Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de Geannoteerde agenda met inzet voor de Jaarvergadering van de Wereldbank 2024 (Kamerstuk 26234-297)
2024D37350 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp hebben de
onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over onder meer de Geannoteerde agenda
met de inzet voor de Wereldbank Jaarvergadering 2024 (Kamerstuk 26 234, nr. 297).
De voorzitter van de commissie,
De Vries
Adjunct-griffier van de commissie,
Prenger
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng PVV-fractie
Inbreng GroenLinks-PvdA-fractie
Inbreng VVD-fractie
Inbreng NSC-fractie
Inbreng SGP-fractie
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie danken de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
voor het versturen van de geannoteerde inbreng voor de aanstaande vergadering van
de Wereldbank. Het is van groot belang dat Nederland zich actief blijft inzetten bij
internationale bijeenkomsten zoals deze, waar cruciale beslissingen worden genomen
over de richting van ontwikkelingssamenwerking en de economische toekomst van ODA-landen.
De leden van de PVV-fractie willen echter enkele kritische opmerkingen plaatsen bij
de inzet zoals geformuleerd in de geannoteerde agenda, en vragen de Minister om specifieke
punten verder toe te lichten en tijdens de vergadering naar voren te brengen. Hierbij
ligt de nadruk op de noodzaak van een sterke economische focus, het betrekken van
het Nederlandse bedrijfsleven en het vermijden van een te eenzijdige nadruk op ideologische
thema’s.
Met deze inbreng hopen de leden van de PVV-fractie dat Nederland niet alleen zal bijdragen
aan het oplossen van mondiale problemen, maar ook kansen creëert voor economische
samenwerking en groei, waarbij het Nederlandse bedrijfsleven actief wordt betrokken
in de plannen van de Wereldbank. Wij zien dan ook met interesse uit naar de reactie
van de Minister op deze punten en de verdere toelichting op de inbreng tijdens de
vergadering.
De leden van de PVV-fractie benadrukken dat investeringen in voedselsystemen niet
alleen moeten bijdragen aan weerbaarheid, maar ook aan economische groei en handel
tussen Nederland en de betreffende ODA-landen. Het Nederlandse bedrijfsleven moet
actief worden betrokken bij deze projecten, met name op het gebied van landbouwinnovatie,
technologie en handel. Het gaat erom dat voedselsystemen niet alleen lokaal duurzame
impact hebben, maar ook internationaal economisch rendabel zijn. Door Nederlandse
kennis en expertise in te zetten, kunnen zowel de voedselproductie als de export van
agrarische producten naar Nederland en de EU worden gestimuleerd. Dit creëert een
win-winsituatie voor zowel de lokale economieën als het Nederlandse bedrijfsleven.
Hoe zal de Minister tijdens de vergadering van de Wereldbank ervoor zorgen dat investeringen
in voedselsystemen niet alleen gericht zijn op lokale weerbaarheid, maar ook resulteren
in een toename van de handel tussen Nederland en de betrokken ODA-landen, waarbij
het Nederlandse bedrijfsleven actief wordt betrokken?
De leden van de PVV-fractie vinden dat watergerelateerde projecten in ODA-landen niet
alleen gericht moeten zijn op het aanpakken van acute waterproblemen, maar ook op
het stimuleren van economische activiteit. Nederlandse bedrijven met expertise in
waterbeheer, irrigatie en infrastructuur moeten actief betrokken worden bij deze projecten.
Hierdoor worden systemen ontwikkeld die niet alleen de lokale bevolking ten goede
komen, maar ook bijdragen aan de handel en economische groei tussen Nederland en de
betrokken landen. De leden van de PVV-fractie zien in dat dergelijke projecten kansen
bieden voor Nederlandse bedrijven om hun innovaties internationaal te vermarkten,
wat leidt tot groei van zowel de lokale als de Nederlandse economie. Op welke manier
zal de Minister aandringen bij de Wereldbank om Nederlandse bedrijven, met expertise
in waterbeheer en infrastructuur, te betrekken bij waterprojecten, zodat deze zowel
duurzaam als economisch rendabel zijn en bijdragen aan de handelsrelaties met Nederland?
Op welke manier wordt er omgegaan met de spanningen tussen waterzekerheid voor inwoners
en de waterbehoefte voor landbouw?
De leden van de PVV-fractie vinden dat investeringen in gezondheidssystemen niet alleen
gericht moeten zijn op het versterken van weerbaarheid, maar ook op het ontwikkelen
van economisch levensvatbare systemen. Dit betekent dat lokale markten en bedrijven
betrokken moeten worden bij het leveren van zorg en medische diensten. Nederlandse
bedrijven, actief in de medische technologie en farmaceutische industrie, kunnen hier
een belangrijke rol spelen door samen te werken met lokale spelers. Dit draagt bij
aan de opbouw van sterke gezondheidssystemen, terwijl het tegelijkertijd kansen creëert
voor het Nederlandse bedrijfsleven op het gebied van innovatie en export. Hoe zal
de Minister ervoor zorgen dat de Wereldbank investeringen in gezondheidssystemen bevordert
die niet alleen bijdragen aan weerbaarheid tegen pandemieën, maar ook mogelijkheden
bieden voor Nederlandse bedrijven om samen te werken met lokale partners en daarmee
de economische groei en handel met Nederland te versterken?
Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat klimaat- en biodiversiteitsprojecten die door
de Wereldbank worden ondersteund, niet alleen gericht zijn op duurzaamheid, maar ook
economisch rendabel zijn en Nederlandse bedrijven kansen bieden om actief bij te dragen,
waardoor zowel lokale als Nederlandse economieën profiteren?
De geannoteerde agenda van de Wereldbank benadrukt de inzet op gendergelijkheid als
cruciaal onderdeel van hun ontwikkelingsstrategie. Volgens de Wereldbank leidt het
betrekken van vrouwen en meisjes bij economische activiteiten tot bredere voordelen
voor gemeenschappen en economische groei. De leden van de PVV-fractie blijven echter
kritisch en vinden dat de Wereldbank te veel nadruk legt op gender- en diversiteitsdoelstellingen.
Zij pleiten voor een meritocratische benadering, waarin individuen beoordeeld worden
op hun capaciteiten en prestaties, in plaats van op basis van geslacht of achtergrond.
Dit zou niet alleen voor vrouwen moeten gelden, maar ook voor andere groepen, zoals
vervolgde christenen, die vaak onder druk staan in veel ontwikkelingslanden. Hoe zal
de Minister tijdens de vergadering van de Wereldbank aandacht vragen voor een bredere
focus op meritocratie in plaats van genderquota, en ervoor zorgen dat ook andere kwetsbare
groepen, zoals vervolgde christenen, de benodigde aandacht krijgen in ontwikkelingsprojecten?
In de geannoteerde agenda wordt sterk gefocust op het belang van het bevorderen van
investeringen in duurzame systemen, waaronder watercapaciteit. De leden van de PVV-fractie
wijzen echter op de uitdagingen die valutaschommelingen met zich meebrengen voor ontwikkelingslanden,
vooral in landen met hoge rentetarieven. Deze volatiliteit maakt het moeilijk om stabiele
investeringen te doen in vitale sectoren zoals waterbeheer en voedselzekerheid. De
leden van de PVV-fractie roepen de Wereldbank op om stabiele financieringsmogelijkheden
in lokale valuta te creëren, zodat investeringen daadwerkelijk haalbaar en duurzaam
worden. Hoe zal de Minister tijdens de Wereldbankvergadering aandringen op het bieden
van financieringsopties in lokale valuta, zodat investeringen in essentiële infrastructuur,
zoals watercapaciteit en voedselzekerheid, niet worden ondermijnd door valutaschommelingen
en hoge rentelasten?
De geannoteerde agenda richt zich sterk op internationale samenwerking en multilaterale
benaderingen om mondiale problemen aan te pakken. Echter, de opkomst van de New Development Bank van de BRICS-landen verandert het geopolitieke speelveld. De leden van de PVV-fractie
vinden het belangrijk dat de Wereldbank samenwerkt met andere ontwikkelingsbanken,
maar vrezen dat er te veel nadruk wordt gelegd op competitie in plaats van samenwerking.
De BRICS-bank biedt een alternatief voor de traditionele financieringsmechanismen
en zou mogelijk de bestaande multilaterale structuur kunnen uitdagen. Hoe gaat de
Minister ervoor zorgen dat de Wereldbank nauwer gaat samenwerken met de New Development Bank van de BRICS, in plaats van hen als concurrent te zien, om zo gezamenlijk de mondiale
uitdagingen beter aan te pakken?
De geannoteerde agenda benadrukt de noodzaak om mondiale uitdagingen aan te pakken,
maar de leden van de PVV-fractie stellen dat de Wereldbank haar focus moet herzien
om beter aan te sluiten op de veranderende geopolitieke realiteit. In plaats van te
blijven focussen op ideologische doelstellingen zoals genderquota, pleiten zij voor
een hernieuwde focus op economische groei en stabiliteit. Het is volgens de leden
van de PVV-fractie essentieel dat de Wereldbank zich aanpast aan de nieuwe geopolitieke
verhoudingen en niet vast blijft zitten in verouderde ideologische richtlijnen. Hoe
zal de Minister tijdens de vergadering van de Wereldbank ervoor pleiten dat de Bank
haar doelstellingen aanpast aan de veranderende geopolitieke realiteit en de nadruk
verlegt van ideologische doelen zoals genderquota naar economische groei en stabiliteit?
De leden van de PVV-fractie staan kritisch tegenover de stijging van de Nederlandse
bijdrage aan multilaterale instellingen zoals de Wereldbank. Ze zijn van mening dat
er bezuinigd moet worden op ontwikkelingshulp en dat Nederland zijn middelen effectiever
moet inzetten. De recente verhoging van de bijdrage aan IDA21 roept dan ook een aantal
belangrijke vragen op over de prioriteiten van de Nederlandse regering.
Ten eerste vragen de leden van de PVV-fractie zich af hoe de Minister deze verhoging
van de bijdrage aan de Wereldbank kan rechtvaardigen, gezien de toenemende druk op
de Nederlandse overheidsfinanciën en de bredere wens om te bezuinigen op ontwikkelingshulp.
De huidige economische situatie en de begrotingsproblemen in Nederland maken het onlogisch
om de bijdragen aan buitenlandse instellingen te verhogen, zeker wanneer binnenlandse
projecten en publieke voorzieningen onder druk staan.
Daarnaast vragen de leden van de PVV-fractie zich af of de Nederlandse bijdrage daadwerkelijk
leidt tot concrete resultaten. De Wereldbank legt een sterke nadruk op ambitieuze
doelen, zoals het leveren van betrouwbare elektriciteit aan 300 miljoen mensen in
Afrika en het bieden van hoogwaardige gezondheidszorg aan 1,5 miljard mensen. Is er
voldoende bewijs dat de middelen effectief worden gebruikt en dat deze doelen ook
daadwerkelijk worden bereikt?
De leden van de PVV-fractie vragen zich af hoe de Minister ervoor gaat zorgen dat
deze middelen transparant worden ingezet en dat er verantwoording wordt afgelegd over
de behaalde resultaten. Verder vragen de leden van de PVV-fractie zich af waarom Nederland
blijft bijdragen aan een systeem dat er volgens verschillende NGO’s en denktanks niet
in slaagt om duurzame resultaten te boeken. Er zijn zorgen geuit over de effectiviteit
van de investeringen in de energie- en watersector, met name in Sub-Sahara Afrika,
waar eerdere projecten zoals het Scaling Solar-programma niet het gewenste effect
hebben gehad. In plaats van de bijdragen te verhogen, zouden de leden van de PVV-fractie
liever zien dat Nederland kritisch kijkt naar de werkelijke impact van deze programma’s
en alternatieven onderzoekt om de armoede effectiever aan te pakken.
Tot slot vragen de leden van de PVV-fractie zich af of de Minister kan toelichten
hoe deze stijgende bijdragen aan multilaterale instellingen in lijn zijn met het Nederlandse
belang. Nederland zou zich meer moeten richten op projecten die wederzijds voordelig
zijn en die leiden tot concrete economische samenwerking met ontwikkelingslanden,
waarbij Nederlandse bedrijven actief worden betrokken. In plaats van zomaar geld in
multilaterale instellingen te pompen, vragen de leden van de PVV-fractie zich af waarom
de Nederlandse regering niet kiest voor een meer resultaatgerichte benadering waarin
het bedrijfsleven en de handelsrelaties worden versterkt.
Inbreng leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de fractie GroenLinks-PvdA hebben de geannoteerde agenda met inzet voor
de Jaarvergadering van de Wereldbank 2024 en het verslag van de Voorjaarsvergadering
2024 Wereldbank bestudeerd en hebben hier enkele vragen en opmerkingen over.
Hervormingsagenda
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA ziet dat de Wereldbank een aantal belangrijke
doelen formuleert. Een veelbesproken element van de hervormingen die de Wereldbank
heeft ingezet, is de toevoeging van «een leefbare planeet» aan haar centrale doelstelling.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het van groot belang dat dit element
goed verankerd is in de scorecard van het Multilateral Organization Performance Assessment Network (MOPAN). In eerdere beantwoording van vragen hierover geeft de Minister aan dat ze
verwacht dat dit nog wel gaat gebeuren. Kan zij aangeven wat de stand van zaken is?
In het verslag van het schriftelijk overleg (Kamerstuk 26 234, nr. 289) geeft de Minister aan dat haar Nederlandse inzet gericht is op «verder optimalisatie van het financieel model van IDA om de ontwikkelingsimpact te
vergroten, en de versterking van de financiële fundamenten van klantlanden, zoals
door verbeterde belastinginning». De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de Minister dit verder kan specificeren,
ook in het licht van de weer groeiende ongelijkheid tussen de allerarmsten en de rest
van de wereld.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zien recent een aantal grote veranderingen
in de geopolitieke verhoudingen en vragen de Minister hoe deze ontwikkelingen de hervormingsagenda
beïnvloeden.
Voedselzekerheid
De huidige ontwikkelingen in de wereld laten volgens de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
zien dat er aanzienlijke veranderingen plaatsvinden. Zo moeten landen een steeds groter
deel van hun publieke middelen inzetten om de gevolgen van klimaatverandering op te
vangen. Ook hebben het stilvallen van internationale handelsstromen en de graancrisis
veroorzaakt door de Russische inval in Oekraïne duidelijk gemaakt dat voedselzekerheid
gestoeld op internationale handelsstromen, en de algemene voedselcrises als gevolg
van Covid-19, voedselzekerheid heeft doen afnemen. Mensenrechten staan overal onder
druk, het aantal essentiële ecosystemen nadert het kantelpunt en de afname van biodiversiteit
neemt schrikbarende proporties aan. Neemt de Wereldbank juist deze, meer recent zichtbaar
geworden, vijf ontwikkelingen mee in haar hervormingsagenda?
Civic Space
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie herinneren zich de recente gesprekken van
deze commissie met zowel bedrijven die aan duurzaamheid werken, als met hoge functionarissen
van de Bank en het IMF, waarin experts bevestigden dat de bijdrage van lokale maatschappelijke
organisaties en vakbonden essentieel is voor de transitie naar duurzaamheid. Zonder
die transitie blijven de klimaatdoelen buiten bereik. Kan de Minister aan de Bank
vragen welke rol de Bank ziet voor maatschappelijke organisaties in de hervormingsagenda?
Kunnen organisaties bijdragen aan het bewaken van de civic space? Zo ja, hoe? Wat is de visie van de Minister zelf hierop?
Klimaatdoelen
De Bank stelt zich als één van haar drie hoofddoelen bij te dragen aan een leefbare
planeet. De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA juichen die ambitie toe. Hoe
zet de Bank in op het doen afnemen van de fossiele uitstoot, anders dan het financieren
van groene projecten? Welke beleidsinzet heeft ze richting landen met een grote gas-
en olievoorraad? Welke inzet heeft ze, in samenwerking met de International Finance Cooperation (IFC), richting de bedrijven die op de coal exit list1 staan?
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA vragen de Minister of zij bekend is met
het rapport «Unaccountable Accounting: The World Bank’s unreliable climate finance reporting»2. Hoe beoordeelt de Minister de conclusie dat de Bank niet kan onderbouwen dat in
2024 44% van haar totale financiering bijdraagt aan de klimaatagenda?
Honger en de mondiale economie
Meer in het algemeen is de vraag van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie ook of
de Bank een analyse heeft van de elementen van het mondiale economisch systeem, die
armoede in stand houden en het voor landen met grote voorraden grondstoffen en vruchtbare
gronden, onmogelijk lijkt te maken uit de armoede te komen. Heeft de Bank een dergelijke
analyse en zo ja, hoe werkt die door in de hervormingsagenda? Zitten die in het «Global Challenge Program to scale up on key issues»?
IDA Replenishment
Tijdens de bijeenkomst zal de IDA Replenishment op de agenda staan, waarover in december beslist zal worden. De begroting van 2025
van het Ministerie van Financiën lijkt te impliceren dat de bijdrage aan de Wereldbank
de komende jaren aanzienlijk zal afnemen. De leden van GroenLinks-PvdA fractie vragen
de Minister of zij kan bevestigen of dit het beleid van de regering is. Op basis van
welke overwegingen wordt dit besluit genomen? Zijn de besprekingen tijdens de Jaarvergadering
daarop nog van invloed? Zo ja, welke elementen zijn voor de Nederlandse regering cruciaal
in de beslissing over de hoogte van de bijdrage in de komende jaren?
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met veel belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda met inzet voor de Jaarvergadering van de Wereldbank 2024 d.d. 04-10-2024 en
het verslag van de Voorjaarsvergadering 2024 van de Wereldbank d.d. 01-07-2024. Zij
bedanken de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en de Minister
van Financiën voor de toezending hiervan. De leden van de VVD-fractie hebben over
zowel de geannoteerde agenda als het verslag van de Voorjaarsvergadering nog enkele
vragen.
1. Geannoteerde agenda met inzet voor de Jaarvergadering van de Wereldbank 2024
Hervormingsagenda van de Wereldbank
De leden van de VVD-fractie zijn blij om te lezen dat er actief wordt ingezet op het
hervormen van de Bank. Zij lezen dat tijdens de aankomende Jaarvergadering wordt toegewerkt
naar de afronding van het hervormingsproces en vragen de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp of zij kan aangeven welke hervormingen er nog doorgevoerd
moeten worden om het proces af te ronden. Daarnaast zouden zij graag meer inzicht
willen krijgen op welke stappen er concreet zijn gezet om meer private financiering
aan te trekken en welke resultaten tot op heden zijn geboekt.
De leden van de VVD-fractie lezen voorts dat de Minister aandacht vraagt voor financiering
in lokale valuta en oplossingen voor het afdekken van valutarisico’s om risico’s voor
private investeerders en klantlanden te verlagen. Kan de Minister nader toelichten
aan welke oplossingen wordt gedacht en wat daarvoor nodig is?
Tijdens het bezoek van een delegatie van de Tweede Kamer aan de Voorjaarvergadering
van de Wereldbank is gesproken over het belang van het stellen van kwaliteitseisen
bij het uitschrijven van projecten om zo te zorgen dat middelen ook duurzaam renderen.
Te vaak zien we nog dat de prijs de dominante factor is terwijl kwaliteitseisen ook
een essentieel onderdeel zouden moeten zijn om een investering ook voor de lange termijn
rendabel te maken. Is de Minister bereid om ook hier aandacht voor te vragen tijdens
de Jaarvergadering?
Voedselzekerheid en water
De leden van de VVD-fractie zijn blij met de focus van de Bank op voedselzekerheid
en water. Zij ondersteunen de inzet van het kabinet in deze, zeker gelet op het feit
dat Nederland veel kennis en ervaring heeft op beide gebieden. De leden van de VVD-fractie
zouden dan ook van de Minister willen weten op welke wijze ze Nederlandse bedrijven,
kennisinstellingen en NGO’s ondersteunt om in te kunnen schrijven op projecten van
de Wereldbank en of zij mogelijkheden ziet om hier meer op te doen en zo ja, welke
mogelijkheden het dan betreft. Zo nee, waarom niet?
Gezondheidssystemen
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de oproep aan de Bank om, bij het versterken
van gezondheidssystemen, voldoende rekening te houden met eerstelijnszorg. Universele
en geïntegreerde toegang tot zorg is essentieel voor kwalitatief goede SRGR-diensten,
zoals bijvoorbeeld het bestrijden van HIV/AIDS. De Minister schetst dat om de financiering
hiervan mogelijk te maken, de binnenlandse mobilisatie van middelen, verbreding van
belastinggrondslag en zorgverzekering in klantlanden nodig zijn. Kan zij nader toelichten
waar zij dan precies op doelt en op welke wijze Nederland hieraan kan bijdragen?
Oekraïne
De leden van de VVD-fractie zijn blij met de onverminderde steun en inzet van dit
kabinet als het gaat om Oekraïne. Ze zijn dan ook blij met het feit dat Nederland
onlangs opnieuw 58 miljoen euro heeft bijgedragen aan dit fonds en er in 2025 eveneens
een Nederlandse bijdrage van 55 miljoen euro aan het Ukraine Relief, Recovery, Reconstruction and Reform Trust Fund (URTF) volgt. Ook steunen zij de inzet om de capaciteit van nationale en lokale (overheids-)
instellingen te versterken, waarbij ze de Minister willen vragen dit nader te toe
te lichten. Waar denkt de Minister dan concreet aan? In het verlengde hiervan zouden
de leden ook graag een nadere toelichting willen van de Minister op wat er concreet
wordt bedoeld met «aandacht vragen voor aanhoudende en flexibele energiesteun aan Oekraïne voor de komende
winter». De leden zijn het eens dat dit erg belangrijk is en steunen de Minister hierin,
maar juist omdat het zo belangrijk is voor de mensen in Oekraïne zouden de leden graag
duidelijkheid krijgen over welke concrete acties hier dan uit voort zouden moeten
vloeien volgens de Minister.
Gaza
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de oproep om alle nodige voorbereidingen
te treffen om, zodra het mogelijk is, de Rapid Damage and Needs Assessment uit te voeren. Kan de Minister aangeven of er al is nagedacht over de toekomstige
financiering en of er reeds middelen voor zijn gereserveerd?
IDA21
De leden van de VVD-fractie lezen dat tijdens de aankomende onderhandelingsrondes
de nadruk zal liggen op het financieringspakket en de inzet erop gestoeld blijft het
beleids- en financieringspakket zoveel mogelijk in lijn te brengen met de prioriteiten
uit het hoofdlijnenakkoord. Dat betekent onder andere dat watermanagement, voedselzekerheid
en opvang in de regio prioritair blijven. In hoeverre sluiten deze prioriteiten aan
bij de prioriteiten van de Bank zelf en de andere donorlanden? De leden zijn voorts
blij te lezen dat het kabinet zich blijft inzetten voor het beter betrekken van vrouwen
en meisjes bij de inrichting van activiteiten, zodat deze meer impactvol zijn. Ziet
de Minister hier nog een rol weggelegd voor Nederlandse organisaties, aangezien wij
een lange traditie op deze thema’s hebben en over veel kennis en kunde beschikken?
Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie zouden tot slot op dit punt graag nadere informatie willen
over de Nederlandse bijdrage aan de eenentwintigste middelenaanvulling. Deze bijdrage
aan IDA staat doorgaans op de begroting van het Ministerie van Financiën. Kan de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp aangeven of er al een bedrag voor de
Nederlandse bijdrage aan IDA21 is vastgesteld? Wanneer dit niet het geval is, kan
de Minister dan aangeven wanneer zij voornemens is om deze bijdrage vast te stellen
en van welke factoren het bedrag van de Nederlandse bijdrage afhankelijk is?
2. Verslag Voorjaarsvergadering 2024 Wereldbank
De leden van de VVD-fractie lezen in het verslag van de Voorjaarsvergadering 2024
van de Bank dat het overleg opnieuw in het teken stond van het Evolution Process, de herziening van de missie en het bedrijfsmodel en de versterking van de financiële
slagkracht van de Bank. Zij zijn blij dat er blijvende aandacht is voor de hervorming
van de Bank, omdat dit nodig is om de Bank in de toekomst ook optimaal te kunnen laten
functioneren en toekomstige uitdagingen te adresseren. De leden van de VVD-fractie
vragen zich af hoe het staat met de implementatie van de voorstellen die in oktober
2023 door de gouverneurs zijn bekrachtigd. Zij vragen de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp of zij hen kan informeren over de voortgang hiervan.
Daarnaast lezen de leden van de VVD-fractie dat er tijdens het Development Committee is gesproken over het versterken van de rol van de Bank als kennisbank en het integreren
van gendergelijkheid en inclusie als belangrijke aanjagers van effectieve ontwikkeling
in het werk van de Bank. Zij zijn hierover verheugd en benadrukken het belang van
gendergelijkheid in het bijzonder. Kan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
aangeven op welke manier Nederland kan profiteren van de Bank als kennisbank? Kan
zij daarnaast verder uitweiden over hoe gendergelijkheid en inclusie in het werk van
de Bank geïntegreerd worden, welke stappen zij hier zelf op zet en of de stappen die
momenteel worden gezet voldoende zijn om het gestelde doel te halen?
In het verslag lezen de leden van de VVD-fractie voorts dat er met het oog op het
mobiliseren van privaat kapitaal voor de duurzame ontwikkelingsdoelen aanbevelingen
zijn gedaan door het Private Sector Investment Lab en dat er gegevens beschikbaar zijn gesteld uit de Global Emerging Markets Risk Database (GEMS) waardoor private investeerders, waaronder onder andere pensioenfondsen en
verzekeraars, in staat worden gesteld om te investeren in projecten in ontwikkelingslanden.
Zij vragen de Minister of er door deze ontwikkelingen nu al sprake is van een toenemend
aantal investeringen in projecten in ontwikkelingslanden door private investeerders
en zo ja, of de Minister hierover cijfers met de Tweede Kamer kan delen. Daarnaast
vragen zij of de Minister nog verdere mogelijkheden ziet om private investeringen
in projecten in ontwikkelingslanden te vergroten en waar zij dan aan denkt, ook met
het oog op Nederlandse ondernemingen in het algemeen en het MKB in het bijzonder.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het Global Solutions Accelerator, een nieuw allocatiemechanisme bedoeld om financiële bijdragen te oormerken voor
het investeren in wereldwijde uitdagingen en dat landen hieraan kunnen deelnemen via
portfoliogaranties en het inleggen van hybride kapitaal. Zij lezen dat de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp het voornemen heeft om 68 miljoen euro
aan hybride kapitaal in te leggen bij de Bank. Zij vragen de Minister wat de afweging
is geweest om te kiezen voor hybride kapitaal in plaats van portfoliogaranties, wat
het voordeel van het inleggen van hybride kapitaal is ten opzichte van portfoliogaranties
en waarom er specifiek is gekozen voor een bedrag van 68 miljoen euro.
Inbreng leden van de NSC-fractie
De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract hebben het verslag van de Voorjaarsvergadering
2024 van de Wereldbank met interesse gelezen en hebben naar aanleiding hiervan nog
de volgende vragen.
De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract lezen dat Nederland pleit voor
soberder financieringsvoorwaarden bij IDA21. Hoe ziet de Minister deze versobering
concreet voor zich en welke specifieke maatregelen worden overwogen om dit te realiseren?
Daarnaast vragen zij zich of hoe wordt voorkomen dat versobering leidt tot verdere
schuldenproblemen voor de armste landen.
Inbreng leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben van de stukken kennisgenomen en danken het kabinet
daarvoor. Zij hebben de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de SGP-fractie zijn doorgaans positief over de rol van de Wereldbank
en de samenwerkingen tussen overheid en publiek en privaatkapitaal in ontwikkelingslanden.
Zij hebben echter enkele vragen op een paar punten.
De regering noemt in het kader van pandemieparaatheid dat moeder- en kindzorg belangrijk
is, wat de leden van de SGP-fractie erg waarderen. Daarna wordt Seksuele en Reproductieve
Rechten en Gezondheid (SRGR)-beleid daarbij ingesloten wat de voorgenoemde leden enigszins
zorgen baart. Kan de regering toelichten welke elementen van SRGR-beleid vooral belangrijk
zijn voor pandemieparaatheid? Kan de regering toezeggen dat ze in internationale fora
geen toezeggingen doen op het gebied van abortus, euthanasie en medisch ethische thema’s
waar door verschillende landen zeer verschillend over gedacht wordt, zo vragen de
leden van de SGP-fractie.
De leden van de SGP-fractie zijn positief over de inzet ten aanzien van steun aan
Oekraïne en vragen de regering hoe ze onderscheid maakt tussen steun in het conflict,
maatschappelijke steun tegen oorlogsschade en wederopbouw tijdens en na het conflict.
Weerbaarheid en wederopbouw en militaire steun zijn alle drie belangrijk, maar de
leden vragen of ze te scheiden zijn of in elkaar overlopen.
Verloopt er nu al werk aan de wederopbouw van Gaza terwijl het conflict nog loopt,
zo vragen de leden van de SGP-fractie.
De leden van de SGP-fractie vragen tevens of er ook kosten voor de schade verhaald
kunnen worden op Hamas of het privékapitaal van Hamastopstukken. Dit vragen de leden
met het oog op 7 oktober 2023 en het conflict dat door de terreurgroep gestart werd.
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Geannoteerde agenda met inzet voor de Jaarvergadering van de Wereldbank 2024. 26 234, nr. 297 – Brief regering d.d. 04-10-2024, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
R.J. Klever
Verslag Voorjaarsvergadering 2024 Wereldbank. 26 234, nr. 293 – Brief regering d.d. 01-07-2024, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher -
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Mede ondertekenaar
M. Prenger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.