Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over de uitrusting van de speciale troepen
Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Staatssecretaris van Defensie over de uitrusting van speciale troepen (ingezonden 21 oktober 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Tuinman (Defensie) (ontvangen 12 november 2024).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat sommige commando’s van Nederlandse speciale eenheden graag
zélf hun uitrusting zouden willen aanschaffen, omdat ze niet de spullen krijgen die
ze zouden willen krijgen via de centrale inkoop of daar soms heel lang op moeten wachten?
Antwoord 1
Ja. Het is bekend dat er aanvullende wensen zijn voor het beschikbare pakket en dat
men soms te maken krijgt met relatief langere levertijden van uitrustingsstukken via
centrale inkoop.
Vraag 2 en 3
Bent u ermee bekend dat sommige commando’s daarom maar zelf en op eigen kosten(!)
de benodigde uitrusting aanschaffen?
Vindt u dit een wenselijke situatie?
Antwoord 2 en 3
Dit is geen wenselijke situatie. Voor de uitrusting van haar personeel hecht Defensie
in lijn met haar verantwoordelijkheid als werkgever aan de bewezen kwaliteit, veiligheid,
draagcomfort en tijdige beschikbaarheid van de uitrusting. Daarnaast draagt in een
professionele organisatie als Defensie de juiste uitrusting ook bij aan de werkbeleving,
de uitstraling en de tevredenheid van haar personeel. Om dit te waarborgen moet de
uitrusting voldoen aan strenge eisen. Zo moet de uitrusting bijvoorbeeld brandwerend
en -vertragend zijn en de camouflagesignatuur verminderen. Defensie zorgt ervoor dat
de verstrekte uitrusting aan de kwaliteits- en veiligheidsnormen voldoet door de uitrusting
zorgvuldig te testen. Bijvoorbeeld door het uitvoeren van draagproeven, waarbij militairen
onder uiteenlopende klimatologische omstandigheden prototypes dragen en gebruiken.
Ook vanuit operationeel oogpunt is het van belang dat de uitrusting goed op elkaar
aansluit. Om effectief op te treden moet de uitrusting van de militair een samenhangend
geheel vormen en afgestemd zijn als een compleet systeem op de uit te voeren taken.
Bij het gebruik van particulier aangeschafte uitrusting kan Defensie niet instaan
voor de kwaliteit van de uitrusting en de veiligheid van de gebruiker. Het is namelijk
niet met zekerheid vast te stellen of civiele leveranciers aan de kwaliteits- en veiligheidseisen
voldoen. Zo is bijvoorbeeld bekend dat in sommige gevallen particulier aangeschafte
uitrusting zichtbaar is met nachtkijkers en daardoor niet voldoet aan de gestelde
eisen voor camouflagesignatuur.
Vraag 4
Hebben onze speciale troepen, die bereid zijn hun leven voor onze veiligheid in de
waagschaal te stellen, niet recht op de best mogelijke uitrusting zonder dat ze zich
gedwongen voelen dat van hun eigen salaris te moeten betalen?
Antwoord 4
Het is van groot belang dat onze militairen op tijd beschikken over de juiste middelen
om hun taak uit te voeren, vaak onder extreme omstandigheden. Het is de verantwoordelijkheid
van Defensie als werkgever om voor de kwaliteit en veiligheid van de uitrusting te
zorgen.
Alle militairen ontvangen daarom een uitrustingspakket dat is afgestemd op de specifieke
functie en taak en de geldende veiligheids- en kwaliteitseisen. Door gebruik te maken
van goed lopende raamcontracten, het tijdig toepassen van noodprocedures en voorraadvorming
en -beheer zijn de artikelen uit dit assortiment snel leverbaar. Door problemen in
de toeleveringsketen kan het soms voorkomen dat een artikel niet (op tijd) leverbaar
is. Defensie streeft ernaar om het aantal situaties waarin artikelen benodigd voor
het uitoefenen van de functie niet tijdig beschikbaar of op voorraad zijn te minimaliseren.
In het geval dat het toch voorkomt dat een specifiek artikel niet op voorraad is,
zijn er andere mogelijkheden om toch in deze behoefte te voorzien, zoals het verstrekken
van een alternatief, het zo snel mogelijk naleveren van een artikel of het bieden
van financiële middelen voor zelfstandige aanschaf. Deze centrale voorziening zorgt
ervoor dat de verstrekking van uitrusting efficiënter, beter uitvoerbaar en beheersbaar
verloopt.
In de context waarin de special operation forces (SOF) opereren gelden vaak unieke eisen en behoeften, in het bijzonder in het kader
van de uitrusting van deze eenheden. Om snel te voorzien in deze specifieke behoefte,
zijn de voor SOF-ingerichte processen kort-cyclisch en hoog-innovatief. De SOF-community
speelt daarom een belangrijke rol in de innovatie en ontwikkeling van uitrusting voor
de krijgsmacht. Een voorbeeld is het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem
(VOSS) (Kamerstuk 34 000 A, nr. 98 van 4 juni 2015). In dit project zijn de door het Korps Commandotroepen (KCT) in
Afghanistan geteste gevechtsjas, regenjas en operationeel vest als basis gebruikt.
Een ander voorbeeld zijn de scherfvesten voor vrouwelijke militairen. De scherfvesten
van de special forces bleken beter geschikt voor vrouwelijke militairen en worden nu defensiebreed geïntroduceerd.
Vraag 5
Zijn speciale troepen niet zelf het best in staat om te weten welke uitrusting voor
hen het beste is?
Antwoord 5
Defensie staat open voor verbeteringen en heeft begrip voor individuele voorkeuren
van de gebruikers. Daarom neemt Defensie de ervaring van de individuele militair mee
in de gestelde eisen bij de aanschaf van nieuwe uitrusting. Echter is bij particulier
aangeschafte uitrusting niet met zekerheid vast te stellen of aan deze zorgvuldig
gestelde eisen voor veiligheid, kwaliteit, draagcomfort en uniformiteit wordt voldaan.
Vraag 6
Bent u van mening dat het in staat stellen van speciale eenheden of individuele commando’s
om (een deel van) hun uitrusting zélf in te kopen niet alleen de veiligheid zou verbeteren
en motivatieverhogend zou kunnen werken, maar ook de innovatie kan bevorderen omdat
het speciale eenheden in staat stelt snel en op basis van hun eigen ervaring uit te
vinden welke uitrusting voor hen het beste is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De huidige SOF-processen zijn er op ingericht om de veiligheid en kwaliteit te waarborgen
en innovatie te bevorderen. Door het continue testen en (door)ontwikkelen van de uitrusting
in samenwerking met de eenheden en defensieonderdelen kan op basis van de individuele
ervaring worden geïnnoveerd. Deze werkwijze heeft ook een motiverende werking.
Vraag 7
Bent u bereid te onderzoeken of een deel van het uitrustingsbudget, indien dit wordt
gewenst, rechtstreeks aan speciale eenheden of individuele leden van die eenheden
kan worden gealloceerd, zodat eenheden of commando’s voortaan zélf (een deel van)
hun uitrusting (snel) kunnen kopen (zoals in een aantal andere landen overigens al
gebruikelijk is)? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Een individueel uitrustingsbudget is om bovengenoemde redenen niet wenselijk. Om de
kwaliteit, het draagcomfort en de levertijd van de uitrusting te verbeteren lopen
er verschillende projecten. Defensie heeft met de invoering van het eerder genoemde
project VOSS de uitrusting van de militair verbeterd. Met de invoering van het Defensie
Operationeel Kleding Systeem (DOKS) (Kamerstuk 27 830, nr. 429 van 8 april 2024) zet Defensie eveneens belangrijke stappen in de verbetering van
de uitrusting van alle militairen. In dit project staan bescherming, individuele veiligheid
en draagcomfort centraal. Uw Kamer wordt via het Defensie Projectenoverzicht (DPO)
geïnformeerd over de voortgang van dit project.
Daarnaast zet Defensie stappen om meer maatwerk mogelijk te maken. Het keuzeconcept
gevechtslaarzen is hier een voorbeeld van. Binnen dit concept krijgen militairen de
ruimte om te kiezen uit een breed assortiment van gevechtslaarzen, passend bij hun
gebruikersprofiel. Zo waarborgt Defensie zowel de veiligheid en kwaliteit van de uitrusting,
en biedt tegelijkertijd keuzevrijheid aan haar mensen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.