Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht 'Werkgever ‘mist kans’ met werknemersaandelen: ‘Dit is de manier om werkeneden te laten profiteren van welvaart’
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Werkgever «mist kans» met werknemersaandelen: «Dit is dé manier om werkenden te laten profiteren van welvaart»» (ingezonden 2 september 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Idsinga (Financiën), mede namens de Minister van Economische
            Zaken (ontvangen 28 oktober 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025,
            nr. 137.
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van de Universiteit Utrecht over financiële
               werknemersparticipatie?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
            
Deelt u de mening dat financiële werknemersparticipatie kan bijdragen aan een sterkere
               en eerlijkere economie? Zo ja, deelt u de mening dat er daarmee een rol voor de overheid
               ligt om hiermee aan de slag te gaan?
            
Deelt u de conclusie dat Nederland nog volop kansen laat liggen als het gaat om het
               bevorderen van financiële werknemersparticipatie, ook in vergelijking met landen als
               het Verenigd Koninkrijk en Duitsland? Zo nee, waarom niet?
            
Deelt u de conclusie dat de ingewikkelde fiscale regels in Nederland het voor werkgevers
               lastiger maakt om met financiële werknemersparticipatie aan de slag te gaan? Zo ja,
               hoe wilt u hier verbetering in aanbrengen?
            
Antwoorden 2, 3 en 4
De afgelopen jaren zijn er meerdere partijen geweest die hebben gewezen op de voordelen
                  die financiële werknemersparticipaties met zich meebrengen. Ik verwijs in dit kader
                  onder andere naar een position paper van het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV).
                  Ook hebben partijen als Techleap en de Dutch Startup Association deze voordelen benoemd.
                  Op verzoek van de vaste commissie van Financiën heeft het vorige kabinet een reactie
                  gegeven op de CNV position paper in een brief van 9 december 20222. Daarin heeft het kabinet onder andere aangegeven dat het in beginsel positief staat
                  tegenover financiële werknemersparticipaties en dat zij deze beschouwt als onderdeel
                  van het arbeidsvoorwaardenoverleg tussen werkgevers en werknemers, zonder dat daar
                  een sturende rol van de overheid wenselijk is.
               
In onze brief van 23 september 2024 hebben wij hier ook aandacht aan besteed3:
«Gegeven de verschillende voor- en nadelen is het aan werkgevers en werknemers om
                  deze samen te wegen en te kijken of financiële werknemersparticipatie voor hen meerwaarde
                  biedt. In het overleg met sociale partners is dat ook meermaals benoemd en is ook
                  de vraag gesteld waarom, ondanks de genoemde voordelen en het enthousiasme van zowel
                  werknemers- als werkgeversvertegenwoordigers, vormen van financiële werknemersparticipatie,
                  en dan met name die met vormen van eigenaarschap, in de praktijk maar beperkt worden
                  toegepast.»
In de brief van 23 september 2024 hebben wij ook inzage gegeven in de praktische obstakels
               die werkgevers- en werkgeversvertegenwoordigers hebben aangegeven in overleggen met
               de Stichting van de Arbeid en of en zo ja hoe, wij die willen aanpakken.
            
In onze brieven van 9 december 2022 en 23 september 2024 hebben wij aandacht besteed
               aan de positie van startups en scale-ups en het internationale krachtenveld waarin
               zij opereren en de rol die medewerkersparticipatie kan spelen in de versterking van
               het ecosysteem voor startups en scale-ups. Wij hebben daarbij ook aangegeven dat het
               kabinet het onderzoek naar een fiscale regeling voor medewerkersparticipaties bij
               startups en scale-ups vervolgt, zoals ook is aangegeven in hoofdstuk 10a. van het
               Regeerprogramma.
            
Door werknemersvertegenwoordigers en startup organisaties wordt gewezen op de voordelen
               van financiële werknemersparticipaties. Benoemde voordelen zijn onder andere een grotere
               motivatie en betrokkenheid bij medewerkers, waardoor de bedrijfsprestaties kunnen
               verbeteren. Het breder verdelen van de voordelen bij succes zorgt ervoor dat een bredere
               groep daarvan profiteert. Het kabinet heeft in de brief van 23 september aangegeven
               waar ze een rol voor zichzelf ziet om fiscale knelpunten weg te nemen rondom financiële
               werknemersparticipatie. De inventarisatie van deze mogelijke fiscale knelpunten tijdens
               overleggen met de Stichting van de Arbeid heeft geleid tot een viertal praktische
               knelpunten in de uitvoering van werknemersparticipatieregelingen: de waardering van
               niet-beurgenoteerde ondernemingen, de lange doorlooptijd van verzoeken op dit terrein,
               de nieuwe systematiek van box III en de niet-aftrekbaarheid van werknemersparticipaties
               in de vennootschapsbelasting. Financiële werknemersparticipaties kunnen ook beperkingen
               en nadelen kennen. Werkgevers en werknemers zijn het beste in staat om de voor- en
               nadelen te wegen en onderling te besluiten of een deel van het loon van werknemers
               wordt toegekend in de vorm van financiële werknemersparticipaties. Als in dit onderling
               overleg wordt besloten dat een deel van het loon wordt toegekend in de vorm van werknemersparticipaties,
               dan wordt dit loon net als andere vormen van loon belast in box I.
            
Op dit moment bestaan er binnen bestaande wetgeving geen fiscale obstakels om winstdelingen,
               aandelen of aandelenopties toe te kennen aan werknemers. Werkgevers en werknemers
               zijn in beginsel vrij om een deel van hun loon toe te kennen in de vorm van werknemersparticipaties.
               In dat geval wordt dat deel van het loon in principe fiscaal hetzelfde behandeld als
               andere vormen van loon, te weten het voordeel uit de dienstbetrekking (het verschil
               tussen de waarde van de aandelen op het moment van verkrijging minus de prijs die
               de werknemer daarvoor betaalt) wordt progressief belast in box I.
            
Vraag 5
            
Bent u bereid een brede verkenning te doen naar de verschillende regelingen in omringende
               landen om financiële werknemersparticipatie te stimuleren en de kansen voor Nederland?
               Zo ja, wilt u hierbij expliciet de regelingen in het Verenigd Koninkrijk (waaronder
               Employee Ownership Trust), Frankrijk en Duitsland meenemen?
            
Antwoord 5
            
Op 21 september 2023 hebben de leden Bontenbal en Marijnissen een motie ingediend
               die het kabinet verzoekt om in samenwerking met vakbonden en bedrijven te onderzoeken
               welke fiscale en andersoortige obstakels winstdeling belemmeren en daarnaast in samenwerking
               met vakbonden en bedrijven op basis van het onderzoek een plan op te stellen om het
               percentage bedrijven dat doet aan medewerkersparticipatie te vergroten.4 In de brief die wij op 23 september 2024 aan uw Kamer hebben gestuurd wordt u geïnformeerd
               over de opzet en de uitkomsten van het onderzoek. In de overleggen met de Stichting
               van de Arbeid zijn ook de uitkomsten van het onderzoek van Universiteit Utrecht betrokken.
               Gelet op de recente afronding van het traject met de Stichting van de Arbeid, zien
               wij geen aanleiding voor een nieuwe verkenning. In het antwoord op vraag 2, 3 en 4
               motiveren wij het doorzetten van het onderzoek naar een fiscale regeling voor startups
               en scale-ups om in die context medewerkersparticipatie te vergroten.
            
Vraag 6
            
Bent u bereid om een nationaal beleidsplan financiële werknemersparticipatie op te
               stellen, waarin niet alleen wordt gekeken naar het wegnemen van (fiscale) belemmeringen
               maar ook naar stimulerende maatregelen?
            
Antwoord 6
            
Zoals hierboven aangegeven bestaan er op dit moment geen fiscale belemmeringen voor
               het toekennen van financiële werknemersparticipaties. Wij zien het feit dat over werknemersparticipaties
               belasting betaald moet worden niet als een fiscaal obstakel. Dit zou immers evenzeer
               gelden voor iedere andere vorm van loon waarover belasting betaald moet worden. Daar
               waar een rol ligt voor de overheid om praktische bezwaren in de uitvoering van financiële
               werknemersparticipaties weg te nemen of te verminderen, zijn wij uiteraard bereid
               om te bezien in hoeverre wij als overheid die rol kunnen oppakken. Hierover bent u
               geïnformeerd in de Kamerbrief van 23 september 2024.
            
Vraag 7
            
Deelt u de conclusie dat er onder werkgevers en werknemers nog te veel onbekendheid
               is met de mogelijkheden en zo ja, bent u bereid samen te werken met maatschappelijke
               partners om de informatievoorziening te verbeteren?
            
Antwoord 7
            
Onderzoekers die onderzoek hebben gedaan naar werknemersparticipaties hebben aangegeven
               dat de geringe mate van toekennen van werknemersparticipaties voor een deel is terug
               te leiden naar het adagium: «onbekend maakt onbemind». Uit onderzoek blijkt dat 33%
               van de bedrijven die gevraagd wordt naar de reden waarom zij geen gebruik maken van
               werknemersparticipaties een tekort aan informatie over werknemersparticipaties ervaren.
               Het gebrek aan kennis als knelpunt werd ook door sociale partners ingebracht in de
               Stichting van de Arbeid. Het vergroten van de kennis over financiële werknemersparticipaties,
               de voor- en nadelen en de uitvoering ervan is een taak voor de sociale partners en
               de andere partijen die hierbij betrokken zijn.
            
Vraag 8
            
Bent u bereid in gesprek te gaan met de onderzoekers en werknemers- en werkgeversorganisaties
               om de mogelijkheden voor het stimuleren van financiële werknemersparticipatie verder
               te verkennen?
            
Antwoord 8
            
Zoals hiervoor aangegeven heeft dit overleg recent plaatsgevonden en u bent over de
               uitkomsten daarvan geïnformeerd middels de Kamerbrief van 23 september 2024.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiën - 
              
                  Mede namens
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.