Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het bericht ‘Staatstoezicht op de Mijnen: kans op sinkholes bij afsluiten zoutcavernes Oost-Groningen. 'Klinkt als een echo van het aardbevingsdossier'’
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Staatstoezicht op de Mijnen: kans op sinkholes bij afsluiten zoutcavernes Oost-Groningen. «Klinkt als een echo van het aardbevingsdossier»» (ingezonden 19 september 2024).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 7 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de zorgen van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) over
de veiligheid van de afsluiting van de zoutputten van Nobian, zoals beschreven in
de Expertmeeting zoutwinning Groningen bij de provinciale staten op 4 september 2024?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat volgens het SodM het door voortschrijdend inzicht niet langer
vanzelfsprekend is dat de zeer grote cavernes, zoals die in Zuidwending en Heiligerlee/Westerlee,
veilig kunnen worden afgesloten? Zo ja, welke implicaties heeft dit voor het vergunningenbeleid
met betrekking tot toekomstige zoutwinning?
Antwoord 2
Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft op 19 september een brief gestuurd aan
de provinciale staten Groningen, naar aanleiding van de expertmeeting zoutwinning
van 4 september. In deze brief geeft SodM aan dat het door nieuwe kennis en voortschrijdend
inzicht niet meer zo vanzelfsprekend is als eerder gedacht dat de zeer grote cavernes
veilig afgesloten kunnen worden. Dit inzicht komt voort uit het onderzoeksproject
KEM-17; een onderzoek binnen het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw dat door SodM is
begeleid en in 2018 werd opgeleverd. Daarop is aan de vergunninghouders gevraagd om
in nieuwe winningsplannen specifieke aandacht te besteden aan het afsluiten van de
cavernes. Nobian heeft recent hiervoor een zeer groot onderzoek laten uitvoeren door
internationale wetenschappers, het Cavern Closure Consortium. Dit onderzoek is ingediend,
tezamen met een nieuw winningsplan, dat op dit moment bij SodM ligt ter advisering.
Dit advies is er nog niet. Ik kan dan ook niet op de resultaten vooruitlopen.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de risico’s die door het SodM worden geschetst, zoals de kans op
instabiliteit, scheurvorming, of zelfs het ontstaan van sinkholes, na de afsluiting
van de zoutputten?
Antwoord 3
Ik stem alleen in met zoutwinning als de activiteit veilig en verantwoord kan. Het
veilig kunnen afsluiten van cavernes maakt hier onderdeel van uit. Onderdeel van de
veiligheid is de kans op scheurvorming na het afsluiten van de cavernes. Deze scheurvorming
kan in een zeer extreem geval leiden tot instabiliteit van de caverne en instabiliteit
kan in het uiterste geval leiden tot een sinkhole. De kans hierop is echter zeer klein
en wordt ondervangen door maatregelen. Nobian heeft een microseismisch netwerk in
en rondom het caverneveld staan zodat opvallend gedrag, en een mogelijke trend daarin,
opgepikt kunnen worden. Dit helpt met het vroegtijdig signaleren van een instabiliteit.
De metingen worden gedeeld met SodM, die toezicht houdt op de veiligheid van de cavernes.
In dat kader heeft SodM Nobian gevraagd om onderzoek uit te voeren naar het afsluiten
van cavernes. Dit internationale onderzoek, door het Cavern Closure Consortium, is
recent opgeleverd en wordt door SodM bestudeerd. Zoals aangegeven bij het antwoord
op vraag 2 is het advies van SodM hierop er nu nog niet. Mijn uitgangspunt is en blijft
dat zoutcavernes veilig en verantwoord moeten worden afgesloten zodat scheurvorming
wordt voorkomen.
Vraag 4
Acht u het wenselijk dat een onafhankelijke partij nader onderzoek doet op het onderzoek
van Nobian naar de veiligheid van de afsluiting van deze cavernes? Bent u bereid hier
opdracht toe te geven?
Antwoord 4
Binnen het onafhankelijke kennisprogramma effecten mijnbouw is onderzoek uitgevoerd
in 2018 naar het afsluiten van cavernes. Bij het nieuwe winningsplan van Nobian zit
een internationaal onderzoek, uitgevoerd door het Cavern Closure Consortium, dat Nobian
heeft laten uitvoeren naar het afsluiten van cavernes. Dit onderzoek wordt momenteel
bestudeerd door SodM. Als hieruit blijkt dat nieuw onderzoek nodig is, dan kan dit
uitgezet worden binnen het onafhankelijke kennisprogramma effecten mijnbouw.
Vraag 5
In hoeverre acht u de vergelijking van het SodM-dossier met het aardbevingsdossier
terecht, waarin jarenlang tegenstrijdige informatie werd verstrekt aan de bewoners
en de overheid? Wat doet u om te voorkomen dat een vergelijkbare situatie ontstaat
bij de zoutwinning?
Antwoord 5
Het kabinet heeft lessen geleerd van de ervaringen met het Groningenveld, onder meer
wat betreft het verstrekken van informatie aan bewoners. Ik betrek bewoners ook bij
besluitvorming en neem zorgen serieus. Zo zijn er zorgen over bodemdaling en de vergoeding
van eventuele schade. De Commissie Mijnbouwschade neemt hiervoor sinds 1 november
2021 ook schademeldingen mee in het zoutwinningsgebied. Indien het een schade binnen
het effectgebied van het Groningenveld betreft, zal allereerst de IMG de schade beoordelen
tenzij de melder gebruikt maakt van een regeling.
Als het gaat om het afsluiten van cavernes zal duidelijk moeten zijn dat dit op een
veilige en verantwoorde manier kan. Onderzoeken naar het verlaten van cavernes worden
openbaar gemaakt, zoals het rapport (KEM-17) en brieven tussen SodM en Nobian. Vergunningen
voor nieuwe cavernes worden alleen verleend als het duidelijk is dat de cavernes ook
veilig kunnen worden verlaten.
Vraag 6
Welke maatregelen zijn er op dit moment beschikbaar om het risico van lekkend pekelwater
als gevolg van opwarming van het water in de cavernes na afsluiting te minimaliseren,
en is dit reeds onderdeel van het onderzoek dat Nobian verplicht is te doen?
Antwoord 6
Voordat cavernes mogen worden afgesloten zal de druk in de caverne na de productiefase
over langere tijd worden gemonitord. Tijdens deze fase kan de druk in de caverne oplopen.
Als de druk te hoog oploopt dan zal deze worden verminderd door pekel uit de caverne
te laten stromen. Dit heeft bodemdaling aan het oppervlak als gevolg. Tijdens deze
periode na de productiefase zal Nobian het gedrag van de cavernes, de pekel en haar
drukopbouw monitoren. Naast het modelleren van verwacht gedrag in onderzoeken is het
belangrijk dat er beter inzicht komt op het drukverloop in een caverne na de productiefase.
Pas als een caverne voldoende veilig wordt geacht zal deze daadwerkelijk worden afgesloten.
Vraag 7
Kunt u toelichten hoe de veiligheid van de inwoners van Groningen gewaarborgd wordt
bij de voortzetting van de zoutwinning en wat de criteria zijn op basis waarvan de
overheid besluit in te grijpen, zoals door het stilleggen van de zoutwinning?
Antwoord 7
De winning van zout mag alleen plaatsvinden als dit veilig en verantwoord is. Het
veilig kunnen afsluiten van cavernes maakt hier onderdeel van uit. De winningsplannen
over voortzetting van de winning uit de grote cavernes van Nobian in Groningen worden
op dit moment beoordeeld door SodM. Veiligheid is hierbij een belangrijk uitgangspunt.
Nobian moet aantonen hoe de veiligheid tijdens en na winning geborgd is en dat de
nadelige effecten van verdere bodemdaling voldoende gemitigeerd kunnen worden. Als
blijkt dat de cavernes bij voortdurende winning niet meer veilig genoeg zijn, dan
is stoppen met winning een mogelijkheid. Daarnaast kan een caverne (deels) opgevuld
worden om instabiliteit te voorkomen. Signalen hiervoor kunnen tijdig waargenomen
worden door het microseismisch netwerk.
Vraag 8
Bent u bereid om in samenwerking met de provincie Groningen aanvullende maatregelen
te overwegen om zowel de veiligheid als de economische belangen in de regio te waarborgen,
zolang er geen volledige zekerheid is over de gevolgen van de zoutwinning op lange
termijn?
Antwoord 8
De provincie Groningen en de gemeenten worden om advies gevraagd in de besluitvorming
over de winningsplannen. Ik neem deze adviezen, tezamen met de adviezen van mijn wettelijk
adviseurs (TNO, SodM als toezichthouder op de veiligheid), mee in mijn brede overweging
voor de besluitvorming. Hierbij is het uitgangspunt dat de winning van zout, inclusief
het verlaten van de cavernes, alleen kan plaatsvinden als deze veilig en verantwoord
is. Als uit onderzoek volgt dat aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn voor de
veiligheid dan zal ik deze overnemen.
Vraag 9
Welke stappen onderneemt de Rijksoverheid op dit moment om de inwoners van Groningen,
die mogelijk schade ondervinden van de zoutwinning, tijdig en volledig te compenseren?
Bent u bereid om de compensatie van deze inwoners verder te vereenvoudigen en versnellen?
Antwoord 9
De Commissie Mijnbouwschade (CM) behandelt sinds 2021 ook schade die door zoutwinning
kan zijn ontstaan. Eigenaren van gebouwen met mogelijke schade door bodembeweging
als gevolg van zoutwinning kunnen zich melden bij de Commissie Mijnbouwschade. Om
het makkelijker te maken voor de schademelder, neemt de commissie in de praktijk de
bewijslast van de melder over. Het advies dat de commissie uitbrengt is bindend voor
de mijnbouwonderneming. Als de Commissie Mijnbouwschade beoordeelt dat de schade door
mijnbouw komt, dan is de mijnbouwonderneming verplicht om deze schade te vergoeden.
Als het, ondanks gedegen onderzoek, onduidelijk is wat de oorzaak van de schade is,
dan oordeelt de Commissie Mijnbouwschade dat daarmee voldoende aannemelijk is gemaakt
dat de bodembeweging als gevolg van mijnbouw een rol heeft gespeeld bij de schade.
De betreffende zoutwinningslocatie ligt echter in het gebied waar het Instituut Mijnbouwschade
Groningen (IMG) schade afhandelt als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld
en de gasopslagen bij Norg en Grijpskerk. Over de afhandeling van schade die kan zijn
ontstaan door (een combinatie van) mijnbouwactiviteiten binnen het effectgebied van
het IMG hebben het IMG en de CM afspraken gemaakt, om de schadeafhandeling voor bewoners
te vereenvoudigen. Dat houdt in dat bewoners binnen het effectgebied van de gaswinning
zich kunnen melden bij het IMG. De bewoner kan bij het IMG nu kiezen voor daadwerkelijk
herstel of de verhoogde vaste vergoeding, waarbij er niet meer naar de oorzaak van
de schade wordt gekeken bij schade die naar zijn aard mijnbouwschade kan zijn. Alleen
als door het IMG in het kader van een maatwerkbeoordeling geconstateerd wordt dat
de schade niet is veroorzaakt door het Groningenveld of de gasopslagen Norg of Grijpskerk,
maar mogelijk wel door andere mijnbouwactiviteiten, dan wordt de schademelding in
de huidige situatie indien gewenst door het IMG overgedragen aan de Commissie Mijnbouwschade.
Dit komt in de praktijk tot op heden echter weinig voor.
Daarnaast werken de Commissie Mijnbouwschade en het IMG, mede naar aanleiding van
de motie van het lid Segers c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 1018), aan een verdere intensivering van deze samenwerking. Zo laten zij gezamenlijk onderzoek
uitvoeren naar gestapelde effecten van mijnbouw en werken zij aan de implementatie
van een één loket-werkwijze, zodat bewoners bij wie er sprake kan zijn van samenloop
zoveel als mogelijk via één loket geholpen worden. De beide organisaties behouden
daarbij hun bestaande bevoegdheden maar werken samen door een integrale beoordeling
van de schade te doen. Naar verwachting is deze verbetering in het proces in het eerste
kwartaal 2025 geïmplementeerd.
Vraag 10
Bent u bereid, mocht de veiligheid van de cavernes niet gegarandeerd kunnen worden,
een heroverweging te maken van het beleid omtrent verdere zoutwinning door Nobian
in Groningen?
Antwoord 10
Mijn uitgangspunt voor besluitvorming over mijnbouw is de Mijnbouwwet. In het kader
van de Mijnbouwwet maak ik een brede afweging over de voorgenomen zoutwinning als
een winningsplan is ingediend. Als de veiligheid van een caverne niet aannemelijk
kan worden gemaakt, neem ik maatregelen voor deze caverne. Daarnaast neem ik nieuwe
inzichten mee om mijn beleid aan te passen mocht dit nodig zijn. Het kabinet stemt
alleen in met zoutwinning als de activiteit veilig en verantwoord kan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.