Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Steden klaar met falend lachgasbeleid’
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de staatsecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Steden klaar met falend lachgasbeleid» (ingezonden 14 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Steden klaar met falend lachgasbeleid: binnen twee
weken actie, anders rechtszaak»?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat sinds de invoering van het verbod op recreatief gebruik
van lachgas, de herbruikbare cilinders zijn vervangen door wegwerpexemplaren, wat
leidt tot onbeheersbare aantallen lachgascilinders in het huishoudelijk afval?
Vraag 3
Bent u op de hoogte van de ernstige veiligheidsrisico’s die ontstaan door de aanwezigheid
van lachgascilinders in inzamelvoertuigen en afvalverwerkingsinstallaties, waaronder
de explosiegevaarlijke situaties voor medewerkers? Zo ja, welke concrete maatregelen
heeft u tot nu toe genomen om deze risico's te verminderen?
Vraag 4
In hoeverre erkent u de verantwoordelijkheid van de Staat ten aanzien van de financiële
schade die gemeenten en publieke afvalinzamelaars lijden als gevolg van de toename
van lachgascilinders in het afval, geschat op 150 miljoen euro per jaar?
Vraag 5
Erkent u dat het juist het kabinet was dat met de invoering van het lachgasverbod
handelingen in het kader van recreatief gebruik van lachgas in strijd met de wet heeft
gebracht, terwijl de toenmalige Staatssecretaris in de Kamerbrief over de beleidsinzet
van het kabinet inzake lachgascilinders in de afvalketen d.d. 30 oktober 2023 aangaf
dat de schade niet het gevolg is van het lachgasverbod, maar van individuen die in
strijd met de wet- en regelgeving handelen? Erkent u hiermee dat het verbod direct
heeft geleid tot de huidige problematiek rondom afvalverwerking? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Bent u bereid geweest om binnen de door de NVRD gestelde termijn van twee weken met
een financiële tegemoetkoming te komen voor gemeenten en publieke afvalinzamelaars?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Hoe verklaart u dat er bij de totstandkoming van het lachgasverbod onvoldoende rekening
is gehouden met de gevolgen voor de afvalverwerking, en wat gaat u doen om dit beleid
te herzien of te corrigeren?
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat u, in uw eerdere rol als wethouder in Rotterdam, zelf een brandbrief
stuurde naar de toenmalige Staatssecretaris waarin u pleitte voor financiële compensatie
voor gemeenten voor de gevolgen van lachgasgebruik? Kunt u met uw ervaring en kennis
van dit dossier zorgen dat gemeenten en het kabinet elkaar beter weten te vinden om
uit deze impasse te komen?
Vraag 9
Welke stappen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat de uitvoering van het lachgasverbod
op een veilige en duurzame manier kan plaatsvinden, zonder dat dit leidt tot onevenredige
kosten en veiligheidsrisico's voor gemeenten en publieke afvalinzamelaars?
Vraag 10
Bent u bereid om op korte termijn aanvullende maatregelen te treffen om de inzameling
en verwerking van lachgascilinders te reguleren en zo verdere escalatie van de problematiek
te voorkomen? Zo ja, welke maatregelen overweegt u? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Ines Kostić, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.