwe kerncentales van € 0,4 miljoen op het Klimaatfonds. De huidige planning voor nieuwe kerncentrales vanuit KGG leidt tot een latere piek in werkzaamheden voor de ANVS dan oorspronkelijk gedacht. Daarnaast zijn er nog geen private initiatieven voor Kleine Modulaire Reactors (SMR's) voor concreet vooroverleg met ANVS. Hierdoor komen deze middelen van ‒ € 0,4 miljoen niet tot betaling in 2024.
– De resterende € 0,1 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
3 Testen reizigers
De uitgavenmutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
4.2 Artikel 98 Apparaat Kerndepartement
Tabel 21 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
524.985
28.415
553.400
Uitgaven
518.384
9.086
527.470
98.1
Personele uitgaven
392.048
17.090
409.138
Personele uitgaven
392.048
17.090
409.138
Eigen personeel
337.101
14.763
351.864
Externe inhuur
52.900
2.327
55.227
Overige personele uitgaven
2.047
0
2.047
98.2
Materiële uitgaven
126.336
‒ 8.004
118.332
Materiële uitgaven
126.336
‒ 8.004
118.332
ICT
35.443
482
35.925
Bijdrage aan SSO's
67.663
‒ 698
66.965
Overige materiële uitgaven
23.230
‒ 7.788
15.442
Ontvangsten
4.727
1.800
6.527
Toelichting
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en de ontvangsten een toelichting gegeven op de mutaties ten opzichte van de september suppletoire begroting 2024. Zie voor de gehanteerde norm de leeswijzer.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget van het artikel Algemeen Kerndepartement voor 2024 wordt met € 28,4 miljoen verhoogd. Dit wordt deels verklaard door onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil wordt o.a. verklaard door:
– Een verplichtingenschuif van 2025 naar 2024 ten behoeve van de aanbesteding van het project Horizon (vernieuwing documentmanagementsysteem).
– Daarnaast is sprake wordt er budget overgeboekt van de verplichtingenruimte op artikel 97 voor het regeringsvliegtuig, die wordt ingezet ter reservering van salarisboekingen in december op artikel 98.
– Tot slot hebben er verplichtingenschuiven plaatsgevonden voor het aangaan/verlengen van inhuur-, opleidings- en kantoorautomatiseringscontracten en het Burgerberaad waarvan de uitgaven in latere jaren plaatsvinden.
Uitgaven
1 Personele uitgaven
Eigen personeel
De ophoging van het budget eigen personeel met € 14,8 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
– Herschikking vanuit externe inhuur: Een herschikking van € 2,0 miljoen is noodzakelijk om het budget beter aan te laten aansluiten op de prognose en omdat ere meer inzet met eigen personeel is gevuld.
– Hogere personele uitgaven Luchtvaart en Maritiem: Dit betreft een bijstelling om het beschikbare budget gelijkt te stellen aan de daadwerkelijke personele uitgaven. De middelen zijn herschikt vanuit het opdrachtenbudget van artikel 17. Daarnaast betreft het een overboeking van artikel 21 voor vanuit het klimaatfonds verkregen uitvoeringskosten die gepaard gaan met de aanpak van en maatwerkafspraken voor de afvalverbrandingsinstallaties. In totaal per saldo betreft het € 3,0 miljoen.
– Naheffing Werkkostenregeling WKR: IenW heeft een naheffing inkomstenbelasting van € 5,1 miljoen ontvangen vanwege het overschrijden van de vrije ruimte van de Werkkostenregeling voor onbelaste vergoedingen aan werknemers. Dit wordt gedekt door meevallers bij verschillende begrotingsposten. Zie voor een verdere toelichting het 2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
– Interdepartementale overboekingen: Deze worden met name verklaard door de ontvangen bijdragen van EZ voor onderzoek Lerende Evaluatie klimaatbeleid en verrekening van de kosten Rekenmeesterfunctie. Deze worden beide door PBL uitgevoerd. Daarnaast betreft het een bijdrage van BZ voor personele uitgaven Luchtvaart als vergoeding voor de IenW attache in Ottawa. In totaal betreft het per saldo € 0,6 miljoen.
– Inkomsten EU-projecten 2024: Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft vanuit de EU middelen ontvangen van intotaal per saldo € 0,3 miljoen voor de volgende onderzoeksprojecten: CASRI, ACHIEVE, DG CLIMA 2024, EAT, OECD ENVIRONMENTAL OUTLOOK, Ondersteuning internationaal biodiversiteitsbeleid inzet PBL CBD Mechanisme, unep Emissions Gap report 2024, Special impact of EU policies.
– Herschikking van materieel naar eigen personeel: De middelen voor de banenafspraak waren centraal gereserveerd op materieel en worden nu overgeboekt naar eigen personeel. Voor het programma Verkenning Nationaal Actieprogramma Cybersecurity (VNAC) is een herschikking nodig omdat de werkzaamheden meer in eigen beheer worden uitgevoerd. De bijdrage van BZK voor de Evaluatiecommissie omgevingswet wordt binnen de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) herverdeeld conform prognose. Voor personele inzet t.b.v. de invoering van het Programma Open Overheid is ook een herschikking nodig. Daarnaast zijn bij de voorjaarsnota middelen toegekend voor het Burgerforum waarvan nu de herverdeling plaatsvindt. Tot slot worden diverse overschotten op o.a. facilitaire uitgaven, opleidingen en huisvesting ingezet voor de dekking van het eigen personeel aangezien er tijdelijk capaciteit nodig is om onze taken uit te voeren. In totaal betreft het per saldo € 3,1 miljoen.
– De resterende € 0,7 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Inhuur externen
De ophoging van het budget externe inhuur met € 2,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
– Herschikking naar personele kosten: Een herschikking van ‒ € 2,0 miljoen is noodzakelijk om het budget beter aan te laten aansluiten op de prognose van personele uitgaven omdat er meer werkzaamheden met inzet van eigen personeel zijn gedaan dan voorzien.
– Vertraging aanbestedingstrajecten: Dit betreft de lagere uitgaven externe inhuur van ‒ € 0,7 miljoen. Door vertraging in aanbestedingstrajecten zijn externen later gestart dan voorzien waardoor de kosten dit jaar lager uitvallen dan begroot. Daarnaast is de capaciteitsbehoefte in enkele gevallen ingevuld via in-gedetacheerde medewerkers.
– Herschikking vanuit ICT: Dit wordt overwegend veroorzaakt door projecten, in het kader van Open Overheid, die niet middels opdrachten worden aanbesteed maar met inhuur worden uitgevoerd, en betreft in totaal per saldo € 2,1 miljoen.
– Herschikking vanuit materieel: Diverse overschotten op o.a. facilitaire uitgaven, opleidingen en huisvesting worden ingezet voor de dekking van het anticiperend werven van tijdelijke capaciteit. Daarnaast worden voor het programma Kompas de werkzaamheden deels uitgevoerd door inhuurmedewerkers. In totaal betreft het per saldo € 1,5 miljoen.
– Bijdragen vanuit programma: Vanuit artikel 16 worden budget overgeheveld voor de inhuur van expertise die specifiek voor de BeschikbaarheidsVergoeding OV (BVOV) ingezet wordt. Vanuit artikel 18 worden middelen overgeboekt naar externe inhuur voor het vastleggen van extra inhuur EMSWe in het kader van de Digitale Transport Strategie (DTS). In totaal betreft het € 1,4 miljoen.
2 Materiële uitgaven
Overige materiële uitgaven
De verlaging van het budget overige materiële uitgaven met ‒ € 7,8 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
– Banenafspraak RWS en ILT: Dit betreft de bijdragen aan IenW-onderdelen voor het invullen van arbeidsplaatsen, om te voldoen aan de banenafspraak o.a. RWS (MF) en ILT (artikel 24), en betreft in totaal ‒ € 1,3 miljoen.
– Overboeking vanuit programma OVS: In het kader van het Platform Spoorgoederenvervoer 2024 wordt vanuit artikel 16 een bijdrage gedaan ten behoeve van participatie Fysieke Leefomgeving (FLO) van € 0,2 miljoen.
– Vliegende Brigade: Er worden middelen overgeboekt van ICT Vliegende Brigade ter dekking van de tekorten van ICT werkzaamheden voor de IenW brede organisatie zoals Digi-toegankelijkheidstoetsen Cyber en data unit, en betreft ‒ € 1,0 miljoen.
– Herschikking naar personele uitgaven: De verdeling van centrale middelen naar de directies voor de Banenafspraak. Voor het programma Verkenning Nationaal Actieprogramma Cybersecurity (VNAC) is een herschikking nodig omdat de werkzaamheden meer in eigen beheer worden uitgevoerd. De bijdrage van BZK voor de Evaluatiecommissie omgevingswet wordt binnen de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) herverdeeld conform prognose. Voor personele inzet t.b.v. de invoering van het Programma Open Overheid is ook een herschikking nodig. Daarnaast zijn bij de voorjaarsnota middelen toegekend voor het Burgerforum waarvan nu de herverdeling plaatsvindt. Tot slot worden diverse overschotten op o.a. facilitaire uitgaven, opleidingen en huisvesting ingezet voor de dekking van het anticiperend werven van tijdelijke capaciteit. Het betreft in totaal per saldo ‒ € 3,1 miljoen.
– Herschikking naar externe inhuur: Diverse overschotten op o.a. facilitaire uitgaven, opleidingen en huisvesting worden ingezet voor de dekking van het anticiperend werven van tijdelijke capaciteit. Daarnaast worden voor het programma Kompas de werkzaamheden deels uitgevoerd door inhuurmedewerkers. Het betreft in totaal per saldo ‒ € 1,5 miljoen.
– Meevallers: Er is sprake van diverse kleine meevallers, door o.a. vertragingen betreft in totaal per saldo ‒ € 1,0 miljoen. Deze middelen worden ingezet voor diverse tegenvallers op HXII. Zie voor een verdere toelichting het 2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
– De resterende € 1,9 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget van het artikel Algemeen Kerndepartement voor 2024 wordt met € 1,8 miljoen verhoogd en wordt verklaart door de bijdrage van BZ aan de Vernieuwing SAP.
4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld
Tabel 22 Nog onderdeeld (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
0
0
0
Uitgaven
0
0
0
99.1
Nog Onverdeeld
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Er hebben geen mutaties op dit artikel bij de tweede suppletoire begroting plaatsgevonden.
5 Agentschappen
5.1 Agentschap Rijkswaterstaat
Tabel 23 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat Tweede suppletoire begroting 2024 (Bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
Baten
Omzet
3.980.858
159.883
4.140.741
waarvan omzet moederdepartement
3.493.883
‒ 4.571
3.489.312
waarvan omzet overige departementen
111.556
1.794
113.350
waarvan omzet derden
265.449
4.594
270.043
waarvan saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud
59.840
175.533
235.373
waarvan saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten
50.130
‒ 17.467
32.663
Rentebaten
67.264
97
67.361
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
1.500
0
1.500
Totaal baten
4.049.622
159.980
4.209.602
Lasten
Apparaatskosten
1.580.674
61.199
1.641.873
- Personele kosten
1.237.884
82.753
1.320.637
waarvan eigen personeel
1.164.360
67.656
1.232.016
waarvan inhuur externen
73.524
15.097
88.621
waarvan overige personele kosten
0
0
0
- Materiële kosten
342.790
‒ 21.554
321.236
waarvan apparaat ICT
45.836
5.263
51.099
waarvan bijdrage aan SSO's
67.129
13.977
81.106
waarvan overige materiële kosten
229.825
‒ 40.794
189.031
Externe Productkosten
2.436.535
148.845
2.585.380
Rentelasten
1.914
‒ 63
1.851
Afschrijvingskosten
18.761
33
18.794
- Materieel
18.761
‒ 142
18.619
waarvan apparaat ICT
5.417
0
5.417
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
13.344
‒ 142
13.202
- Immaterieel
0
175
175
Overige lasten
8.000
2.850
10.850
waarvan dotaties voorzieningen
8.000
2.850
10.850
waarvan bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
4.045.884
212.864
4.258.748
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
3.738
‒ 52.884
‒ 49.146
Agentschapsdeel Vpb-lasten
130
44
174
Saldo van baten en lasten
3.608
‒ 52.928
‒ 49.320
Dotatie aan reserve Rijksrederij
3.608
‒ 2.723
885
Te verdelen resultaat
0
‒ 50.205
‒ 50.205
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De lagere omzet moederdepartement ten opzichte van de suppletoire begroting september (SBS) 2024 ad. € -4,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
– Het opvangen van de financiële tegenvaller voor de renovatie van het Julianakanaal (€ -13,9 miljoen);
– aanvullend budget voor het Kennisonderzoek Water en Bodem (€ 2,7 miljoen);
– capaciteit voor Beleidsondersteuning en Advies (BOA) voor Microplastics (€ 1,3 miljoen);
– middelen voor het Nationaal toegangspunt Data, Laad en tankpunten (€ 1,0 miljoen);
– het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 1,0 miljoen (€ 4,3 miljoen).
Omzet overige departementen
De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de suppletoire begroting september 2024 ad. € 1,8 miljoen wordt met name veroorzaakt door doorbelasting van brandstofkosten vanuit de Rijksrederij aan de Politie.
Omzet derden
Ten opzichte van de suppletoire begroting september 2024 neemt de omzet derden naar verwachting toe met € 4,6 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door hogere verwachte verhuur en pacht opbrengsten op benzinestations (€ 2,4 miljoen) en een hogere indexatie dan eerder geraamd.
Saldo op ontvangen bijdragen
In navolging van de aanbeveling uit het rapport doorlichting agentschap Rijkswaterstaat (2021) en toezegging aan de Tweede Kamer over het gebruik en de naamgeving van de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW) zijn de afspraken over het gebruik van de NUTW post opnieuw geformaliseerd. Hierbij is besloten de NUTW te splitsen in een post gerelateerd aan de bekostiging van de maatregelen ten behoeve van het Basis KwaliteitsNiveau (BKN) voor Exploitatie en Onderhoud en een post voor overige werkzaamheden gefinancierd vanuit EPK-BLS, respectievelijk «Saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud» en Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten».
Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud
Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten in de markt zal zetten dan het aan opbrengsten ontvangt. Op basis daarvan is het de verwachting dat het saldo met € 235,4 miljoen zal afnemen, waar dit bij suppletoire begroting september nog een verwachte afname van € 59,8 miljoen was.
Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten
Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven in het kader van planstudies, Caribisch Nederland, werken voor en met partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten. De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten heeft gekregen dan werd verwacht bij het opstellen van de begroting 2024, terwijl de uitvoering van die opdrachten deels verder in de tijd ligt, waardoor de uitvoering in 2024 lager uitkomt. Als gevolg hiervan is het de verwachting dat het saldo € 17,5 miljoen minder zal afnemen ten opzichte van de suppletoire begroting september.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken.
Eigen personeel
De verdere toename van de kosten eigen personeel ten opzichte van de suppletoire begroting september ad. € 67,6 miljoen zijn met name het gevolg van gemaakte afspraken in de CAO Rijk. Hierin zijn afspraken gemaakt over verlofuren in het kader van het Individueel Keuze Budget (IKB) voor het personeel. Het opsparen van deze verlofuren zorgt voor toename van de personeelskosten (€ 26,6 miljoen). Verder leidt de CAO-loonstijging tot stijging van de personeelskosten op Werken voor en met Partners en overige departementen. Voor deze toename ontvangt RWS geen compensatie, waardoor deze kostenstijging zelf is in te passen (€ 11,8 miljoen). Tenslotte wordt de toename met name ook veroorzaakt door capaciteit die RWS in afstemming met beleid zelf inpast voor aanleg (80 FTE) en Cybersecurity (51 FTE) en is de capaciteit toegenomen voor Beleidsondersteuning en Advies aan het ministerie van Economische Zaken en Werken voor en met Partners.
Inhuur externen
De hogere verwachte inhuur dan ingeschat bij suppletoire begroting september heeft mede te maken met een schuif van uitbesteding naar inhuur voor werving en selectie. Door de aard van de werkzaamheden (directe aansturing) betreft dit inhuur, waar eerder rekening was gehouden met een uitbestedingsopdracht (materiële kosten).
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan uit de kosten voor apparaat gebonden ICT-middelen, de bijdrage aan SSO’s die bedrijfsvoeringsdiensten leveren en overige materiële kosten.
De verwachte daling van de materiële kosten wordt met name veroorzaakt door vertragingen in werkzaamheden. Een voorbeeld hiervan zijn de geplande masterplannen in rijkskantoren. Door capaciteitsproblemen verschuift de uitvoering van deze werkzaamheden naar latere jaren. Daarnaast heeft ook een schuif plaats gevonden van uitbesteding materieel naar inhuur voor werving en selectie. Door de aard van de werkzaamheden is deze opdracht als inhuur op de markt gezet. Dit was in de suppletoire begroting september nog als uitbesteding geraamd.
Externe productkosten
Bij brief van 17 maart 2023 (Kamerstukken II 2022-2023, 29 385, nr 119) is de Kamer geïnformeerd over de aanpak van RWS van de groeiende instandhoudingsopgave. Voor de netwerken is een Basiskwaliteitsniveau geformuleerd. Extra budget is beschikbaar gekomen vanuit het CoalitieAkkoord Rutte IV (CA) en een schuif van middelen en capaciteit van aanleg naar instandhouding. Door het beschrijven van een 8-jarige opdracht ontstaat langjarige zekerheid voor zowel RWS al de markt om efficiënt en doelmatig te werken en zo de productie te laten stijgen.
De prognose is € 148,9 miljoen hoger dan bij suppletoire begroting september 2024 en komt uit boven het beschikbare budget. Naast het feit dat de productie op stoom komt, wordt de stijging veroorzaakt door het inpassen van een aantal tegenvallers (vanwege endogeen risico). Hieronder vallen de prinses Margriettunnel, het borgen van constructieve veiligheid Haringvlietbrug, Stuw Grave, pompen IJmuiden, Krammersluizen, Havenhoofd IJmuiden, en de overlaatdam Maastricht. Het totale kaseffect in 2024 van deze tegenvallers bedraagt naar verwachting circa € 121 miljoen. Hiermee zal de trend van een steeds toenemende balanspost «Saldo op ontvangen bijdragen» niet worden voortgezet en zal de balanspost afnemen. Zie ook de toelichting onder de post «Saldo op ontvangen bijdragen».
Overige lasten
Dotaties voorzieningen
De toename van de dotaties is met name het gevolg van een dotatie aan de reorganisatievoorziening (€ 0,1 miljoen) en de verhoging van de dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen (€ 2,7 miljoen). De verwachte dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen stijgt hiermee van € 8,0 miljoen naar € 10,7 miljoen.
Dotatie aan reserve Rijksrederij
Het verschil tussen de afschrijvingskosten en rentekosten op basis van historische kostprijs en de afschrijvingskosten en rentekosten op basis van vervangingswaarde bedraagt dit jaar naar verwachting € 11,6 miljoen. Dit bedrag wordt voor € 10,7 miljoen gedoteerd aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen voor de investeringen die worden gevraagd om de bestaande vloot varende te houden en voor € 0,9 miljoen aan de bestemmingsreserve voor de vervanging van vaartuigen.
Tabel 24 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat Tweede suppletoire begroting 2024 (Bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
1.676.864
0
1.676.864
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
3.939.652
1.914
3.941.566
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 4.019.253
‒ 210.025
‒ 4.229.278
2.
Totaal operationele kasstroom
‒ 79.601
‒ 208.112
‒ 287.713
Totaal investeringen (-/-)
‒ 56.023
7.301
‒ 48.722
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
3.
Totaal investeringskasstroom
‒ 56.023
7.301
‒ 48.722
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
‒ 15.724
136
‒ 15.588
Beroep op leenfaciliteit (+)
53.222
‒ 10.812
42.410
4.
Totaal financieringskasstroom
37.498
‒ 10.676
26.822
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
1.578.738
‒ 211.487
1.367.251
Toelichting
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de suppletoire begroting september 2024 ad. € 210,0 miljoen worden met name veroorzaakt door de hogere externe productkosten. Voor meer toelichting wordt verwezen naar hetgeen is opgenomen onder de posten personele-, materiële- en externe productkosten.
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.
De lagere investeringen ten opzichte van de suppletoire begroting september ad. € 7,3 miljoen bestaat uit 2 delen. Aan de ene kant een lagere investering voor in totaal (€ -11,4 miljoen). Dit wordt met name veroorzaakt door vertraging in de erkende maatregelen LED op RWS terreinen (€ -8,4 miljoen) en investeringen waarvan activatie niet meer in 2024 wordt voorzien. Aan de andere kant zijn ook investeringen gedaan (€ 3,8 miljoen), waarvoor geen aanvraag op de leenfaciliteit meer mogelijk is. Dit betreft met name investeringen in kantoorautomatisering (€ 1,3 miljoen) en Casco verbouwingen (€ 1,3 miljoen). Deze investeringen waren in latere jaren voorzien en naar voren gehaald. Verder zorgt een wijziging in het project Overkapping Zeewolde voor een hogere investering dan vooraf voorzien (€ 0,7 miljoen).
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.
Het lagere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de suppletoire begroting september ad. € 10,8 miljoen is met name het gevolg van de hierboven genoemde lagere investeringen.
5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Metereologisch Instituut
Tabel 25 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap KNMI tweede Suppletoire begroting 2024 (Bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
Baten
- Omzet
118.446
‒ 2.263
116.183
waarvan omzet moederdepartement
82.136
‒ 5.420
76.716
waarvan omzet overige departementen
4.950
664
5.614
waarvan omzet derden
31.360
2.493
33.853
Rentebaten
1.000
50
1.050
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Totaal baten
119.446
‒ 2.213
117.233
Lasten
Apparaatskosten
96.732
482
97.214
- Personele kosten
62.714
899
63.613
waarvan eigen personeel
55.392
‒ 765
54.627
waarvan inhuur externen
7.322
1.654
8.976
waarvan overige personele kosten
0
10
10
- Materiële kosten
34.018
‒ 417
33.601
waarvan apparaat ICT
15.515
653
16.168
waarvan bijdrage aan SSO's
2.215
378
2.593
waarvan overige materiële kosten
16.288
‒ 1.448
14.840
Rentelasten
100
37
137
Afschrijvingskosten
2.115
‒ 275
1.840
- Materieel
1.906
‒ 126
1.780
waarvan apparaat ICT
69
‒ 4
65
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
1.837
‒ 122
1.715
- Immaterieel
209
‒ 149
60
Overige lasten
22.081
‒ 1.242
20.839
waarvan aardobservatie
22.081
‒ 1.300
20.781
waarvan dotaties voorzieningen
0
1
1
waarvan bijzondere lasten
0
57
57
Totaal lasten
121.028
‒ 998
120.030
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
‒ 1.583
‒ 1.215
‒ 2.797
Agentschapsdeel Vpb-lasten
25
25
Saldo van baten en lasten
‒ 1.608
‒ 1.215
‒ 2.822
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
De lagere omzet moederdeartement ten opzichte van de suppletoire begroting september 2024 van ‒ € 5,4 miljoen wordt veroorzaakt door achterblijven bij strategische projecten van ‒ € 3,4 miljoen, lagere omzet op EUMETSAT van ‒ € 1,3 miljoen, en de bijdrage WAU direct naar Eigen Vermogen van - € 0,7 miljoen. Strategische projecten blijven met name achter door vertraging op het Masterplan project. Daar tegenover staat een toename van de omzet van € 0,6 miljoen voor Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO), welke via IenW wordt ontvangen in plaats van omzet overige departementen.
Omzet overige departementen
De stijging van de omzet komt door enkele eenmalige posten van in totaal € 0,7 miljoen.
Omzet derden
De hogere omzet komt met name door enkele eenmalige meevallers van in totaal € 0,6 miljoen, een hogere omzet luchtvaart van € 0,6 miljoen, en € 1,2 miljoen extra omzet maatwerk en subsidie als gevolg van de stijging van de tarieven per 1 juli.
Lasten
Personele kosten
Vanwege een lagere bezetting dan begroot is sprake van een afname van de loonkosten van - € 0,8 miljoen. De lagere bezetting wordt veroorzaakt door moeite met het aantrekken en behouden van personeel. Met name door ontvangen uren IKB is het aantal openstaande verlofuren sterk gestegen. Dit maakt een ophoging van de reservering openstaande verlofuren van € 1,8 miljoen noodzakelijk, dat is € 0,8 miljoen hoger dan eerder voorzien. De inhuurkosten stijgen met € 1,6 miljoen doordat de werving van vast personeel moeizaam verloopt. Om continuiteit te garanderen wordt extra ingehuurd. Dit speelt zowel bij strategische projecten als bij reguliere activiteiten.
Materiele kosten
De overschrijdingen komen met name door hogere kosten voor IT-dienstverlening van € 0,6 miljoen, hogere kosten bij SSO's door Huur RVB 2024 van € 0,3 miljoen en nagekomen kosten voorgaande jaren van € 0,1 miljoen. De onderschrijding van ‒ € 1,4 miljoen komt vooral door vertraging en daardoor lagere kosten op Masterplan.
Afschrijvingskosten
De onderschrijding van ‒ € 0,3 miljoen is het gevolg van vertraging van investeringen voor met name modernisering waarneemapparatuur.
Overige lasten
Onderschrijding van ‒ € 1,2 miljoen komt met name door de teruggave overschotten EUMETSAT per 1 juli 2024 van - € 1,3 miljoen. De overschotten worden door KNMI gesaldeerd met de contributies waardoor de realisatie op de contributies lager uitvalt.
Resultaat
Het stijging van het verlies is mede het gevolg van de CAO wijzingen van de afgelopen jaren. Bij de ontvangen looncompensatie is geen rekening gehouden met de extra IKB uren wat leidt tot een hogere verlofreservering en dus extra kosten. Daarnaast worden er kosten gemaakt van € 1,6 miljoen voor oplossen van de tekortkomingen uit het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, voor de Wet open overheid (regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet) en voor het programma Werk aan Uitvoering (een overheidsbreed programma ter verbetering van de publieke dienstverlening). Hier staan geen opbrengsten tegenover (maar wel een directe vermogensstorting).
Tabel 26 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
16.796
16.796
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
4.367
‒ 275
4.092
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 8.295
85
‒ 8.210
2.
Totaal operationele kasstroom
‒ 3.928
‒ 190
‒ 4.118
Totaal investeringen (-/-)
‒ 3.000
6
‒ 2.994
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
3.
Totaal investeringskasstroom
‒ 3.000
6
‒ 2.994
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
4.938
4.938
Aflossingen op leningen (-/-)
‒ 2.108
‒ 2.108
Beroep op leenfaciliteit (+)
3.000
‒ 6
2.994
4.
Totaal financieringskasstroom
892
4.932
5.824
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
10.760
4.748
15.508
Toelichting
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom daalt met - € 0,2 miljoen. Oorzaken zijn een daling van de ontvangsten van - € 0,3 miljoen (afschrijvingskosten dalen) en een daling van de uitgaven met € 0,1 miljoen (stijging van het begrote verlies van € 1,2 miljoen en lagere uitgaven EUMETSAT van € 1,3 miljoen).
Investeringskasstroom
Geen noemenswaardige wijzigingen.
Financieringskasstroom
Er wordt een eenmalige storting door het moederdepartement ontvangen voor Werken aan Uitvoering (WAU) voor de periode 2024-2031 van € 0,7 miljoen en voor het verhuizen van het archief als onderdeel van het project Masterplan De Bilt van € 4,2 miljoen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.