Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mohandis over de brief van de Nederlandse Stichting Water- & Zwemveiligheid (NSWZ) betreft het verzoek tot heroverweging van de voorgenomen btw-verhoging op zwemlessen
Vragen van het lid Mohandis (GroenLinks-PvdA) aan de Staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van de Nederlandse Stichting Water- & Zwemveiligheid (NSWZ) betreft het verzoek tot heroverweging van de voorgenomen Btw-verhoging op zwemlessen (ingezonden 2 oktober 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
14 november 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 342.
Vraag 1
Kent u de brief van de Nederlandse Stichting Water- & Zwemveiligheid (NSWZ) betreft
het verzoek tot heroverweging van de voorgenomen Btw-verhoging op zwemlessen van 30 september
jl.?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is er volgens u een significant verschil tussen zwemles van een commerciële partij
en zwemles van een niet-commerciële partij? Zo ja, waar berust dit verschil op? Zo
nee, hoe kijkt u dan tegen een Btw-verschil van 21 procentpunt aan?
Antwoord 2
Of er een verschil in kwaliteit of inhoud is tussen zwemles van een commerciële partij
en zwemles van een niet-commerciële partij is voor de bepaling van het btw-tarief
niet relevant. Voor de btw-heffing geldt dat het al dan niet beogen van winst het
onderscheidende criterium is. Het is juist dat de btw-verhoging met name commerciële
aanbieders raakt. Daarbij is het overigens niet zo dat door de btw-verhoging een verschil
van 21 procentpunten ontstaat met niet-winst beogende ondernemers. In tegenstelling
tot niet-winstbeogende ondernemers kunnen winst beogende ondernemers hun inkoop-btw
namelijk in aftrek brengen waardoor het verschil kleiner is dan 21 procentpunten.
Vraag 3
Beschouwt u zwemlessen voor het ABC-diploma als een essentiële vorm van onderwijs
of als een onderdeel van sport?
Antwoord 3
Het is belangrijk dat iedereen in ons land kan leren zwemmen. Zwemles is echter geen
onderdeel van het curriculum voor het funderend onderwijs. Wel is het mogelijk om
via scholen elementen van het bewegingsonderwijs in een wateromgeving aan te leren.
Dit is de zogenoemde natte gymles. Op dit moment laten het Ministerie van OCW en VWS
op verzoek van uw Kamer enkele scenario’s onderzoeken voor de invoering van schoolzwemmen,
onder andere in een variant waarbij schoolzwemmen «oude stijl» wordt heringevoerd
in het primair onderwijs. Ik verwacht u de resultaten van het onderzoek in het eerste
kwartaal van 2025 toe te kunnen sturen. Op basis daarvan en bezien in relatie tot
het regeerprogramma kan een afweging gemaakt worden of zwemles weer onderdeel van
onderwijs zou moeten worden of alleen onderdeel is van sport buiten het onderwijs
om.
Vraag 4
Verwacht u dat Btw-verhoging op zwemles van commerciële partijen stand houdt bij de
rechter, gezien de rechterlijke uitspraak dat zwemles een onderwijsactiviteit is die
essentieel is en niet gelijkgesteld kan worden aan sport?1
Antwoord 4
De verwachting is dat de btw-verhoging op zwemles standhoudt bij de rechter. Het Hof
van Justitie van de EU heeft namelijk in zijn arrest van 21 oktober 2021 in de zaak
C-373/19 (Dubrovin & Tröger GbR- Aquatics) bepaald dat zwemlessen van commerciële
partijen niet onder de btw-vrijstelling voor onderwijsactiviteiten in de Europese
btw-richtlijn (2006/112) vallen. Dit betekent dat wanneer commerciële partijen zwemlessen
aanbieden, zij btw in rekening moeten brengen.
Vraag 5
Is er gedegen onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van commerciële zwemlessen
als gevolg van de Btw-verhoging? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
In de ambtelijke fichebundel naar aanleiding van de evaluatie van het verlaagde btw-tarief2 is gekeken naar de verwachte impact van het afschaffen van het verlaagde tarief op,
onder meer, zwemlessen. Hier is ingeschat dat de btw-verhoging bij gelijkblijvend
overig beleid leidt tot een lichte afname van zwemlessen gegeven door winst-beogende
instellingen. De mate hiervan is sterk afhankelijk van de mate van doorberekening
van de btw-verhoging en de uiteindelijke prijsgevoeligheid voor zwemlessen. In veel
gevallen bestaan er voor mensen uit lagere inkomensgroepen een gemeentelijke tegemoetkoming
voor zwemlessen, wat de uiteindelijke impact verder dempt.
Vraag 6
Wat is de prijselasticiteit van zwemles? In andere woorden, hoeveel van de Btw-verhoging
wordt doorberekend aan de afnemers van de zwemles? En hoeveel duurder wordt de gemiddelde
commerciële zwemles als gevolg van de Btw-verhoging?
Antwoord 6
De mate waarin de btw-verhoging wordt doorberekend aan de afnemers van de zwemles
is lastig in te schatten. De reden hiervoor is dat zwemles zowel door winst-beogende
als niet-winstbeogende partijen gegeven wordt en deze laatste aanbiedingswijze onder
de btw-vrijstelling voor sport kan vallen en zal blijven vallen. Voor zwemlessen waar
btw over geheven wordt, ligt het in de rede dat de prijs voor de afnemer zal toenemen
door de btw-verhoging maar dit is ook afhankelijk van de uiteindelijke doorberekening
in de prijzen voor consumenten. Zwemlessen aangeboden door gemeenten of organisaties
zonder winstoogmerk in, bijvoorbeeld, gemeentelijke zwembaden kunnen onder de vrijstelling
vallen waardoor de btw-verhoging hier niet zal leiden tot een prijsverhoging.
Vraag 7
Verwacht u dat de «zorgwekkende trend» van prijsverhogingen en het afnemende aantal
zwemdiploma’s onder kinderen met deze Btw-verhoging wordt doorbroken of juist versterkt?
Is er zicht op het aantal kinderen dat door deze prijsstijging niet meer deel kan
nemen aan de zwemles?
Antwoord 7
Het exacte aandeel kinderen dat niet of niet meer deel kan nemen aan zwemles als gevolg
van de btw-verhoging is niet bekend. Wel zie ik dat in 2023 ruim 20.000 kinderen via
het Jeugdfonds Sport en Cultuur voor een totaalbedrag van 7,8 miljoen euro ondersteuning
hebben ontvangen om zwemles te volgen. Deze ondersteuning blijft ook in de toekomst
beschikbaar.
Vraag 8
Hoe groot is het deel van de zwemlessen voor het ABC-diploma dat door commerciële
zwemaanbieders wordt aangeboden?
Antwoord 8
Door de grote diversiteit van zwemlesaanbieders in ons land is dit onbekend.
Vraag 9
Wat zijn de effecten voor de prijs van zwemles voor mensen met een beperking? Uit
cijfers van het Kenniscentrum Sport en Bewegen blijkt dat 44% van de mensen met een
beperking Btw-belast sport, zijn er soortgelijke cijfers voor zwemles voor mensen
met een beperking? Wat is uw oordeel over het feit dat zoveel mensen met een beperking
waarschijnlijk meer moeten betalen voor hun zwemles?3
Antwoord 9
Er zijn geen cijfers beschikbaar die betrekking hebben op zwemles voor mensen met
een beperking. Uit gesprekken met de sector blijkt echter wel dat veel kinderen uit
het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs zwemles volgen via de onderwijsinstelling.
Deze zwemlessen worden dus gegeven door organisaties zonder winstoogmerk en worden
niet geraakt door de btw-verhoging.
Vraag 10
Hoeveel zwembaden zijn nog in publieke handen? En hoeveel zijn eigendom van commerciële
partijen?
Antwoord 10
Hetgeen u vraagt over de eigendomsverhouding van zwembaden in Nederland is op dit
moment niet bekend. De verwachting is dat voor het eind van dit jaar deze informatie
wel bekend zal zijn aan de hand van nieuw onderzoek4 van het Mulier Instituut. Het Mulier Instituut rapporteerde vorig jaar5 dat in Nederland in totaal 1.838 zwembaden zijn. Zwembaden kunnen in handen zijn
van de gemeente, een stichting en een NV of BV. Dit kan ook een NV of een BV zijn
die volledig in eigendom is van de gemeente.
Vraag 11
Kunt u inzichtelijk maken in welke gemeenten er enkel sprake is van commerciële zwemaanbieders,
waardoor inwoners beperkte keuzevrijheid hebben?
Antwoord 11
Nee, dat is niet mogelijk omdat beperkt inzichtelijk is wat de exploitatievorm van
de zwemaanbieders is (zie antwoord vraag 10). Het onderscheid tussen openbare en semi-openbare
zwembaden wordt wel per VSG-regio bijgehouden. In Zuid-Limburg liggen de minste openbare
zwembaden (0,3 per 25.000 inwoners) en in de regio’s IJsselland en Zeeland het meeste
(1,6 per 25.000 inwoners)6.
Vraag 12
Bent u bereid om het voorgenomen kabinetsbesluit van de Btw-verhoging op zwemles te
heroverwegen gegeven de tweedeling die het creëert? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Het kabinet is zich ervan bewust dat het verhogen van het btw-tarief met zich meebrengt
dat de kosten voor afnemers van zwemlessen kunnen toenemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.