Schriftelijke vragen : De inzet van digitale surveillance bij demonstraties
Vragen van het lid Van Meijeren (FVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over de inzet van digitale surveillance bij demonstraties (ingezonden 1 november 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van Amnesty International, getiteld «In beeld bij de
politie: Camerasurveillance bij vreedzaam protest in Nederland»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat vreedzame demonstranten onderworpen zijn aan vormen van digitale
surveillance zoals bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, drones, videosurveillancewagens
of andere camera- en geluidsopnametechnologie? Zo ja, bij welke demonstraties is dit
gebeurd? Kunt u per demonstratie aangeven wie daartoe de opdracht heeft gegeven, wat
het doel was van de inzet, wat er met de opnames is gebeurd, hoe lang de opnames bewaard
worden of bewaard zijn gebleven en of aan de hand van de opnames persoonsgegevens
zijn verwerkt? Indien u niet over deze informatie beschikt, bent u dan bereid om navraag
te doen bij gemeenten, teneinde deze informatie te achterhalen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Wordt de identiteit van deelnemers aan demonstraties geregistreerd? Zo ja, worden
deze gegevens ook gekoppeld aan andere databases van de politie of andere (overheids)organisaties?
Zijn de door de politie verzamelde data ook gedeeld met inlichtingendiensten of andere
(overheids)organisaties? Kunt u deze vraag zo specifiek mogelijk beantwoorden?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de conclusie van Amnesty International dat het gebruik van digitale
surveillance door de politie in strijd is met fundamentele grondrechten zoals het
recht op privacy en het demonstratierecht?
Vraag 5
Op basis van welke wettelijke grondslag wordt digitale surveillance tijdens demonstraties
ingezet? Erkent u dat artikel 3 van de Politiewet niet volstaat, omdat bevoegdheden
die inbreuk maken op grondrechten een specifieke wettelijke grondslag vereisen?2
Vraag 6
Erkent u dat voor burgers voldoende duidelijk moet zijn in welke gevallen en met welk
doel zij gemonitord kunnen worden? Vindt u dat de huidige wet- en regelgeving rondom
het gebruik van digitale surveillance tijdens demonstraties voldoende duidelijk is?
Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo nee, bent u voornemens om hier verduidelijking in
te brengen?
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het oordeel van Amnesty International dat het gebruik van digitale
surveillance een afschrikwekkend effect heeft, waardoor burgers worden ontmoedigd
om deel te nemen aan vreedzame demonstraties uit vrees voor monitoring en mogelijke
negatieve gevolgen? Deelt u de zorg dat dit een ontoelaatbare inperking is van het
demonstratierecht? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Kunt u toezeggen dat alle data die (onrechtmatig) zijn verzameld tijdens demonstraties,
onmiddellijk worden vernietigd en niet verder worden gebruikt? Kunt u, indien dit
al is gebeurd, aangeven wanneer en op welke wijze dit heeft plaatsgevonden?
Vraag 9
Bent u bereid om het gebruik van alle vormen van digitale surveillance door de politie
in de context van vreedzame demonstraties te heroverwegen, gezien de substantiële
risico’s voor het recht op privacy, het afschrikwekkende effect op demonstranten en
het demonstratierecht? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Bent u bereid om alle burgers die hebben deelgenomen aan demonstraties, waarvan persoonsgegevens
zijn verwerkt, daarover te informeren? Kunt u, indien dit al is gebeurd, aangeven
wanneer en op welke wijze dit heeft plaatsgevonden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en binnen de daarvoor gestelde termijn
beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
Gideon van Meijeren, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.