Schriftelijke vragen : De aanpak van klanten die betaalde seks hebben met minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Krul (CDA), Boomsma (Nieuw Sociaal Contract), Tseggai (Groenlinks-PvdA) en Diederik van Dijk (SGP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de aanpak van klanten die betaalde seks hebben met minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting (ingezonden 17 oktober 2024).
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Klant betaalde seks vaak vrijuit» en «Zonder
               klanten geen seksuele uitbuiting» waarin wordt teruggeblikt op de aanpak van deze
               klanten tien jaar na de Valkenburgse zedenzaak?1
Vraag 2
            
Heeft u kennisgenomen van het standpunt van het Openbaar Ministerie (OM) Limburg dat
               aangeeft de beperkte opsporingscapaciteit niet in te willen zetten voor het opsporen
               van deze klanten? Wat is uw reactie hierop?
            
Vraag 3
            
Kunt u aangeven of het tevens landelijk beleid is van het OM om opsporingscapaciteit
               niet langer in te zetten voor deze klanten? Bent u het eens met de analyse dat deze
               keuze van het OM onwenselijk, maar begrijpelijk is gezien de lage straffen die sinds
               de Valkenburgse zedenzaak worden opgelegd aan klanten die seks kopen van minderjarigen,
               namelijk doorgaans één dag cel en een taakstraf, zoals ook is gebleken uit het Centrum
               tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM)-onderzoek «Op de koop toe»? Wanneer kan de
               Kamer de kabinetsreactie op dit rapport verwachten?
            
Vraag 4
            
In hoeverre verwacht u dat de verhoging van de maximale strafbedreiging voor deze
               klanten, die met de Wet seksuele misdrijven per 1 juli van dit jaar is ingegaan, bijdraagt
               aan een hogere strafmaat? Deelt u tevens de mening dat deze wetwijziging onvoldoende
               effect zal sorteren wanneer de opsporingscapaciteit niet op orde is?
            
Vraag 5
            
Bent u bereid in gesprek te treden met het OM en de politie om te bezien wat er nodig
               is voor effectief opsporingsbeleid van zowel mensenhandelaren als klanten? Bent u
               ook bereid om extra te investeren in capaciteit voor een dergelijk opsporingsbeleid
               bij het OM als de politie?
            
Vraag 6
            
Is het de ambitie van dit kabinet om ervoor zorg te dragen dat klanten die seks kopen
               van minderjarigen niet langer de dans ontspringen? Bent u van mening dat de kabinetsaanpak
               Samen tegen Mensenhandel bijdraagt aan deze ambitie?
            
Vraag 7
            
Klopt het dat veel klanten die betaalde seks hebben met minderjarigen via legale seksadvertentiewebsites
               in contact zijn gekomen met deze minderjarige slachtoffers zoals eerder ook is aangekaart
               door de OM fieldlab Tulpafslag? Bent u bereid om, in lijn met de aangenomen motie
               Ceder/Six Dijkstra (Kamerstuk 36 531, nr. 20) over online leeftijdsverificatie wettelijk te borgen voor gok en pornowebsites,
               ook zorg te dragen voor een wettelijke borging van leeftijdsverificatie van seksadvertentiesplaforms?
               Zo nee, waarom niet?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Indiener
Mirjam Bikker, Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
D.T. Boomsma, Tweede Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
Diederik van Dijk, Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
Harmen Krul, Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
Mikal Tseggai, Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.