Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ellian en Paternotte over de aanbesteding van rechtsbijstand aan Nederlandse ter doodveroordeelden
Vragen van de leden Ellian (VVD) en Paternotte (D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over de aanbesteding van rechtsbijstand aan Nederlandse ter doodveroordeelden (ingezonden 6 november 2024).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 november 2024).
Vraag 1
Klopt het dat een aanbestedingsprocedure heeft plaatsgevonden ten behoeve van de bijstand
aan Nederlanders die in het buitenland ter dood zijn veroordeeld of zouden kunnen
worden?
Antwoord 1
Ja. Net als in 2020 is een meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure gevolgd.
Vraag 2
Waarom zijn deze diensten met hetzelfde soort werk in diverse «lots» opgeknipt? Waren
deze diensten eerder ook in diverse percelen opgeknipt?
Antwoord 2
Bij de meervoudige onderhandse aanbesteding in 2020 zijn meerdere Nederlandse partijen
benaderd. Destijds heeft slechts één partij zich ingeschreven. Bij de nieuwe aanbesteding
is ervoor gekozen de werkzaamheden te verdelen over drie percelen, zodat meer partijen,
nationaal en internationaal, gecontracteerd konden worden. Het doel hiervan was meer
expertise en ervaring ten gunste van de juridische bijstand van de Nederlandse gedetineerden
te kunnen inzetten. Daarnaast biedt het contracteren van meerdere partijen de mogelijkheid
dat partijen elkaar kunnen vervangen bijv. in geval van belangenconflict of benodigde
flexibele capaciteit. Verder komt dit tegemoet aan de wens juridische bijstand niet
alleen in individuele zaken in te zetten, maar ook beleidsmatig deze expertise te
versterken ten behoeve van het afschaffen van de doodstraf wereldwijd.
Vraag 3
Welke rol speelt de aantoonbare ervaring met bijstand aan Nederlandse gedetineerden
die een organisatie wel of niet heeft en specifiek in de landen Indonesië en Iran?
Antwoord 3
Voor de aanbesteding is gezocht naar partijen met kennis, ervaring en een netwerk
op het gebied van internationaal strafrecht en specifiek doodstrafzaken. Dit omvat
ervaring met alle landen wereldwijd waar de doodstraf bestaat.
Vraag 4, 5, 7 en 8
Waarom kan de uitkomst van deze aanbestedingsprocedure zijn dat een Engelse organisatie
Nederlandse ter dood veroordeelden in het buitenland gaat bijstaan?
Waarom zou het in het belang van een Nederlandse ter dood veroordeelde in het buitenland
zijn dat hij of zij wordt bijgestaan door mensen die geen Nederlands spreken, geen
Nederlands netwerk hebben en het Nederlandse rechtssysteem niet kennen?
Vindt u het belangrijk dat Nederlandse ter dood veroordeelden in het buitenland juist
worden bijgestaan door een organisatie met mensen die Nederlands spreken? Zo ja of
nee, waarom?
Bent u bereid om zorg te dragen dat Nederlanders in het buitenland die ter dood worden
veroordeeld, worden bijgestaan door een Nederlandse organisatie? Zo ja of nee, waarom?
Antwoord 4, 5, 7 en 8
Zoals bij vraag 2 aangegeven was bij de meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure
in 2020 weinig respons. Daarom zijn bij deze aanbesteding bewust ook potentiële buitenlandse
partijen met ervaring in het bijstaan van gedetineerden uit meerdere landen uitgenodigd
een offerte in te dienen.
Van belang is dat bij doodstrafzaken per definitie juridische bijstand moet worden
geboden in niet-Nederlandse rechtsstelsels. Specifieke kennis, ervaring en een netwerk
met betrekking tot dat lokale rechtsgebied en een goede communicatielijn in het betreffende
detentieland, hebben voorop gestaan bij deze aanbesteding. Een lokale advocaat in
het buitenland is cruciaal: deze advocaat moet goed kunnen communiceren met de lokale
autoriteiten en organisaties. De Nederlandse taal is vooral relevant in de begeleiding
van Nederlandse gedetineerden in het buitenland (en hun thuisfront) op andere vlakken
zoals consulaire bijstand, resocialisatie en zorg. Deze begeleiding wordt door consulair
medewerkers van Buitenlandse Zaken en Nederlands sprekende subsidiepartners gedaan.
In het bijzonder bij zaken met een risico op doodstraf wordt door consulair medewerkers
een vinger aan de pols gehouden.
Vraag 6
Welke (ervarings-)deskundigen op het gebied van de doodstraf zijn betrokken geweest
bij de samenstelling van de aanbestedingsprocedure?
Antwoord 6
Een team van ervaren consulaire beleidsmedewerkers en inkoopspecialisten is betrokken
geweest bij de aanbestedingsprocedure. Buitenlandse Zaken heeft jarenlange ervaring
op het gebied van het geven van consulaire bijstand. Ook heeft een marktverkenning
naar Nederlandse en buitenlandse partijen die ervaring hebben met het bijstaan van
buitenlandse gedetineerden bij doodstrafzaken plaatsgevonden en zijn partnerlanden
benaderd voor uitwisseling van inzet, ervaring en strategie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.