Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Jansen en Palmen, Ceder en White n.a.v. Beleidsreactie ACOI-rapport over de openbaarheid van de Bijlmervliegramp-stukken en het feit dat openbaarheid jaren op zich laat wachten door vertragende acties van de regering
Vragen van de leden Daniëlle Jansen, Palmen(beiden Nieuw Sociaal Contract), Ceder (ChristenUnie) en White (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de Beleidsreactie ACOI-rapport over de openbaarheid van de Bijlmervliegramp-stukken en het feit dat openbaarheid jaren op zich laat wachten door vertragende acties van de regering (ingezonden 16 oktober 2024).
Antwoord van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 21 oktober
2024).
Vraag 1
Herinnert u zich de motie-Omtzigt c.s. (22 681, nr.42) uit April 2023, waarmee de Kamer unaniem vroeg om advies over openbaarheid van de
stukken over de Bijlmervliegramp?
Antwoord 1
Ja, een beleidsreactie met de stand van zaken van de uitvoering van de motie is op
30 september jl. aan de Kamer gestuurd.1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het dat u nu eerst twee externe onderzoeken gaat doen naar de mogelijke
uitvoering van 2 van de 4 aanbevelingen? (Kamerstuk 22 861, 48)
Antwoord 2
Voor aanbeveling 4 van het ACOI wordt een extern onderzoek uitgevoerd. Aanbeveling
3 wordt uitgevoerd door het Ministerie van IenW in afstemming met een aantal organisaties
en de Ministeries van OCW, BZK en JenV.
Met aanbeveling 4 adviseert het ACOI om te investeren in de toegankelijkheid van het
archief voor betrokkenen en onderzoekers. Bij het beoordelen van de stukken ter uitvoering
van aanbeveling 1 en 2 is door IenW een veel uitgebreider overzicht gemaakt van de
diverse documenten in verschillende dossiers van het Nationaal Archief. ACOI adviseert
het onderzoek ook te richten op meerdere archieven, zoals het Stadsarchief Amsterdam
en mogelijk andere. Extern onderzoek is nodig om de relevante archieven in beeld te
krijgen. Er is specifieke expertise uit de archiefwereld nodig om te zorgen dat de
opvolging van deze aanbeveling werkbaar is voor de verschillende archieven. Daarnaast
is die expertise ook nodig om te zorgen dat de uitvoering voorziet in de behoefte
van nabestaanden en bewoners. Bij het Ministerie van IenW is deze expertise niet aanwezig.
Vraag 3
Wilt u de precieze vraagstelling van die onderzoeken aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 3
Voor het onderzoek naar aanbeveling 4 zijn door IenW voor inhoudelijke expertise verschillende
verkennende overleggen gevoerd met het Ministerie van OCW, het Stadsarchief Amsterdam
en een mogelijke uitvoerder om zo snel en zo goed mogelijk de aanbeveling op te volgen.
Om te investeren in de toegankelijkheid van de archieven is in lijn met het ACOI-rapport
hieruit de volgende vraagstelling geformuleerd: Onderzoek hoe bestaande inventarissen
kunnen worden verduidelijkt, of er andere relevante archieven zijn en wat de behoeften
zijn van nabestaanden en omwonenden om de toegankelijkheid van het Bijlmervliegramparchief
met een (mogelijke online) onderzoeksgids te vergroten.
Het onderzoek naar aanbeveling 3 kent geen vraagstelling voor extern onderzoek, omdat
het ministerie dit zelf uitvoert. Hierbij wordt in ieder geval gekeken naar de wettelijke
verdeling van de verantwoordelijkheid, de invulling van een balancing test en de mogelijkheid
om een generieke beoordeling bij de balancing test toe te passen. Ook wordt gekeken
naar het belang van de bescherming van onderzoeksgegevens om de luchtvaartveiligheid
te verbeteren. Over de vraag in hoeverre de openbaarmaking van de archiefstukken in
lijn is met de internationale (ICAO) regelgeving vindt op 22 oktober een technische
briefing plaats met de Kamercommissie van IenW.
Vraag 4
Hoeveel gaan die onderzoeken kosten in tijd en in geld?
Antwoord 4
Het streven is het onderzoek naar aanbeveling 4 in het eerste kwartaal van 2025 gereed
te hebben. De kosten hiervoor zijn nog niet definitief bekend.
Het onderzoek naar aanbeveling 3 wordt door het Ministerie van IenW uitgevoerd. Eerder
is de Kamer geïnformeerd dat de benodigde inspanning vanuit IenW, de overige betrokken
ministeries en het Nationaal Archief groot is. Zie ook de beantwoording op vraag 8.
Vraag 5
Deelt u de verbazing over de noodzaak van een advies over de balancing test?
Antwoord 5
De balancing test wordt sinds 2016 voorgeschreven door Bijlage 13 bij het Verdrag
van Chicago voor de internationale burgerluchtvaart. De invulling die het ACOI in
aanbeveling 3 wenst voor de balancing test gaat verder dan hoe de balancing test wordt
toegepast. Er wordt geen extern onderzoek of advies uitgebracht over (de noodzaak
van) de balancing test. Het Ministerie van IenW bestudeert de aanbeveling en weegt
in overleg met relevante partijen zorgvuldig de voor- en nadelen af binnen de wettelijke
vereisten. Nagestreefd wordt transparant en duidelijk te zijn over onderzoeken in
de burgerluchtvaart.
Vraag 6
Als dit onderzoek zo noodzakelijk is, waarom is daar niet mee begonnen in de weken
nadat het advies van ACOI is uitgekomen maar heeft u eerst maanden gewacht?
Antwoord 6
Het ACOI is in april 2023 begonnen met haar onderzoek en heeft de resultaten hiervan
op 19 april 2024 gepubliceerd. Het ministerie is direct aan de slag gegaan met de
opvolging van de aanbeveling. Het ACOI heeft aanbevolen om «zo snel mogelijk» de door
haar genoemde dossiers openbaar te maken. Het ACOI stelt verder in haar rapport dat
«wanneer de dossiers openbaar zijn gemaakt» (aanbeveling 1) «en vervolgens in de resterende
documenten 64 dossiers zoveel mogelijk documenten door het spitsen van dossiers ook
openbaar zijn gemaakt» (aanbeveling 2), voor de «uiteindelijke resterende documenten
met toepassing van een balancing kan worden vastgesteld of toegang mogelijk is» (aanbeveling
3).
Voor de uitvoering van aanbeveling 1 en 2 zijn alle stukken (circa 1.300) in de dossiers
van de Raad van de Luchtvaart inzake de Bijlmervliegramp beoordeeld. Deze inzet was
nodig voor de uitvoering van aanbevelingen 3 en 4. De benodigde expertise voor de
uitvoering van aanbeveling 1 en 2, is tevens vereist voor de beoordeling van aanbeveling
3. Deze expertise is beperkt voorhanden en kan ook niet worden ingehuurd, waardoor
volgordelijkheid in de uitvoering nodig is. De uitgebreidere inventarislijst die is
ontstaan bij de uitvoering van aanbeveling 1 en 2, wordt meegenomen in het onderzoek
van aanbeveling 4. Dit geldt ook voor inzichten uit intussen gevoerde gesprekken met
het Nationaal Archief en het Stadsarchief Amsterdam.
Vraag 7
Wilt u behalve alle organisaties die u nu betrokken zijn bij het advies over de balancing
test en die waarschijnlijk zullen pleiten voor grote terughoudendheid, ook organisaties
op gelijke voet betrekken die pleiten voor openbaarheid zoals vertegenwoordigers van
de nabestaanden, onderzoeksjournalistiek (NVJ)?
Antwoord 7
Bij het onderzoek naar aanbeveling 3 worden organisaties vanuit hun wettelijke verantwoordelijkheid
betrokken, zoals het Ministerie van OCW vanuit haar verantwoordelijkheid voor de Archiefwet
en de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) vanuit haar verantwoordelijk voor luchtvaartongevallenonderzoek.
De Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers wordt vanuit hun expertise benaderd voor
het onderzoek. IenW hecht eraan dat ook de wensen en het perspectief van nabestaanden
en bewoners goed wordt meegenomen in de onderzoeken. Binnenkort nemen IenW en het
Nationaal Archief deel aan een informatiebijeenkomst voor de bewoners en nabestaanden
van de Bijlmervliegramp. Deze bijeenkomst wordt georganiseerd door het Stadsdeel Zuidoost
en het ACOI.
Vraag 8
Kunt u een tijdlijn – startend bij de eerste Kamervragen die om openbaarheid vroegen
– geven wanneer de balancing test klaar is en de stukken openbaar zullen zijn? Vindt
u dat redelijk na april 2023?
Antwoord 8
Voorop gesteld wordt dat een balancing test om inzage te krijgen in vertrouwelijke
stukken sinds 2016 mogelijk is en op verzoek wordt uitgevoerd. Waar het hier om gaat
is het beoordelen en waar mogelijk uitvoeren van de aanbevelingen van het rapport
van het ACOI. Het opstellen van het rapport heeft het ACOI een jaar gekost. Het beoordelen
van de stukken dat door het ACOI is gedaan, moet door IenW opnieuw worden uitgevoerd.
Dit is nodig omdat IenW verantwoordelijk is voor de inhoud van het archief en vanuit
de verantwoordelijkheid dat Nederland voldoet aan verdragsverplichtingen. Dit is gebeurd
in nauwe samenwerking met het Nationaal Archief als verantwoordelijke voor het beheer
van het archief.
Zoals in antwoord 6 is aangeven, is dit werk geprioriteerd in lijn met de aanbeveling
van het ACOI om stukken zo snel mogelijk openbaar te maken. Het onderzoek door IenW
met relevante partijen naar aanbeveling 3 wordt naar verwachting in het voorjaar van
2025 afgerond. Hieronder wordt een nadere tijdlijn gegeven.
Tijdlijn Kamervragen
Op 19 januari 2016, tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer, heeft de toenmalige
Staatssecretaris van IenM antwoord gegeven aan de Kamerleden Elias (VVD), Monasch
(PvdA), Omtzigt en Van Helvert (CDA), op vragen over het archief van de Rijksluchtvaartdienst
en de termijn waarin de openbaarheid van ongevalsarchieven wordt beperkt (Aanhangsel
Handelingen II 2016/17, nr. 43, item 4). In aanvulling daarop heeft op 25 maart 2016 de Staatssecretaris van IenM antwoord
gegeven op schriftelijke vragen van de Kamerleden Omtzigt en Van Helvert, ingezonden
op 4 maart 2016 inzake de geheimhouding van de stukken (Zie Handelingen II vergaderjaar
2015/16, nr. 2040).
Op 11 oktober 2022 heeft de vaste commissie voor BZK een burgerbrief ontvangen met
een vraag over de openbaarheidsbeperking van het archief van de Bijlmervliegramp.
Deze brief is ter beantwoording doorgeleid naar de Minister van IenW die de Kamer
op 23 november 2022 heeft geïnformeerd (Kamerstuk 22 861, nr. 37). In reactie daarop heeft de vaste commissie voor BZK op 27 januari 2023 een aantal
vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van IenW. Bij brief van 22 maart
2023 zijn deze vragen beantwoord (Kamerstuk 22 861, nr. 39).
Motie Omtzigt c.s.
Tijdens het tweeminutendebat 13 april 2023 «Geheimhouding stukken Bijlmerramp 1992»
worden twee moties ingediend. De motie Leijten (Kamerstuk 22 861, nr. 41) wordt verworpen en de (gewijzigde) motie Omtzigt c.s. (Kamerstuk 22 861, nr. 42) wordt aangenomen.
Ter uitvoering van de werkzaamheden van de motie Omtzigt verleent IenW per brief op
18 juli 2023 toestemming aan het ACOI voor de volledige toegang tot de documenten
in het archief van de Raad voor de Luchtvaart bij het Nationaal Archief. Op 26 juli
2023 is door IenW op verzoek aan zeven personen van het ACOI toestemming verleend
voor het inzien van de stukken waaraan een openbaarheidsbeperking was gesteld met
het oog op het belang van de Staat of zijn bondgenoten en op 26 september 2023 op
verzoek nog eens aan vier personen van het ACOI. In de maanden augustus t/m november
2023 heeft het ACOI onderzoek gedaan in de archieven van de Raad van de Luchtvaart
in het Nationaal Archief. In de maanden december 2023 en januari 2024 zijn gesprekken
gevoerd met deskundigen, journalisten, wetenschappers en bewoners en nabestaanden
van de slachtoffers van de vliegramp.
Inzageperiode conceptrapport
Op 15 maart 2024 is het ACOI-conceptrapport ter inzage aangeboden aan IenW voor een
feitencheck met het verzoek uiterlijk op 22 maart commentaar te leveren. Verlenging
van de inzagetermijn was desgevraagd niet mogelijk. Hierop is door IenW op 22 maart
commentaar op hoofdlijnen geleverd vanwege de korte inzagetermijn van 1 week. Op 26 maart
kwam het ACOI met een aanvullend voorstel voor het instellen van een commissie voor
het uitvoeren van de balancing test (en nog zonder de toevoeging dat de commissie
ook voor andere luchtvaartrampen in het archief van de Raad voor de Luchtvaart zou
kunnen worden ingezet). Op verzoek van IenW ontvangt het ACOI op 29 maart een geactualiseerd
conceptrapport (inclusief bijgewerkte aanbevelingen over de commissie). Tevens dringt
IenW erop aan dat de OVV ook inzage krijgt in het conceptrapport, omdat bleek dat
de OVV als belangrijke stakeholder niet was geïnterviewd bij het rechtsvergelijkend
onderzoek. Het ACOI heeft daarop het conceptrapport op 27 maart verstuurd naar de
OVV. Op 8 april stuurt de OVV zijn commentaar aan het ACOI met een afschrift aan de
Minister van IenW.
Op 19 april 2024 heeft het ACOI het advies uitgebracht over de mogelijkheden om de
openbaarheid van het archief over de vliegramp in de Bijlmermeer te vergroten. In
de brief van 22 april jl. informeert de Minister van IenW de Kamer van een beleidsreactie
te voorzien (Kamerstuk 22 861, nr. 46).
Over de aanbevelingen in het ACOI-rapport zijn op 24 april jl. Kamervragen gesteld
door de leden Omtzigt, Palmen (beiden Nieuw Sociaal Contract), White (GroenLinks-PvdA),
Ceder (ChristenUnie), Bamenga (D66), Van der Plas (BBB), Vedder (CDA), Van Nispen
(SP), Ergin (DENK), Van Houwelingen (FVD), Stoffer (SGP), Koekkoek (Volt), Eerdmans
(JA21), Van der Velde (PVV) en Martens-America (VVD). Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024,
nr. 2024D20035. Deze vragen zijn op 21 mei jl. door IenW beantwoord.
Na de publicatie van het ACOI-rapport is bij IenW direct capaciteit en budget vrijgemaakt
om direct met de aanbevelingen 1, 2 en 4 alsmede (bovenvermelde) Kamervragen aan de
slag te gaan. Met OCW is ook bij het Nationaal Archief vanwege de vaste procedures
bij inzage van archiefstukken en documenten met openbaarheidsbeperking (vanwege het
belang van de Staat of zijn bondgenoten) extra inzet geregeld. De beschikbaarheid
van de studiezaal en de toezichthouder waren mede bepalend voor het tempo waarin de
80 inventarisnummers en de inhoud daarvan stuk voor stuk (ca. 1.300) konden worden
doorgenomen.
Op 1 mei jl. is gestart met het beoordelen van alle stukken van de Bijlmervliegramp
in het archief van de Raad van de Luchtvaart. Dit werk, als ook de beoordeling welke
dossiers gesplitst moesten worden, is de hele zomer doorgegaan. In de tweede helft
van de zomer is tegelijkertijd gekeken naar de voorbereidende werkzaamheden voor aanbevelingen
3 en 4. Naast het tweewekelijks overleg tussen IenW, OCW en het Nationaal Archief
om de werkzaamheden en opstellen van de beleidsreactie te verzorgen, zijn er gesprekken
gevoerd met verschillende partijen, waaronder het Stadsarchief Amsterdam, de Onderzoeksraad
voor Veiligheid en de Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers.
Zoals hierboven vermeld is op 21 mei jl. antwoord gegeven op schriftelijke vragen.
Hiervoor was de inbreng van diezelfde personen van IenW die in het Nationaal Archief
de werkzaamheden verrichtten essentieel. De expertise die voor de verschillende aanbevelingen
nodig is, is beperkt beschikbaar.
Op 28 augustus is het Besluit inzake toestemming tot inzage in archiefstukken met
betrekking tot het onderzoek naar het luchtvaartongeval dat op 4 oktober 1992 in de
Bijlmermeer plaatsvond, gepubliceerd. Dit besluit is in werking getreden op 9 september
2024 en vanaf 10 september kon in het Nationaal Archief iedereen inzage krijgen in
de in het besluit vermelde dossiers.
Op 30 september is de beleidsreactie op het ACOI rapport verstuurd aan de Tweede Kamer.
De uitwerking van de aanbevelingen 2, 3 en 4 lopen onverminderd door.
Vraag 9
Welke apparatuur is nodig om de audio dossiers te bestuderen? Welke pogingen zijn
het afgelopen jaar gedaan om die banden te bestuderen en de apparatuur te verwerven?
Antwoord 9
Er zijn drie typen audiovisuele dragers in het archief, die elk hun eigen type apparatuur
vereisen: (1) Revox B77 geluidsbanden en Revox B77 Bandrecorder, (2) audiocassettes
en cassetterecorder, (3) VHS videobanden en VHS videorecorder.
De cassetterecorder en VHS videorecorder zijn aanwezig bij het Nationaal Archief en
gebruikt om de medewerkers van het ACOI en IenW, respectievelijk in oktober 2023 en
mei 2024 de audiodossiers te laten beluisteren. De Revox B77 is zeer specialistische
apparatuur waar specifieke expertise voor nodig is die niet bij het Nationaal Archief
aanwezig is. Voor het instellen en afspelen van de geluidsbanden zijn externe professionals
nodig. Het betreft materiaal dat beperkt openbaar is in het belang van de Staat of
zijn bondgenoten. Daardoor kon het Nationaal Archief deze geluidsbanden niet met externe
professionals delen. Bij het uitvoeren van aanbeveling 1 is gebleken dat magnetische
beeld- en geluidsdragers door het afspelen in kwaliteit achteruit gaan. Op verzoek
van het Nationaal Archief heeft IenW op 23 september toestemming verleend om alle
audiovisuele dragers extern te laten digitaliseren. Hierdoor kunnen de drie geluidsbanden
waarvoor de specialistische apparatuur nodig is, vervolgens inhoudelijk worden beoordeeld
en de gedigitaliseerde audiocassettes en VHS videobanden kunnen digitaal ter inzage
worden gegeven. Op 17 oktober is de digitalisering van alle geluidsbanden aan een
externe professionele partij gegund.
Vraag 10
Wie hebben er nu toegang tot de vertrouwelijke stukken? Kunt u een uitputtende lijst
geven?
Antwoord 10
De stukken zijn beperkt openbaar in het belang van de staat of bondgenoten en worden
beheerd bij het Nationaal Archief. Sinds het Besluit van de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat van 28 augustus 2024 (kenmerk IENW/BSK-2024/227830) hebben alle burgers
toegang tot 27 dossiers uit het archief van de Raad voor de Luchtvaart (die nog wel
beperkt openbaar zijn). Het Nationaal Archief deelt geen gegevens van personen die
inzage hebben gevraagd en/of gekregen in stukken. Dit vanuit privacy/AVG-overwegingen
en om burgers, onderzoekers, journalisten in staat te stellen om zo anoniem mogelijk
stukken te kunnen raadplegen. Indien gedoeld wordt op medewerkers van het Nationaal
Archief kan toegelicht worden dat enkel medewerkers die gescreend zijn toegang hebben
tot de stukken. Vanuit veiligheidsoverwegingen wordt niet bekend gemaakt hoeveel en
welke medewerkers dit zijn.
Van IenW hebben twee personen permanent toegang tot de stukken en voor de uitvoering
van de aanbevelingen nog eens twee personen.
Zoals vermeld onder antwoord 8 is door IenW voor het onderzoek van ACOI op 26 juli
2023 aan zeven personen van het ACOI toestemming verleend voor het inzien van de stukken
en op 26 september 2023 nog eens aan vier personen van het ACOI.
Vraag 11
Kunt u deze vragen een voor een en voor dinsdag 22 oktober 10 uur beantwoorden ivm
de technische briefing.
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.